Zachtere aanpak werkt in ieder geval niet slechter
‘Kijk, als je een lullige criticaster bent, dan zeg je: strenge sancties of een zachtere aanpak, dat maakt dus niet uit’, zegt Maureen van der Pligt, bestuurder bij FNV Uitkeringsgerechtigden. Maar je kan het ook omdraaien: de stevige aanpak werkt dus ook duidelijk niet beter.
Vijf gemeenten presenteerden onlangs de resultaten van hun bijstandsexperimenten. De uitkomsten zijn wisselend. Wel stellen de gemeenten dat met een zachtere aanpak de uitstroom naar werk in ieder geval niet minder wordt. De aanpak doorzetten, vraagt om een verandering van de Participatiewet.
Ingewikkeld
De langverwachte uitkomsten van de experimenten met de bijstand in vijf gemeenten, die begin mei naar buiten kwamen, waren, kort gezegd, ingewikkeld. Er kwam in ieder geval geen wondermiddel uit naar voren: geen van de alternatieve methoden zorgde voor overweldigende resultaten. De geteste methoden, waarbij bijstandsgerechtigden minder regels, meer begeleiding of meer mogelijkheden tot bijverdienen kregen, leidden namelijk in veel gevallen niet of nauwelijks tot hogere baankansen.
Omdraaien
‘Kijk, als je een lullige criticaster bent, dan zeg je: strenge sancties of een zachtere aanpak, dat maakt dus niet uit’, zegt Maureen van der Pligt, bestuurder bij FNV Uitkeringsgerechtigden. Maar je kan het ook omdraaien, benadrukt Van der Pligt: de stevige aanpak werkt dus ook duidelijk niet beter. ‘En als het dan toch evenveel kost, doe het dan maar op een menswaardige manier’, vindt Van der Pligt.
Perspectief
Gronings wethouder Carine Bloemhoff (werk en participatie, PvdA) sluit zich daarbij aan: ‘Een aanpak op maat hoeft niet ten koste te gaan van uitstroom naar werk.’ Het is een verrassend perspectief: het gaat niet in de eerste plaats om het vergroten van de uitstroom naar werk (wat de overheid geld bespaart), maar eerst om de begeleiding van de bijstandsontvanger, en dan pas om de baankansen.
Met rust laten
Eén van de redenen waarom de resultaten geen eenduidig beeld schetsen, is omdat er opvallende verschillen zijn tussen de vijf gemeenten. Zo leek de ‘eigen regie’-groep in Wageningen het beter te doen dan de referentiegroep, maar die in Groningen juist slechter. Het zou een gevolg kunnen van een verschillende invulling van de onderzoeksopzet. Waar de gemeente Groningen bijvoorbeeld spreekt over het ‘volledig met rust laten van cliënten’, gaat het bij de gemeente Wageningen erom ‘mensen te waarderen in hun proactief gedrag’.
Containerbegrippen
Dan is het niet vreemd dat je variërende resultaten ziet, vindt Paul van der Aa, die als lector inclusieve arbeid aan Hogeschool Rotterdam onderzoek doet naar de dienstverlening van klantmanagers aan bijstandsgerechtigden. ‘Meer of minder begeleiding, of eigen regie, dat zijn containerbegrippen waarachter heel veel variatie kan schuilgaan. Dat vertroebelt de uitkomsten.’ Volgens Van der Aa zouden gemeenten minder mogen kijken naar de hoeveelheid begeleiding, en meer naar de kwaliteit en de inhoud ervan. ‘Als vier klantmanagers op papier dezelfde aanpak uitvoeren, kunnen zij daar in de praktijk verschillend invulling aan geven’, weet hij uit zijn eigen onderzoek.
Ruimte
Een aantal gemeenten, waaronder Utrecht, Groningen en Wageningen, willen bij het rijk aandringen voor meer experimenteerruimte binnen de Participatiewet. Wethouder Maud Hulshof (D66) van Wageningen had bijvoorbeeld liever een langer experiment gezien: ‘Dit soort onderzoek, waar we een behoorlijke verandering verwachten, van de bijstandsgerechtigde maar ook van de klantmanager, dat heeft gewoon een langere duur nodig, voordat gedrag erin slijt en je daarvan de resultaten ziet. Twee is jaar is heel kort.’ Ook zou ze bijstandsontvangers graag meer laten bijverdienen.
Productief
Oud-PvdA-wethouder Cees Liefting weet nog hoe moeilijk het is om verdergaande experimenten te realiseren. In 2017, toen de huidige experimenten werden opgezet, wilde hij een kleinschalig experiment met een basisinkomen uitvoeren in zijn gemeente Terneuzen. Hij werd eerst door toenmalig minister van sociale zaken Jetta Klijnsma teruggefloten, en vervolgens door zijn eigen gemeenteraad. Volgens hem wijken de experimenten die wél toestemming kregen in de kern niet af van de principes van de Participatiewet, omdat ze nog steeds gericht zijn op de doorstroom naar betaald werk. Terwijl dat niet voor iedereen haalbaar is. ‘Ik denk dat er ook mensen zijn die er wel bij horen, maar nooit productief zullen zijn. Daar hadden we vroeger de sociale werkvoorziening voor. Dat is door de Participatiewet allemaal weggevallen.’
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 10 van deze week (gratis inlog).
Het is een flauwekul onderzoek dat ook nog geld heeft gekost. Twee jaar een selecte groep bepaalde begeleiding geven of vrij laten is geen onderzoek.
Waar het om ging : vinden de groepen makkelijker werk.
Uitslag. NEE