Arbeidsrecht – Ontslagzaak
In veel ambtenarenontslagzaken wordt op enig moment onderhandeld. Begrijpelijk. Vaak is het beter een regeling te treffen dan jarenlang te procederen.
De afspraken tussen werkgever en ambtenaar worden vastgelegd in een overeenkomst. Onderdeel van de afspraken is dan dat de ambtenaar niet in beroep zal gaan tegen besluiten op grond van die overeenkomst, hoewel het recht op bezwaar en beroep formeel niet kan worden uitgesloten. Aan de gemaakte afspraken zijn beide partijen in beginsel gebonden. Toch zijn er uitzonderingsgevallen. De werkgever is bijvoorbeeld niet gebonden als de ambtenaar een verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven. Ambtenaren beroepen zich er soms op dat de afspraken onder druk zijn gemaakt, en dat zij daarom niet aan die afspraken kunnen worden gehouden.
Een ambtenaar van de gemeente Goedereede kreeg problemen met zijn werkgever. Na veelvuldig overleg tussen partijen besloot de ambtenaar dat het beter zou zijn om zijn loopbaan buiten de gemeente voort te zetten. Er werden concrete afspraken gemaakt, die uiteindelijk ook op papier zijn gezet. De brief is door de ambtenaar voor akkoord ondertekend. De belangrijkste afspraken waren dat de ambtenaar nog 1 jaar de tijd zou krijgen om, met loopbaanbegeleiding, een nieuwe baan te zoeken. Na afloop van dat jaar zou hij eervol ontslag krijgen. Vervolgens had de ambtenaar dan aanspraak op een uitkering gedurende 35 maanden.
Eerder had de gemeente gesuggereerd om de ontslaggrond ‘ongeschiktheid’ op te nemen, maar dat wilde de ambtenaar niet. Lastig punt is dat in de overeenkomst uiteindelijk helemaal geen ontslaggrond werd opgenomen. De gemeente loste dit in eerste instantie op door dan toch maar een ongeschiktheidsontslag te verlenen, zodat invulling kon worden gegeven aan de overeengekomen uitkeringsduur van 35 maanden. Begrijpelijk sneuvelde dit ontslagbesluit in beroep. De gemeente koos vervolgens voor een ontslag op ‘andere gronden’ (art. 8:8 Car-Uwo), met nog steeds de afgesproken uitkeringsduur van 35 maanden. Maar bij zo’n ontslag hoort een veel langer durende uitkering, dus dit besluit klopte formeel gezien ook niet. De ambtenaar ging daarom toch in bezwaar en beroep; hij wilde zich niet neerleggen bij de afgesproken uitkeringsduur van 35 maanden.
De ambtenaar stelde dat de gemeente de ondertekening van de afspraken niet van hem had mogen vergen, maar hij krijgt bij de rechter ongelijk. Volgens de rechter heeft de ambtenaar enkele maanden de tijd gehad om na te denken over de overeenkomst. Hij heeft overleg kunnen voeren met zijn vakbondsvertegenwoordiger. Er zijn verschillende gesprekken gevoerd over de overeenkomst. Ook nog van belang is dat het iemand was die jarenlange ervaring had bij de gemeente en een hoge ambtelijke positie bekleedde. Kortom: de ambtenaar wist volgens de rechter best wat hij deed toen hij instemde met ontslag en een maximale uitkeringsduur van 35 maanden. Hij is daarom gewoon gebonden aan de afspraken.
CRvB 17 november 2011, LJN: BU5182
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.