Zorgen over hervormingsplannen voor de jeugdbescherming
'Hoe kan je checks and balances vormgeven in één veiligheidsteam?', zegt directeur Elbers van de Raad voor de Kinderbescherming.
Om de jeugdbescherming te verbeteren wil het kabinet onder meer de Raad voor de Kinderbescherming, Veilig Thuis en de Gecertificeerde Instellingen samenvoegen tot één regionaal veiligheidsteam. ‘Wij vragen ons af of je deze organisaties vanuit rechtsstatelijk oogpunt gezien wel op één hoop kan gooien’, zegt directeur Herke Elbers van de Raad voor de Kinderbescherming. 'Ook hebben wij zorgen over de rechtsgelijkheid voor kinderen en gezinnen.'
Toekomstscenario
Het gaat niet goed met de jeugdbescherming - daar is iedereen het over eens. Om het tij te keren verwacht het kabinet veel van het hervormingsplan met de naam 'Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming'. Een belangrijke verandering die hieruit voortvloeit is de samenvoeging van drie belangrijke jeugdbeschermingsorganisaties - de Raad voor de Kinderbescherming, Veilig Thuis en de Gecertificeerde Instellingen - tot regionale veiligheidsteams.
Proeftuinen
Het idee hierachter is dat deze organisaties dan beter gaan samenwerken en minder dubbel werk doen. Zo worden er op dit moment bijvoorbeeld vaak meerdere onderzoeken na elkaar gedaan bij gezinnen waarin de veiligheid van het kind op het spel staat. Dat kost veel geld en is belastend voor de betrokken gezinnen. Op dit moment werken 6 proeftuinen in Nederland volgens de principes van het toekomstscenario, onder meer in de regio Amsterdam-Amstelland. In 2023 komen hier vier bij.
Versnellen
Deze maand nog liet minister Franc Weerwind van Rechtsbescherming (D66) de Tweede Kamer weten dat hij de landelijke uitvoering van het toekomstscenario wil versnellen – de eerste wetsvoorstellen staan nu gepland voor 2024. Kamerleden René Peters (CDA) en Rens Raemakers (D66) roepen de regering in een deze week aangenomen motie op om nóg meer vaart te maken met wetgeving over de regionale veiligheidsteams.
Cruciale vragen
Volgens directeur Herke Elbers van de Raad voor de Kinderbescherming moet er echter eerst een aantal cruciale vragen worden beantwoord, vooral op het gebied van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid voor ouders en kinderen.
Wat vindt u van het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming?
‘Het bevat goede elementen waar wij achter staan, bijvoorbeeld de integrale samenwerking in de jeugdbeschermingsketen, tussen Veilig Thuis, de Gecertificeerde Instellingen en de Raad voor de Kinderbescherming. Er gebeurt ook al heel veel op dit vlak. Bijvoorbeeld in de huidige 6 proeftuinen van het toekomstscenario, maar ook daarbuiten zoals de jeugdbeschermingstafels in de Nieuwe IJsselstreek waarbij we samen met ouders en kinderen kijken hoe het gedwongen kader kan worden voorkomen. De samenwerking moet volgens ons ook bindend zijn, niet vrijblijvend. Je maakt duidelijke afspraken met elkaar, bijvoorbeeld over de caseload van jeugdbeschermers, het gebruik van gegevens over kinderen en over hoe je voorkomt dat je als organisaties dingen dubbel doet. Maar wel ieder vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid. We vragen ons af of die taken allemaal per se bij één regionaal veiligheidsteam moeten worden belegd.’
Bent u daar tegen?
‘Wij zetten er in ieder geval vraagtekens bij of je deze organisaties vanuit rechtsstatelijk oogpunt gezien wel op één hoop kan gooien. Nu verzorgen wij een onafhankelijke toets voor de rechter en voorzien wij de rechterlijke macht ook van onafhankelijk advies. Daarbij gaat het om noodzakelijke checks and balances die horen bij een goede rechtsbescherming voor kinderen en ouders. Wij vragen ons af hoe je die kan vormgeven in zo’n regionale veiligheidscommissie. En ook of de rechter zich dan zo onafhankelijk mogelijk geadviseerd voelt. Dat zijn cruciale vragen. We weten het antwoord nog niet, maar hebben hier wel zorgen over. Als het goed is gaat een commissie daar antwoord op geven, de Adviescommissie van Rechtsstatelijkheid en Rechtsbescherming.’
De regionale veiligheidsteams gaan mogelijk onderling tegenspraak organiseren via 'collegiale toetsing' en zo de rechtsbescherming van ouders en kinderen waarborgen.
‘Daar hebben wij onze zorgen over, of de onafhankelijkheid van die waarborg wel voldoende is. Dat hebben wij in de internetconsultatie vorig jaar ook aangegeven bij het kabinet en daar is goed naar geluisterd.’
In diezelfde internetconsultatie stelt de Raad ook dat de jeugdbeschermingsketen de verantwoordelijkheid is van het rijk. Omdat alleen zo geborgd is dat iedereen de zelfde behandeling krijgt.
‘De rechten voor kinderen en ouders die voortvloeien uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Verdrag inzake de Rechten van het Kind zijn in Nederland vertaald in wettelijke taken voor de Raad voor de Kinderbescherming. Als je gaat decentraliseren, dan is het denkbaar dat deze vertaling versnipperd raakt en overal in Nederland verschillend uitpakt. Het gaat in de jeugdbescherming om verregaande beslissingen die ingrijpen in de levens van kinderen en hun ouders, om zware overheidsinstrumenten zoals uithuisplaatsingen. De vraag is: kan je dit wel beleggen op decentraal niveau?’
Moet de jeugdbescherming volgens de Raad onder het rijk blijven vallen?
‘Ook voor het beantwoorden van deze vraag wachten we het advies af van de Adviescommissie van Rechtsstatelijkheid en Rechtsbescherming. Het is spijtig dat die er - voor zover ik weet - nog altijd niet is. We hadden gehoopt dat er eind dit jaar een advies zou liggen, maar ik denk niet dat dat wordt gehaald. Dat is heel vervelend. Minister Weerwind zegt in zijn recente brief aan de Tweede Kamer dat er eind 2024 nieuwe wetgeving zal liggen – dat lijkt mij een heel krappe planning.’
Hoe zou de Raad de jeugdbescherming nu willen verbeteren?
‘Door de eerder genoemde nauwere samenwerking tussen de verschillende organisaties. Daarnaast zouden we vooral willen voorkomen dat het gedwongen kader nodig is. Daarvoor is het belangrijk dat er passende hulp is voor die 1 procent kinderen in de jeugdzorg die te maken heeft met zware problematiek. Die is nu onvoldoende voorhanden en onduidelijk is hoe het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming daar verbetering in kan brengen. Ons voorstel is om de hulp voor deze doelgroep centraal in te kopen. Nu doen de gemeenten dat, al dan niet in een samenwerkingsverband, met wisselend resultaat. Ingrijpen door de overheid is echter alleen gelegitimeerd als er voor deze specifieke groep ook de juiste hulp klaar staat. Daarover gaat het volgens ons nog te weinig in het toekomstsscenario: hoe de kinderen uit deze doelgroep eindelijk de hulp gaan krijgen die ze nodig hebben.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.