Adressen gratis
Wanneer een gemeente voor een publieke taak met rijkssubsidie een adressenbestand opbouwt, mag zij alleen de verstrekkingskosten rekenen als zij die adressen levert aan bedrijven die er commerciële producten mee maken.
Landmark levert informatie over panden en percelen aan vooral makelaars. Voor één van haar producten vraagt Landmark gemeenten om gegevens over adressen, met de vermelding of daar wel of geen bodemonderzoek is uitgevoerd. Acht á negen van de tien gemeenten werken mee aan het verzoek. Maar sommige gemeenten lijken die informatie liever zelf aan makelaars te verkopen, zodat zij nog iets terugzien van de investeringen die nodig waren om het gegevensbestand op te bouwen.
Amsterdam en Leiden bijvoorbeeld. In Leiden is de strijd over de vergoeding voor zo’n adressenlijst gestaakt tot de uitkomst bekend is van de procedure in Amsterdam. De collega’s in de hoofdstad willen ongeveer 10.000 euro voor de adressen met de vermelding of daar wel/geen bodemonderzoek is gedaan. Verder mag Landmark de gegevens niet doorverkopen aan een vergelijkbaar bedrijf. De gemeente baseert de voorwaarden op de hergebruikregeling van de Wet openbaarheid bestuur (Wob).
Landmark heeft moeite met de prijs. Als alle gemeenten zo veel vragen, wordt het product te duur. De gemeente zou hooguit de verstrekkingskosten in rekening moeten brengen. De hergebruikregeling is niet van toepassing, omdat de gemeente zich hier niet kan beroepen op het databankenrecht.
De rechtbank is het met Landmark eens. De adressenlijst is geen databank die bescherming verdient volgens het databankenrecht. De gemeente heeft namelijk geen substantiële investering gedaan om de gegevens voor de adressenlijst te verkrijgen.
In hoger beroep kijkt de Raad van State hier iets anders tegenaan. De gemeente heeft wel degelijk substantieel geïnvesteerd in de bouw van de ‘databank’. Maar de gemeente kan niet als producent van deze databank worden aangemerkt. De lijst is namelijk met geld van de gemeente en subsidie van het rijk aangelegd om gemakkelijker een publieke taak te kunnen uitvoeren. ‘Onder deze omstandigheden’ draagt de gemeente geen risico voor de investeringen. Daarom mag de gemeente alleen de kosten rekenen voor het kopiëren van het bestand op een cd-rom.
Michael Klijnstra is één van de advocaten van Landmark. Het gevolg van de uitspraak is volgens hem dat gemeenten en provincies alleen de verstrekkingskosten mogen rekenen als de gevraagde gegevens zijn verzameld met overheidsgeld om een publieke taak te vervullen. Wel is het denkbaar dat zelfstandige bestuursorganen die zichzelf moeten bedruipen - zoals het Kadaster en de Rijksdienst voor Wegverkeer - geld mogen vragen voor dat soort gegevens.
Hoogleraar milieurecht en advocaat Niels Koeman adviseert de gemeente Amsterdam en Leiden in deze procedures. Hij legt de uitspraak strikter uit. Als een bestand grotendeels met rijkssubsidie is opgebouwd, mag de gemeente geen commerciële vergoeding vragen. Voor andere databanken mogen gemeenten en provincies dat nog wel, vermoedt hij. ‘Maar vervolguitspraken moeten daarover meer duidelijkheid geven.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.