Advertentie
sociaal / Column

Yes we can: jonge ambtenaren

Een maand geleden kwam mijn boek 'Het Innovatieplatform; innoveren in het centrum van de macht uit'. Het boek gaat over mijn tijd als secretaris van het Innovatieplatform. Het was nogal een worsteling, met als kortste samenvatting: 'Het was niet leuk, maar wel leerzaam'.

25 november 2008

Sinds mijn boek uit is heb ik meer dan honderd reacties gekregen, voor het merendeel van idealisten die zelf werken in de publieke sector. Een paar citaten: 'Eindelijk eens iemand die gewoon vertelt wat er gebeurt in Den Haag. Helaas bevestigt je verhaal mijn beeld en mijn kleinschaligere ervaring in mijn eigen organisatie.' 'Zo herkenbaar!'. 'Ik kom iedere dag weer thuis met verhalen van: wat ik nu weer heb meegemaakt?'

 

Ik moest aan al die reacties denken toen ik een onderzoek van het ministerie van BZK (juni 2008) vond met de titel 'Jong en gewild'. Het is een goed leesbaar onderzoek naar de aantrekkingskracht van de overheid op jongeren. Want de publieke sector vergrijst en heeft moeite mensen onder de dertig aan te trekken. De 'jongeren' die wel bij de overheid willen werken doen dat met een 'Yes we can!'-gevoel: 'Zesenzeventig procent van de jongeren bij de overheid vindt het kunnen doen van maatschappelijk nuttig werk een belangrijk aspect bij de keuze van een werkgever'. Dat is veelbelovend, denk je dan. Maar helaas, na hun eerste baan besluit ongeveer de helft om hun heil elders te zoeken. Bij het openbaar bestuur is dat percentage nog hoger: bijna 70 procent vertrekt vrijwillig. Het staat er echt: 70 procent! Het gevolg: het percentage jongeren bij de overheid daalt gestaag.

 

Dat zijn alarmerende statistieken. De regel bij Ajax is simpel: als de jeugdopleiding nu de beste van Nederland is wordt de club over tien jaar kampioen. Voor de publieke sector geldt dat ook: zonder voldoende jong talent kunnen we een goed functionerende overheid over tien jaar op onze buik schrijven. Wat te doen?

 

De vraag is: hoe zou het komen dat zoveel twintigers het zo snel voor gezien houden? Als belangrijkste reden voor hun vertrek (genoemd door 59 procent van de afvalligen) noemen jongeren de inhoud van het werk. 'He?', hoor ik u denken. Driekwart was toch juist gemotiveerd vanwege de inhoud? Dat is dus vies tegengevallen. De tweede reden voor vertrek (58 procent) is de (beperkte) loopbaanmogelijkheden. Ja, geen wonder, die vergrijsde prop zit voorlopig nog stevig in het zadel. De wijze van sturing van de organisatie noemt 54 procent, en 53 procent is niet te spreken over de manier van leiding geven. De helft van de jongeren die het voor gezien houden noemt het gebrek aan zelfstandigheid als reden.

 

Als ik mezelf toesta wat te hineininterpretieren: Geen zelfstandigheid door controlerend management, demotiverende sturing en geen kans om te groeien. Geen wonder dat de inhoud tegenviel. Je bent nog geen dertig en je wilt graag werken aan een betere wereld. Je denkt: ik ga dat doen binnen de overheid. Na een tijdje weet je wel beter: 'No we can't'. Het is hier een verstikkende boel. Wegwezen!

 

Gelijk hebben ze. 'Hoe is het mogelijk dat de overheid nog functioneert met zulke aardige mensen en samen zo weinig slagkracht', schreef één van de lezers aan me. Ik vraag het me ook regelmatig af. Het wachten is op de voorspelbare marketingcampagne om twintigers te interesseren voor werk binnen de publieke sector. Maar pas als we er in slagen om echt ruimte te maken voor vernieuwing in de publieke sector zullen die jonge mensen bereid om hun idealen blijvend via de overheid te verwezenlijken.

 

Frans Nauta

 

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Wouter Joosten
Beste Frans, je conclusies kan ik onderschrijven en het rapport wat je aanhaalt heb ik standaard in mijn werktas zitten. Als het gesprek over jonge ambtenaren gaat dan kan ik direct het rapport erbij pakken en laten zien dat ik niet uit frustratie praat maar uit passie, mijn passie voor een efficiënt en effectief bestuur.

Ik heb gelukkig een vrij dikke huid en ik ben nogal eigenwijs dus ik blijf dagelijks positief en ik hoop dat beetje-bij-beetje mijn generatie, ik ben zelf 29 jaar, meer invloed krijg op het P&O-beleid bij overheden.
Persoonlijk probeer ik op mijn eigen manier bij te dragen, o.a. door bestuurslid te zijn bij FUTUR, www.futur.nl, en zo in contact te raken met beslissers.

Zoals iedere cultuurverandering is het een kwestie van de lange adem. Ik heb begrepen dat een cultuurverandering 1 generatie nodig heeft. Dus wellicht dat over 25 jaar deze zaken zijn veranderd.
Dan hoop ik alleen dat mijn generatie haar lessen niet verleerd is.

Ten slotte, de overheden zullen binnenkort wel moeten erkennen dat er iets dient te veranderen. Uit het rapport "Jong en Gewild" komt ook naar voren dat de komende 10 jaar de helft van alle afgestudeerde academici bij de verschillende overheden moeten gaan werken om de uitstroom door pensionering op te vangen. Oftewel, men moet flink aan de bak!

PS Je boek biedt inderdaad veel herkenning met name voor mijn persoonlijk wat ik heb meegemaakt op het gebied van organisatievernieuwing.
Advertentie