3 verliezers
De VVD krijgt de grootste klap bij de wethouders en de PvdA bij de burgemeesters. Het CDA raakt door opheffing en herindeling van gemeenten de meeste bestuurders kwijt. Desondanks blijven de christen-democraten de grootste bestuurderspartij in de fusiegemeenten.
Het CDA verliest door gemeentelijke herindeling de meeste wethouders en burgemeesters. In absolute cijfers is de rekening voor de christen-democraten het bitterst. De partij gaat van 47 naar 18 burgemeesters en van 97 naar 61 wethouders. Het zijn de kale cijfers uit het onderzoek van Binnenlands Bestuur naar de effecten van gemeentelijke herindeling voor de politieke kleur van burgemeesters en wethouders in de oude en nieuwe gemeenten over alle herindelingen sinds 2002.
Ook PvdA, VVD en de lokale partijen verliezen door gemeentelijke herindeling een fors aantal wethouders en burgemeesters. De PvdA zakt van 31 naar 9 burgemeesters. De VVD ziet het aantal wethouders meer dan gehalveerd: van 50 naar 22. De lokale partijen, traditiegetrouw sterk in kleine gemeenten, verliezen ook een fors aantal wethouders: van 66 naar 38.
Als de winst- en verliesrekening wordt opgemaakt in het licht van het totaal aantal bestuurders voor en na de gemeentelijke fusie, komt een ander beeld naar voren. Weliswaar raakt het CDA een groot aantal wethouders en burgemeesters kwijt, dat betekent nog niet dat de partij inboet aan macht en invloed.
Afgezet tegen het totale, kleinere aantal wethouders in de nieuwe fusiegemeenten heeft het CDA na fusie een groter aandeel in de wethoudersposten, namelijk 35,2 procent tegen 32,7 procent. Het CDA boekt een winst van 2,5 procent en is daarmee in vergelijking met alle andere partijen de grote winnaar. En als dezelfde vergelijking wordt toegepast op het aantal burgemeesters is het CDA de enige partij die - ondanks het forse verlies van 47 naar 18 - hetzelfde aandeel in de burgemeestersposten heeft binnengehaald: 43,9 procent.
Het CDA-aandeel in deze herindelingsgroep wethouders en burgemeesters is hoger dan het landelijke aandeel van de christen-democraten qua wethouders en burgemeesters. Dat komt omdat gemeentelijke herindeling zich grotendeels afspeelt op het platteland. Daar is het CDA veel sterker vertegenwoordigd in gemeenteraad en –bestuur dan in de grote steden, die zelden of nooit met herindeling worden geconfronteerd.
De grootste verliezers van gemeentelijke schaalvergroting en herindelingsverkiezingen zijn de VVD (onder de wethouders) en de PvdA (onder de burgemeesters). Na fusie verliest de VVD door de afname van het aantal wethouders (50 naar 22) 2,1 procent in de totale wethouderskoek. De PvdA, een van de belangrijkste pleitbezorgers, zeker in het verleden, van gemeentelijke schaalvergroting, verliest een fors aandeel in de burgemeesters van de oude en nieuwe gemeenten: minus 7 procent.
Een opvallende uitkomst van de effecten van gemeentelijke herindeling op de politieke kleur van het aantal wethouders en burgemeesters is dat herindelingsver kiezingen verhoudingsgewijs slechts minimale winst en verlies oplevert voor het wethoudersaandeel van elke partij. De grootste winnaar wat betreft de wethouders, het CDA, wint 2,5 procent. De grootste verliezer, de VVD verliest 2,1 procent. De andere partijen blijven binnen deze bandbreedte van winst en verlies.
De lokale partijen, waarvan vaak aangenomen wordt dat die het meeste last hebben van herindeling, slagen er in verhoudingsgewijs het zelfde aandeel van de wethouderskoek binnen te halen: het verlies is minimaal, 0,3 procent.
Verantwoording
Binnenlands Bestuur heeft van alle 107 gemeenten waar sinds november 2002 herindelingsverkiezingen hebben plaatsgevonden geteld wat de politieke kleur was van de 107 burgemeesters en de 296 wethouders. Die cijfers zijn vergeleken met de politieke kleur van de Kroonbenoemde burgemeester van de 41 ontstane, nieuwe fusiegemeenten en van de 173 eerst benoemde wethouders in deze gemeenten.
In de twintig gemeenten waar op 24 november herindelingsverkiezingen zijn, staan er voor het CDA de meeste wethouders (18) op het spel. Het CDA heeft ook de meeste burgemeesters te verliezen (9) in deze twintig gemeenten.
Streeknamen populair
Er tekent zich een duidelijke trend af in de naamgeving van de nieuwe gemeenten. In het afgelopen decennium is opvallend vaak gekozen voor een streeknaam. Per 1 januari 2011 ontstaan bijvoorbeeld: Stichtse Vecht (Breukelen, Loenen, Maarssen) Súdwest Fryslân (Bolsward, Nijefurd, Sneek, Wunseradiel, Wymbritserdiel).
In het afgelopen decennium kozen gemeenteraden van de oude gemeenten of van de nieuwe gemeente voor de volgende streekgerelateerde namen:
- Zuidplas (Moordrecht, Nieuwerkerk, Zevenhuizen-Moerkapelle) Oldambt (Reiderland, Scheemda, Winschoten)
- Peel en Maas (Helden, Kessel, Maasbree, Meijel)
- Kaag en Braassem (Alkemade, Jacobswoude)
- Maasgouw (Heel, Thorn, Maasbracht)
- Leudal (Haelen, Hunsel, Heythuysen, Roggel en Neer)
- Lansingerland (Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Bleiswijk)
- Teylingen (Warmond, Sassenheim, Voorhout)
- Utrechtse Heuvelrug (Maarn, Amerongen, Leersum, Driebergen-Zeist, Doorn)
- Oost-Gelre (Groenlo, Lichtenvoorde)
- Oude IJsselstreek (Gendringen, Wisch)
- Montferland (Bergh, Didam)
- Bronckhorst (Hummel en Keppel, Hengelo, Steenderen, Vorden, Zelhem)
- Berkelland (Borculo, Eibergen, Neede, Ruurlo)
- Midden-Delfland (Maasland, Schipluiden)
- Westland (’s-Gravenzande, De Lier, Monster, Naaldwijk, Wateringen)
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.