Bestemming niet bereikt
De gemeente Dalfsen neemt de inspanningsverplichting op zich een woonbestemming te vestigen op een kavel. Als de inspanningen uiteindelijk geen vruchten afwerpen, maar de gemeente heeft wel alles gedaan wat je mag verwachten, dan hoeft zij geen schadevergoeding te betalen.
M.R. te Nuyl woont in Dalfsen en wil graag een andere woning. In 2000 verkoopt hij de gemeente een deel van zijn grond. De gemeente kan die grond goed gebruiken voor nieuwbouwwijk De Gerner Marke. Te Nuyl behoudt een kavel aan het Slingerlaantje 11, waar hij graag een woning wil bouwen. Maar omdat dit stuk grond in een ander bestemmingsplan ligt, kan dat niet zo maar.
Bij de verkoop van de grond bedingt Te Nuyl daarom bij de gemeente dat zij al het mogelijke zal doen om een bouwmogelijkheid te realiseren op Slingerlaantje 11. De gemeente neemt daarmee de inspanningsverplichting op zich een woonbestemming te vestigen op dit perceel.
De gemeenteraad en Gedeputeerde Staten gaan akkoord met de wijziging van de bestemming. Maar de potentiële buurman behoudt graag vrij uitzicht en maakt bezwaar. Met succes, want uiteindelijk houdt de Raad van State de gemeente aan haar eigen ‘anti-verdichtingsbeleid’. Dat beleid houdt in dat de gemeente bestaande ruimtes niet wil vullen met woningbouw.
Samen met Te Nuyl wijst de gemeente erop dat de grondverkoop onder meer nieuwbouw in de nieuwe woonwijk mogelijk maakt en de tegenprestatie dus in het algemeen belang is. Maar de Raad van State vindt dat geen valide planologisch argument en zegt dat de bestemmingswijziging voor Slingerlaantje 11 niet valt goed te keuren.
Te Nuyl vindt dat de gemeente zich te weinig heeft ingespannen en onvoldoende heeft gedaan om de bouwmogelijkheid op zijn kavel te realiseren. ‘Ik heb ze aangeboden de ‘rood-voor-rood-regeling’ toe te passen door mijn schuur te laten afbreken in ruil voor de woning. Maar de gemeente vond dat ze genoeg had gedaan.’
Te Nuyl claimt ruim 8 ton, op basis van de grondprijs per vierkante meter naast zijn stuk grond. Maar de rechtbank Zwolle-Lelystad en het gerechtshof Leeuwarden wijzen de eis af. Volgens het hof kon Te Nuyl niet van de gemeente verwachten dat zij nog een ‘postzegelplan’ zou vaststellen dat ook zou sneuvelen op planologische gronden.
De gemeente heeft alles gedaan wat redelijkerwijs van haar mocht worden verlangd en daarmee voldaan aan haar inspanningsverplichting. De gemeente is dus niet tekortgeschoten en hoeft Te Nuyl niets te vergoeden.
Bert Spies van de gemeente: ‘In de toekomst moeten we kritisch kijken naar de inspanningsverplichting. Zonodig nemen wij een clausule op in het contract voor het geval de afspraak niet kan worden nagekomen.’ Te Nuyl: ‘Ik had moeten zeggen: ik wil alsnog een bepaald bedrag als het niet doorgaat. Want ik zit nu met de schade.’
Vindplaats: LJN BO4536 en LJN AY4218
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.