Advertentie

Beetje zwabberen

Burgemeesters moeten een grotere rol krijgen bij de collegevorming. Dat vindt althans staatssecretaris Ank Bijleveld-Schouten. In haar brief aan de Tweede Kamer, als reactie op het rapport ‘De staat van de dualisering’, kondigt ze zelfs een concreet voorstel tot wetswijziging aan. Ze vindt dat wettelijk moet worden vastgelegd dat de burgemeester ‘eerder moet worden betrokken in het proces van collegevorming’.

04 maart 2009

Veel meer staat er overigens niet. Het blijft gissen naar wat de staatssecretaris verstaat onder ‘eerder’ en onder ‘betrokken’. Betekent ‘eerder’ dat de burgemeester bijvoorbeeld al zou moeten optreden als informateur of dat hij in staat dient te worden gesteld een inhoudelijk oordeel te geven over het concept-politiek akkoord? En gaat de ‘betrokkenheid’ zo ver dat de burgemeester zijn veto zou kunnen uitspreken over bepaalde wethouderskandidaten of over inhoudelijke uitgangspunten?

 

Zo valt er trouwens meer op aan dit, bijna terloops geuite, beleidsvoornemen. Allereerst is het opmerkelijk dat het plannetje compleet uit de lucht komt vallen. Nergens in de brief aan de Tweede Kamer valt op te maken dat onderzoek heeft aangetoond dat er behoefte is aan versterking van de rol van de burgemeester bij de collegevorming. De argumentatie maakt evenmin een overtuigende indruk: ‘Hij (de burgemeester) moet immers met de nieuw te benoemen wethouders samenwerken’. Tsja, als je die redenering volgt, dan zouden mutatis mutandis wethouders ook een (veel grotere) rol moeten spelen in de procedure die leidt tot de benoeming van de burgemeester. Maar een voorstel van die strekking heeft Bijleveld nog niet aangekondigd.

 

Bij deze argumentatie zou je bijna gaan denken dat Bijleveld andere, meer persoonlijke drijfveren heeft. Bijvoorbeeld omdat ze in haar vorig leven als burgemeester van Hof van Twente het heel vervelend vond om pas op het allerlaatste moment – zo’n beetje gelijk met de verslaggever van Tubantia – te horen te krijgen met wie ze de komende vier jaar zat opgescheept. Niets menselijks is ook een staatssecretaris vreemd, ten slotte.

 

Verder is het natuurlijk zeer de vraag of burgemeesters het zelf zouden moeten willen, die eerdere betrokkenheid bij de collegeonderhandelingen. Collegeonderhandelingen zijn bij uitstek een politiek spel van ‘wheeling and dealing’, waarin oude rekeningen worden vereffend en nieuwe opgemaakt. Kortom: het is een spel dat zich maar zelden via de lijnen van de logica voltrekt. Een spel dat zich afspeelt in een arena waarin eigenlijk geen plaats is voor iemand die geacht wordt boven de partijen te staan. Zeker niet als die plaats ook nog eens via wetswijziging geformaliseerd wordt.

 

Het zou natuurlijk anders geweest zijn als ook de burgemeester, op basis van bijvoorbeeld de uitspraak van de kiezers, van een politiek mandaat zou zijn voorzien. In zo’n scenario is de burgemeester zelfs de aangewezen persoon om het voortouw te nemen in de formatie van het dagelijks bestuur van de gemeente. Maar ik kan me niet herinneren dat de partij van staatssecretaris Bijleveld ooit die keuze gemaakt heeft. Tegen die historische achtergrond zou je dit beleidsvoornemen dan ook gerust onder de categorie ‘beetje zwabberen’ mogen scharen.

 

Ad Burger

 

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Paul Mohlmann / burgemeester
Ik ben het helemaal eens met Ad Burger: een burgemeester moet geen verplichte ro krijgen bij collegevorming. Hij staat immers boven de partijen en moet dus ook niet verbonden zijn met de wethouders in de zin van keuzes. Het is bovendien een van de belangrijke competenties van de burgemeester dat hij een team kan maken van en om kan gaan met de wethouders die vanuit de coalitie worden gekozen in het college.
Advertentie