Advertentie
sociaal / Nieuws

Gemeente maken potje van Wmo-toezicht

Het toezicht op de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) door gemeenten is slecht. Dit concludeert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).

21 december 2021
loep---pixabay.jpg

Het toezicht op de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) door gemeenten is belabberd. Dit concludeert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Al in 2019 constateerde de IGJ dit. Sindsdien is er eerder sprake van verslechtering dan van verbetering. Wethouders beloven hun leven te beteren. Ze voelen niets voor de komst van een landelijke toezichthouder.

Onvoldoende kwaliteit

Gemeenten zijn sinds 2015 niet alleen verantwoordelijk voor de maatschappelijke zorg, maar ook op het toezicht daarop. De IGJ controleert in opdracht van het ministerie van VWS of gemeenten die taak goed oppakken. Nee, is daar het antwoord op. In 2019 niet en in 2020 is het toezicht zelfs verslechterd. Vanwege corona hebben gemeenten en hun toezichthouders vorig jaar het Wmo-toezicht gestopt, uitgesteld of anders dan normaal uitgevoerd. ‘Het niveau van de kwaliteit van het Wmo toezicht is nog steeds te laag, net zoals in voorgaande jaren het geval was’, concludeert de IGJ in haar rapport ‘Wmo toezicht 2020’.

 

Voorkant

Wethouders erkennen het belang van goed toezicht, maar het ontbreekt vaak aan tijd en capaciteit om de toezichtstaak goed te regelen, zo blijkt uit gesprekken die de IGJ met wethouders heeft gevoerd. Anderen geven aan dat via inkoop en contractmanagement beter op kwaliteit kan worden gestuurd dan door sec een toezichthouder op pad te sturen. Deze groep gemeenten hoopt er via ‘de voorkant’ al voor te zorgen dat de kwaliteit van Wmo-ondersteuning goed is, zodat ingrijpen aan de ‘achterkant’ (toezicht) niet of minder nodig is. ‘Screening van nieuwe aanbieders speelt daarbij dan bijvoorbeeld een belangrijke rol’, aldus de IGJ.

 

Signalen

Wethouders van gemeenten met minder dan 25.000 inwoners hebben geen fors opgetuigd toezicht nodig, vinden ze. Signalen over kwaliteitsproblemen liggen al snel in het gemeentehuis, waarop een stevig gesprek met de aanbieder volgt en/of het contract met de slecht presenterende aanbieder wordt beëindigd, zo vertelden wethouders aan de IGJ.

 

Strengere inkoop

Gemeenten zien niets in een wettelijk minimumbedrag dat zij aan Wmo-toezicht zouden moeten uitgeven. Dat is iets dat aan gemeenten zelf moet worden overgelaten. Dat geldt ook voor het landelijk regelen van het toezicht. Gemeenten zien liever dat de landelijke overheid hen ondersteunt in het uitvoeren van deze taak. ‘Liever meer faciliteren dan centraliseren’, stelde een wethouder aan de IGJ. Daarnaast zien gemeenten meer heil in regionale samenwerking, strengere inkoop en hogere toelatingsdrempels. In nieuwe inkooprondes willen gemeenten daarop inzetten. Ze willen gaan werken met hogere kwaliteitseisen en een strengere selectie aan de poort.  

 

Calamiteiten

Gemeenten stelden in 2020 minder vaak een onderzoek na een calamiteit in dan het jaar daarvoor, zo blijkt verder uit het IGJ-rapport. In 67 procent van de gemeenten is geen enkele melding van een calamiteit binnengekomen. In 2019 lag dat percentage op 56 procent. Na een melding van een calamiteit wordt steeds minder vaak onderzoek gedaan. In 2019 deed 60 procent van de gemeenten geen onderzoek na een calamiteit; vorig jaar is dat percentage gestegen naar 70 procent. Het aantal maatregelen dat werd getroffen daalde van 475 in 2019 naar 248 in 2020.

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

H. Wiersma / gepens.
Het WMO-toezicht behoort bij het Rijk. Als gemeenten dat moeten doen betekent dat de zij (mede) hun eigen eigen vlees moeten gaan keuren. Dat lijkt me niet de bedoeling.

Overigens kan dit toezicht beperkt blijven tot vooral de specialistische jeugdhulp en het handelen van gemeenten in zijn algemeenheid bij de uitvoering van de WMO-taken in relatie tot de wetgeving.
Tim La Gordt Dillié / toezichthouder/interim manager sociaal domein
Van belang om onderscheid te maken in het toezicht op de kwaliteit en het toezicht op rechtmatigheid. Het is zeker goed om aan de 'voorkant' de eisen bij contractering strak te beschrijven. Mijn ervaring is evenwel dat de zorgcowboys uitermate goed op de hoogte én in staat zijn om te voldoen aan de formele eisen. Inclusief HKZ-certificering, kwaliteitscyclus, een prachtig digitaal cliëntendossier etc. etc. De cowboys hebben hun sjaaltje inmiddels door een wit boord vervangen. In Arnhem halen we dit jaar ruim een miljoen euro naar boven aan onrechtmatig gefactureerd. En het betreft allemaal gevestigde aanbieders die al jaren een contract hebben. Dus erop uit trekken en actief onderzoek doen is niet alleen lonend maar wat mij betreft ook de plicht van elke gemeente. En bij dit alles speelt de gemeentegrootte echt geen rol. Aan de slag!
Advertentie