Amsterdam wil leren van de Rabobank

Anderhalf jaar geleden mocht Bert Mertens, directeur Rabobank Nederland, zijn verhaal vertellen aan de hoofdstedelijke bestuurders. De Amsterdammers ontdekten dat hun structuur met een centraal stadsbestuur en vijftien min of meer zelfstandige stadsdeelbesturen niet uniek is. De Rabobank had net als Amsterdam een voortdurende discussie over wie bepaalt (hoofdkantoor of de zelfstandige kantoren in het land) wat de beste manier is om de dienstverlening daadkrachtiger te maken.

‘Daarom, én omdat Mertens vertrouwd is met de materie hebben we hem gevraagd voorzitter te worden van de commissie bestuurlijk stelsel’, zegt Duco Adema, voorzitter van het Bestuurlijk Overleg Stadsdelen en stadsdeelvoorzitter in Zuideramstel. De commissie-Mertens moet adviseren over een slagvaardiger bestuurlijke structuur en werkwijze in Amsterdam. Te beginnen met het verminderen van het aantal stadsdelen van vijftien naar maximaal tien.

 

Ook komt er advies over hoe de verhouding tussen centrale stad en stadsdelen efficiënter kan. Om de samenwerking tussen stad en stadsdelen daadkrachtiger te maken, adviseerden topambtenaren twee jaar geleden al dat stadsdeelvoorzitters én burgemeester bij meerderheid zouden besluiten. Adema: ‘Er is een enkele keer bij meerderheid besloten. Het punt is echter dat de centrale stad een aanwijzingsbevoegdheid heeft. Als er een meerderheid is, kan de stad die meerderheid overrulen. Hoe de centrale stad met deze bevoegdheid omgaat, is een van de punten waar de commissie goed naar moet kijken.’

 

Kerstmis

 

Adema erkent dat er een verschil is tussen het realiseren van een efficiënte dienstverlening in bankkantoren en bijvoorbeeld het aanpakken van de schoolverlatersproblematiek en de jongerenoverlast. Volgens het Amsterdamse bestuurdersakkoord moet er op deze punten meer worden samengewerkt en is er een grotere regie vanuit de centrale stad, maar de problemen zijn desondanks nog niet opgelost. ‘Deze commissie is er niet om de jeugdproblematiek aan te pakken. De commissie moet kijken hoe we meer resultaten kunnen boeken.’

 

Behalve buitenstaander Mertens als voorzitter bestaat de commissie uit Amsterdamse bestuurders, de wethouders Tjeerd Herrema en Marijke Vos en de stadsdeelvoorzitters Rob Post (Noord), Arco Verburg (De Baarsjes) en Dennis Straat (Zeeburg). De reden is dat Amsterdam baas is over zijn gewenste bestuurlijke structuur. ‘Wij als Amsterdammers moeten het uiteindelijk regelen. Daarom zitten er bestuurders in. De onafhankelijke voorzitter is er om te zorgen dat er een uitkomst is als er verschillende opinies zijn.’ Het advies over het verminderen van het aantal stadsdelen en een daadkrachtiger bestuurlijke organisatie moet met kerst klaar zijn. ‘We willen tempo maken zodat er bij de volgende verkiezingen in 2010 niet meer dan tien stadsdelen zijn. Maar ook daarover mag de commissie adviseren’, aldus Adema.