Massaal afscheid van wethouders
Een vijftigtal wethouders heeft sinds afgelopen zomer aangegeven niet meer terug te keren als wethouder. Soms ging dat van harte, soms ook met tegenzin.
Per week nemen drie wethouders al dan niet gedwongen afscheid van hun plek aan de collegetafel. Maar dat is kinderspel bij de vorming van nieuwe colleges na de gemeenteraadsverkiezingen: dan vindt de grote schoonmaak plaats onder wethouders.
600 à 700 bestuurders keren na de formatie niet terug
Een vijftigtal wethouders heeft sinds afgelopen zomer aangegeven niet meer terug te keren als wethouder. Soms ging dat van harte, soms ook met tegenzin. Een enkele keer ging dat op ludieke wijze. In Berg en Dal bijvoorbeeld besloot Sjaak Thijssen van de Groesbeekse Volkspartij om er na de raadsverkiezingen na 26 jaar wethouderschap mee te stoppen. Vlak voor de carnaval leidde dat tot een serieuze, maar ook hilarische motie van treurnis van de PvdA. De partij sprak uit dat men het betreurde dat Thijssen het bijltje er na de verkiezingen zomaar bij neergooit. En daarom dienden de Groesbeekse sociaaldemocraten een motie van treurnis in.
Thijssen reageerde op gevatte politieke wijze: “Bij het unaniem aannemen van de motie is de Groesbeekse Volkspartij bereid twee wethouders te leveren.” De motie werd unaniem aangenomen en of de GVP straks twee wethouders levert, zal de formatie moeten uitwijzen. De collegevorming, het spel van de formatie van een nieuwe coalitie, moet leiden tot een nieuw dagelijks bestuur en dus tot de keuze uiteindelijk door de raad van nieuwe wethouders. Wie mag blijven? Wie krijgt een nieuwe kans en voor wie is het echt einde oefening? Dat moet allemaal duidelijk worden in de komende drie maanden waarin de nieuwe coalities moeten worden gevormd en de nieuwe colleges moeten worden gevuld met nieuw benoemde wethouders.
Verversing
Een ding staat vast: de collegevorming leidt tot een grote verversing van het bestand aan wethouders. Ook nu weer moet er rekening mee worden gehouden dat ruim 40 procent van de wethouders, zo’n 600 tot 700 in totaal, na de formatie niet meer terugkeren op hun post. De collegevorming na de laatste drie raadsverkiezingen spreekt wat dat betreft boekdelen: in 2006 ging het om 788 wethouders, in 2010 om 730 en in 2014 om 671 wethouders die niet meer terugkeerden na de raadsverkiezingen (zie tabel).
Drie factoren zijn voor die verversing van wethouders verantwoordelijk: de belangrijkste is dat als gevolg van de verkiezingen en de formatie van de nieuwe coalitie de partij van de wethouder zijn plek in het college verliest aan een andere partij. In de formatie na de gemeenteraadsverkiezingen van 2006, 2010 en 2014 ging het telkens om meer dan 400 wethouders die op die manier afscheid moesten nemen van het wethouderschap.
Een tweede belangrijke reden is dat de partij wel weer een wethouder mag leveren, maar dat de keuze op een andere wethouder valt. Bij de laatste formaties ging het telkens om meer dan 200 wethouders die werden opgevolgd door een partijgenoot. Soms is het leed dan wat geringer, omdat in dit soort gevallen wethouders al hebben voorgesorteerd: ze hebben hun afscheid aangekondigd en plaatsgemaakt voor een opvolger die als nieuwe lijsttrekker de honneurs in het nieuwe college moet gaan waarnemen.
Soms gaat dat wel met wat moeite. Zo maar een willekeurig voorbeeld: VVDwethouder Martin Groffen in Woensdrecht wilde na twaalf jaar wethouderschap een nieuwe kans wagen, maar trok afgelopen herfst aan het begin van de ledenvergadering die de lijsttrekker koos zijn kandidatuur toch in. De reden: de partij wenste verjonging en voegde de daad bij het woord. Fractievoorzitter Manus Bolders werd als nieuwe lijsttrekker gekozen. Groffen werd lijstduwer en stopt na twaalf jaar als wethouder. Hetzelfde gebeurde in Ermelo. De keuze voor de 30-jarige CDA-fractievoorzitter Sarath Hamstra tot lijsttrekker was voor zittend CDA-wethouder Jan van den Bosch reden om te bedanken voor een nieuwe periode.
Grote fracties
De derde factor waardoor wethouders hun post is verliezen, is het vervallen van de wethouderspost. In 2006 – de zogeheten Bos-verkiezingen waarbij de PvdA als gevolg van de populariteit van de toenmalige leider Wouter Bos enorm populair was en bij de raadsverkiezingen dat verzilverde met een ongekende overwinning – vervielen er in het hele land 65 wethoudersposten. Toen was er sprake van een zogeheten versmalling van colleges omdat er veel grote fracties waren en weinig partijen nodig waren om een coalitie te vormen. Sinds 2010 is er sprake van een verbreding van coalities: door de fragmentatie van het politieke landschap zijn er zowel in 2010 als in 2014 coalities gevormd met steeds meer partijen. Als gevolg daarvan werden er bijvoorbeeld in 2014 slechts 42 wethoudersposten geschrapt (zie tabel).
De formatie van de nieuwe coalitie en daarmee de verdeling van wethoudersposten is vaak voor de raadsverkiezingen al begonnen. Er zijn wethouders die deze onzekere periode niet willen afwachten, soms omdat zij weten politiek geen volgende kans te krijgen of juist omdat ze zelf de regie willen houden over hun toekomst. In de maanden voor de raadsverkiezingen heeft een tiental wethouders de keuze gemaakt voor een andere baan. Zij hebben gesolliciteerd vanuit het wethouderschap, een praktijk die nog steeds ongebruikelijk is. Opvallend is dat diverse wethouders van lokale partijen de overstap maakten naar een semipublieke functie.
Zo werd Christel Mourik (ONS, Nissewaard) een half jaar geleden manager Openbaar Vervoer, plaatsvervangend directeur bij de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag na een succesvolle periode van ruim elf jaar wethouderschap. Jan Bos (Wakker Emmen) stopte omdat hij op 1 maart directeur werd van Publiek Vervoer Groningen Drenthe. Tijmen Smit (Larens Behoud) werd op dezelfde dag interim lid van het college van bestuur van de Gooise Scholen Federatie.
Knopen geteld
Ard Kleijer (Christenunie, Putten) verruilde in oktober het wethouderschap voor een managementfunctie bij de Zorggroep Noord-West Veluwe. Nicole van Dierdorp (D66, Rijswijk) keerde terug naar haar oude werkgever, de provincie Zuid-Holland. Wendelien Tonjann (VVD, Oegstgeest) stopte per 1 december en werd directeur van het Congres en Studiecentrum van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Duidelijk is dat vooral PvdA-wethouders hun knopen hebben geteld. De PvdA kwam in 2006 uit de formatie als grootste met 442 wethouders, is na de formatie van 2014 nog de vijfde partij in wethoudersland en staat er slecht voor in de peilingen. De spoeling wordt vermoedelijk opnieuw dunner. Sommige PvdA-wethouders zoals Marije Eleveld zijn al vertrokken. De Edese wethouder verruilde per 1 februari de zetel in het Edese college voor de functie van directeur van de Utrechtse woningbouwcorporatie Bo-Ex.
Heel veel andere PvdA-wethouders hebben kenbaar gemaakt niet beschikbaar te zijn voor een nieuwe periode. Staf Depla (Eindhoven) maakte na de zomer al bekend om na acht jaar wethouderschap te starten met een nieuwe baan in plaats van weer vier jaar wethouderschap. Jeroen Kreijkamp (Utrecht) kondigde pas twee maanden geleden aan na acht jaar wethouderschap op zoek te gaan naar een nieuwe uitdaging.
Maar ook PvdA’ers uit minder grote steden hebben al bekend gemaakt dat hun tijd is gekomen om er mee te stoppen. Zo maar een aantal namen: René de Vent (Hardenberg) gaat zich na twee termijnen als wethouder oriënteren op een nieuwe uitdaging, evenals Saskia Szarafinski (Middelburg) en Henk Berends (Tynaarlo). Peter Eijking (Weesp) heeft enorm getwijfeld, maar wil nu toch, ook omdat hij bijna 70 jaar is, meer tijd besteden aan privezaken. En ook Coby van der Laan (Heerenveen) en Erik van Schelven (Westerveld) zullen na de raadsverkiezingen niet meer beschikbaar zijn als wethouder voor de PvdA.
Teleurstelling
Van harte ging het niet altijd. Bijvoorbeeld voor de Haagse PvdA-wethouder Rabin Baldewsingh. Toen in de zomer van 2017 duidelijk werd dat zijn partijgenoten niet met hem verder wilden was dat een flinke teleurstelling. ‘Ik wilde mijn karwei afmaken, ik sta voor vernieuwing van beleid, een linkse politiek en ik heb ervaring.’ Tegelijkertijd begreep hij de keus van de partijleden. ‘Ze willen leuk, jong, fris en dynamisch. Dat is gebeurd.’ Voor Baldewsingh is het na acht jaar raadslidmaatschap en twaalf jaar wethouderschap einde oefening omdat hij de interne lijsttrekkersverkiezingen verloor van partijgenoot Martijn Balster. ‘Ik ben niet verbitterd, wel teleurgesteld’, zei hij in een afscheidsinterview voor Omroep West.
Geen nieuwe kans is geen exclusief voorrecht voor PvdA-wethouders. De Tilburgse SP-wethouder Hans Kokke maakte een paar maanden geleden bekend niet meer terug te keren als wethouder. Hij was lijsttrekker in 2014, werd daarna wethouder voor de SP maar na lang nadenken ‘heb ik besloten dat ik nu voor een andere uitdaging ga kiezen’.
Minder pijnlijk is het aanstaande afscheid voor Tom de Bruijn (D66, Den Haag). De 69-jarige voormalige topdiplomaat die in 2014 wethouder werd, wenst geen nieuwe periode. ‘Het was een mooie ervaring, maar ik ben toe aan iets anders. En ik wil meer tijd voor de mooie dingen in het leven. Daar is de afgelopen jaren te weinig ruimte voor geweest.’
Ook jonge wethouders hebben de afweging gemaakt geen nieuwe periode te ambiëren. In Almere gaf de 30-jarige VVD-wethouder Mark Pol al kort na de zomer aan dat hij het na vijf jaar wethouderschap genoeg vindt. Nicole Olland (D66, Rheden) heeft het gevoel dat ze elders haar ambities verder kan ontplooien. In Etten-Leur liet de 40-jarige Jean Pierre Schouw (Algemeen Plaatselijk Belang) afgelopen herfst weten dat hij het na twaalf jaar wethouderschap tijd is om meer aandacht aan zijn gezin te besteden. Schouw had van zijn partij best door mogen gaan. “Mijn hart is verbonden met deze gemeente, ik ben er geboren en getogen, maar ik kom er wel achter dat mijn functie als wethouder niet altijd meer te combineren is met mijn gezin.”
Kleinkinderen
De kunst voor wethouders en politieke partijen is vooral om het stokje soepeltjes zonder al te veel politiek gedoe over te dragen. In het Westland kondigden twee CDA-wethouders, Marga de Goeij (14 jaar wethouder) en Theo Duijvestijn (12 jaar wethouder), hun afscheid aan en moeten nieuwe kandidaten met Karin Zwinkels als lijstttrekker en wethouderskandidaat het roer overnemen.
De verversing na de verkiezingen is ook een moment om afscheid te nemen van vaak wat oudere wethouders met twee of meer perioden aan wethouderservaring. Op tal van plaatsen verdwijnt ervaring en kennis uit de lokale colleges. De lijst telt onder ander de namen van Jannes Janssen (Christenunie, Hardenberg, twaalf jaar), Douwe Prinsse (CDA, Hardenberg, vijftien jaar), Sytse de Jong (SGP, Staphorst, 12 jaar), Kees van Dis (CDA, Tholen, 12 jaar), Gerrit Jan Veldhoen (Christenunie, Kampen, 8 jaar plus daarvoor 12 jaar in Oldebroek) en Engbert van Esch (CDA, Ooststellingwerf, 12 jaar).
Sommigen willen zich nog als coach inzetten voor de nieuwe talenten in de partij, anderen, als de 67-jarige Martien van Bostelen (CDA, Appingedam), wil gaan genieten. Van Bostelen werd twee jaar geleden onverwacht wethouder en dat was voor hem na tien jaar raadslidmaatschap een hoogtepunt. ‘De baan van wethouder is een mooie maar intensieve. Er zijn nu andere zaken om naar uit te kijken en leuke dingen te gaan doen met mijn vrouw, kinderen en kleinkinderen.’
Verantwoording
De cijfers in dit verhaal komen uit de analyse van de jaarlijkse wethoudersonderzoeken die De Collegetafel uitvoert in opdracht van Binnenlands Bestuur. Verder is voor dit artikel ook gebruik gemaakt van bronnen uit diverse dagbladen en (gemeentelijke) websites.
Correcties & aanvullingen
In het artikel ‘Massaal afscheid van wethouders’ (Binnenlands Bestuur nr. 6) meldden we abusievelijk dat Christel Mourik wethouder was namens ONS Nissewaard. Ze zat echter elf jaar namens de VVD in het college van burgemeester en wethouders van die gemeente voordat ze een half jaar geleden manager Openbaar Vervoer en plaatsvervangend directeur bij de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag werd.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.