België: dominee op loonlijst overheid
Veel Europese landen kennen een scheiding tussen kerk en staat. In België noch Nederland maakt die scheiding deel uit van de Grondwet. In België is de verhouding tussen rijk en clerus een tikje inniger dan in ons land.

Over de grens
In de rubriek Over de grens beschrijven we bijzondere ontwikkelingen in het buitenland op het gebied van ambtenaren en bestuur.
Frankrijk en Portugal hebben het secularisme of laïcisme. Op scholen wordt geen godsdienstles gegeven en religieuze symbolen en attributen zijn in de publieke ruimte verboden. In Duitsland, Spanje, België en Nederland geldt een coöperatie tussen kerk en staat. De staat stelt zich neutraal of compenserend op ten aanzien van geloven.
Bij onze zuiderburen krijgen vertegenwoordigers van het onstoffelijke zoals dominees, pastoors, imams en rabbijnen hun salaris van de overheid. Momenteel woedt er in België een discussie over de wenselijkheid hiervan. Voorstanders wijzen erop dat de predikers op deze manier niet afhankelijk zijn van inkomsten uit de eigen geloofsgemeenschap. Met name in islamitische kring zijn gelden waarmee geloofsgemeenschappen worden ondersteund niet zelden afkomstig uit het buitenland, en dan met name van landen waar voor andere religies geen vrijheid van godsdienst geldt, zo onthulde NRC onlangs.
Overheidsfinanciering biedt de mogelijkheid nog enige controle te houden op de religies, bijvoorbeeld door meer extreme geloofsrichtingen zoals het salafisme uit te sluiten van financiering. Tegenstanders wijzen erop dat door uitsluiting juist de controle op de meest extreme groepen verdwijnt. Maar er zijn ook politici, zoals de Vlaamse liberaal Patrick Dewael, die vinden dat de Belgische overheid niet de voorgangers van iedere religie zonder meer hoeft te ondersteunen. De grondwet zou uitgebreid kunnen worden met een preambule waarin de christelijke wortels van het Belgische volk worden vastgelegd, zo vindt hij.
Ook zouden het recht op zelfbeschikking, de gelijkheid van man en vrouw en de vrijheid van meningsuiting hierin opgenomen moeten worden. Wanneer deze preambule er zou zijn, kan wat hem betreft tevens de scheiding tussen kerk en staat grondwettelijk worden vastgelegd.
Met name de christendemocratische fractie in België meent dat de overheidsfinanciering van geestelijk leiders overeind gehouden moet worden. Het belangrijkste argument dat zij aanvoeren is, naast de mogelijkheid om enige controle op de voorgangers te houden, dat de religies een belangrijke maatschappelijke functie vervullen, waarbij maatschappelijke financiering op zijn plaats is.
Scheiding kerk en staat nog niet compleet in Nederland
De overheid die het salaris van geestelijk voorganger betaalt, dat is in Nederland ondenkbaar. Of toch niet? Er valt wel het een en ander op die scheiding af te dingen. Zo werken bijvoorbeeld bij de Diensten Geestelijke Verzorging van het ministerie van Defensie zo’n 150 krijgsmachtpredikanten, aalmoezeniers, humanistische raadslieden en geestelijk verzorgers van andere religies. Zij staan op de loonlijst van het ministerie. Daarnaast zijn er nog enkele tientallen geestelijk verzorgers in gevangenissen die op de loonlijst staan van Justitie en Veiligheid. Het gaat hier om geestelijk verzorgers, en niet om voorgangers als dominees, pastoors, rabbijnen en imams.
Maar ook daar bestaat binnen het Nederlands Koninkrijk een uitzondering op. Ondanks het feit dat 35 jaar geleden met de invoering van de Wet beëindiging financiële verhoudingen tussen Staat en kerk de financiële steun van de overheid aan kerken is gestopt, blijken er binnen het Koninkrijk nog steeds pastoors op de loonlijst van de overheid te staan. Studenten aan de Rijksuniversiteit Groningen, Fokke Veenstra en Alex van Schreven de Vries, kwamen erachter dat er op de BES-Eilanden drie pastoors zijn die worden bezoldigd als rijksambtenaar. De BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) zijn sinds 2010 een ‘bijzondere gemeente’ van Nederland. De pastoors worden betaald op grond van Regeling bezoldiging Rijksambtenaren BES, Artikel 5. Per persoon genieten ze een inkomen van 1.345 euro per maand.
De regeling is een overblijfsel uit de tijd dat de eilanden nog onder de Nederlandse Antillen vielen. Toen ze in 2010 Nederlands werden, is een groot deel van de oude wetgeving ‘beleidsarm’ overgenomen. De bezoldiging van de pastoors is een overblijfsel uit die tijd, zegt de Rijksdienst Caribisch Nederland.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.