Burgemeester Verhulst: ‘Ik prikkel met dat boekje’
Burgemeester René Verhulst schreef een satirisch boekje over een platform voor kritische burgers in Ede. En nu is hij de kwaaie pier. ‘Ik had niet gedacht dat serieuze journalisten het zouden opvatten als kritiek op hun werk, want dat is het niet.’
Burgemeester René Verhulst schreef een satirisch boekje over een platform voor kritische burgers in Ede. En nu is hij de kwaaie pier. ‘Ik had niet gedacht dat serieuze journalisten het zouden opvatten als kritiek op hun werk, want dat is het niet.’
Denk je met Stakende stemmen een geestig en leerzaam boekje over lokaal (nep)nieuws geschreven te hebben, krijg je dat. De mediachef van een kritische avondkrant vindt het een ‘ongepaste reprimande’, Kamerleden stellen vragen aan twee ministers en een verslaggeefster van een kritische ochtendkrant vindt dat je het vrije woord attaqueert.
Verdeeldheid zaaien
‘Die commotie had ik niet verwacht’, zegt hij. In Stakende stemmen verhaalt burgemeester/schrijver Verhulst in twintig kluchtige hoofdstukjes over het wel en wee bij het denkbeeldige onlineplatform EdeCity. De redactie bestaat uit vier boze mannen, die met hun columns de gemeente stelselmatig neerzetten als ondoorzichtig en onbetrouwbaar. Vooral de paranoïde Mo, een (anonieme) gemeenteambtenaar met een burn-out door het thuiswerken, grossiert in nepnieuws. Zijn motto: ‘verdeeldheid en twijfel zaaien, zodat de mensen de gemeente niet geloven, maar ons.’
Scheldpartij
Verhulst: ‘Communicatie is een machtig wapen. Het is een groot goed dat je je commentaar altijd en op alles en iedereen kunt geven, maar ook een groot gevaar. Kijk om je heen: de complottheorieën vliegen je om de oren. Ik kreeg vorig jaar mailtjes en ik las: het coronavirus bestaat niet, Rockefeller heeft het bedacht. Mensen geloven dat. Je reageert op die mails en je schrijft een column in de plaatselijke krant, maar na de zoveelste scheldpartij houdt het een keer op. En het nepnieuws woekert maar door.’
Jodenster
Het idee achter Stakende stemmen was geboren. ‘Ik noem de sociale media de zesde macht, naast de trias politica, de journalisten en de ambtenaren. Iedereen communiceert maar raak, zonder enige terughoudendheid en zonder hoor en wederhoor. Dat gebeurt ook op het lokale digitale platform in Ede, EdeDorp. Daar plukken we onze informatie vanaf en gebruiken die informatie ook naar anderen toe. Digitale platforms slingeren nepnieuws de wereld in. Ik heb meer dan een jaar aan het boekje gewerkt en ik zag mijn beeld alleen maar versterkt. Op anti-vaccinatieplatforms strijden zogenaamde verzetshelden tegen nazipraktijken. Op de Dam in Amsterdam dragen demonstranten een Jodenster. Moet ik dat normaal vinden? Op de A12 hing een spandoek: ‘Hugo de Jonge Nazi’. Ik ben daarmee bezig, ik wind mij daarover op. Ik ben een oude man van 61; ik zit 21 jaar in het openbaar bestuur – was raadslid en wethouder, ben nu burgemeester. Ik wil geen kleurloze figuur zijn. Ik wil niet alleen van sommige dingen in de samenleving wat vinden, ik wil er ook iets over zeggen.’
Zeuren
Burgemeesters, wethouders en raadsleden vinden natuurlijk van alles van de sociale media en wat er lokaal over hen wordt gezegd en geschreven, maar ‘dat houd je binnenskamers’, ervaart burgemeester Verhulst. ‘Want anders ben je een klager, een zeur. Laat mij dan maar zeuren. Je moet iets zeggen als het de spuigaten uitloopt, en dat geldt ook voor de digitale platforms in de eigen gemeente.’
Jiskefet
Verhulst: ‘Ik heb dat niet met het college of de gemeenteraad overlegd. Want dan schrijf je het niet en wordt het een beleidsnota. Iemand zei tegen mij: “Werkt dit nou verbindend?” Nee, dit boekje werkt niet verbindend. Ik ben een verbinder pur sang, maar je kunt niet op alles een verbandje leggen. Een anonieme columnist kan op het digitale platform in Ede schrijven dat de burgemeester ‘experimenteert op mensen’. Wie experimenteerde ook alweer op mensen? Daarover wil ik niet mijn schouders ophalen.’
‘Ik prikkel met het boekje, het is satire. Het heeft een hoog Jiskefet-gehalte’, reageert burgemeester Verhulst. ‘Maar het heeft zeker een serieuze ondertoon. Sommige dingen horen niet, ook niet op een lokale website. Je behoort op je platform geen ruimte te geven aan iemand die anoniem wil blijven.’
Lees het volledige interview in Binnenlands Bestuur nr. 19 van deze week
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Daarbij dnek ik dat bestuurders en zéker ook de journalistiek zich eens goed achter de oren moeten krabben, want ik zag ook in de afgelopen jaren het incasseringsvermogen verminderen door stelselmatige polarisatie in ons land waarbij, met name aangewakkerd door de MSM en de deugdenkers, een klimaat is ontstaan dat humor en satire wordt weggezet als kwaadaardig, kwetstend en het doel ervan: mensen een spiegel voorhouden en laten nadenken, daardoor volledig verdwenen is. Er is geen ruimte meer voor debat en discussie. Mensen met een 'afwijkende' mening, anders dan waar de elite en de vaak 'progressieve' norm opgedrongen wordt, worden te snel weggezet met woorden als 'Wappie', 'Complotdenker', of erger nog, als 'Xeonfoob', 'Homofoob', 'Racist' en zelf 'Nazi', terwijl ze niets anders doen dan hun denkbeelden willen uiten, hun kritiek willen laten horen en hun bezorgdheden willen uiten.
Die bezorgdheden zijn er niet voor niets. Honderdduizenden, misschien wel enkele miljoenen burgers maken zich zorgne omdat ze dingen verkeerd zien gaan, zoals: Klimaat, Immigratie, Veiligheid, Economie, Pensioenen en nu actueel het Coronabeleid.
In plaats van die mensen weg te zetten als wappie en hen daarmee uit het debat schoppend, zou ook eens met hen in gesprek gaan en naar die mensen geluisterd kunnen worden. Besturen is namelijk niet je eigen partijbeleid uitvoeren, maar het volk dienen.
Als we dát weer eens voor elkaar kunnen krijgen, als mensen weer eens open kunnen staan voor andere meningen en niet telkens op hun achterste poten klimmen als iemand vraagtekens zet bij hun mening, dan komt er vanzelf weer ruimte voor humor en satire.
en tot die tijd wil ik tegen de mensen zeggen: "Grow some skin. Er is maar heel weinig dat echt beledigend is en je beledigd voelen is een keuze.