Geen daden maar woorden
Basile Lemaire is bestuurskundige en schrijver van het boek “Ballen (m/v) op het blok: succesgericht veranderen binnen overheden” dat begin volgend jaar bij uitgeverij Kluwer verschijnt.
Wanneer het bedrijfsleven bezuinigt, kijkt men primair of de productiekosten omlaag kunnen. Als dit onvoldoende oplevert, volgt de kaasschaaf: ieder bedrijfsonderdeel moet het met iets minder mensen en middelen doen. Moet men stevig bezuinigen, dan volgt een meer rigoureuze aanpak: men legt hele productielijnen stil of stoot complete diensten af. Tot en met de kaasschaafmethode gebeurt bij de overheid hetzelfde. Maar het afstoten van diensten is voor veel overheden problematisch.
Een paar weken geleden is een rapport van de Rekenkamer Rotterdam verschenen. Daarin staat dat het onwaarschijnlijk is dat de gemeente de eigen bezuinigingsdoelstellingen gaat halen. College en Raad hebben eerder dit jaar besloten dat de ‘apparaatskosten’ met 20 procent naar beneden moeten. Dat kan volgens de Rekenkamer echter alleen als men gemeentelijke taken schrapt. Maar dat lijken de bestuurders vooralsnog niet aan te durven.
De bezuinigdoelstellingen vormen hiermee een praktisch onuitvoerbare opdracht voor het ambtelijk apparaat. Bestuurders zullen dus met de billen bloot moeten en keuzes moeten maken. Wat is er nu echt belangrijk voor de inwoners en waar kun je je als lokale overheid zonder al te veel schade uit terugtrekken?
Tot die besluiten vallen, moeten concerndirectie en management van de gemeente Rotterdam het toch met de kaasschaaf blijven doen. Opvallend is dat men daarbij niet zozeer kijkt naar geld maar naar aantallen medewerkers. ‘Het is niet bekend hoeveel tot nu toe werkelijk op de loonkosten is bespaard. Er wordt primair op FTE’s gemonitord en aan de concerndirectie gerapporteerd’, zo stelt het rapport van de Rekenkamer.
Wat opvalt is dat er vervolgens vooral gesneden wordt in lager geschaalde ambtenaren en dat management en adviseurs zichzelf buiten schot weten te houden: ‘Wel is duidelijk dat er tot nu toe vooral in lagere salarisklassen is gekrompen. Krimp in deze groep levert naar verhouding de kleinste bijdrage aan de financiële besparing.’
De vraag is waarom men niet in de hogere schalen snijdt. Zijn gemeentelijke managers en adviseurs dan zo onmisbaar voor de inwoners van Rotterdam? Een rondje langs Twitter laat zien waar deze hoger geschaalde ambtenaren zich zoal mee bezig houden: focusdagen, huisstijl workshops, workshops voor trainingsacteurs, workshops mindmappen, workshops communities, workshops werken-vanuit-je-tas en durf-te-vragen sessies. Het klapstuk is een foto van een felle, oranje tas met een design logo waarin HNW010 te lezen is; de werkgroep voor ‘het nieuwe werken’ is er eindelijk uit dat dit de tas en het logo moeten worden. Ik verzin het niet.
Het excuus dat dit soort zaken op de een of andere manier goed zouden zijn voor ‘de burger’ gaat niet op. Zo nemen de klachten bij de Ombudsman Rotterdam over de gemeentelijke dienstverlening alleen maar toe. Vorig jaar zelfs met 20 procent: ‘De meeste klachten gaan over laks optreden, onvoldoende onderbouwde besluiten, slechte communicatie, slordigheid en lange afhandelingtermijnen van de (interne) klachtenbehandeling bij gemeentelijke diensten.’ De inwoners hebben vooral behoefte aan concrete dienstverlening. Is voor hen, vanwege het snijden in de lagere schalen, juist daar de bezuinigingspijn voelbaar?
De situatie in Rotterdam is een klassiek voorbeeld van een verkeerd ingestoken verandering. Doordat bestuurders geen duidelijke keuzes maken, scheppen zij de ruimte voor ambtenaren om te kiezen voor zichzelf. Daardoor kan zelfbehoud prevaleren boven maatschappelijk belang.
Vanwege onderzoek voor mijn boek liep ik dit keer tegen het rapport van de Rekenkamer Rotterdam aan. De situatie van Rotterdam zal zich ongetwijfeld bij meer overheden voordoen. Daarom geldt in het algemeen dat bestuurders duidelijke keuzes moeten maken en ambtenaren zich moeten richten op hetgeen de samenleving vraagt. Dit geldt onverkort als u daardoor aan populariteit verliest of als daardoor uw eigen functie op de tocht komt te staan. U bent er voor de samenleving. Stel daarom niet uzelf maar de inwoners centraal bij uw woorden én uw daden.
Basile Lemaire is bestuurskundige en schrijver van het boek “Ballen (m/v) op het blok: succesgericht veranderen binnen overheden” dat begin volgend jaar bij uitgeverij Kluwer verschijnt.
De politieke concurrentie is zo groot geworden, dat niemand nog zware besluiten durft te nemen. Ondertussen blijft de overheid maar groeien en meer kosten. Ik ben voor een kleine overheid, waarbij de vrije markt een belangrijke plaats inneemt.