Weg met de riedel aan weigeringsgronden
Nou, mooi niet, zei het Hof Arnhem-Leeuwarden in een zaak waarin een groep gemeenten de wettelijk verankerde vrije keuze in de (Wmo)zorg trachtte te ondermijnen. De groep vond dat ze voldoende zorg had ingekocht en daar moesten de inwoners het mee doen. Niks eigen regie, niks zorgkeuze.
Mooi niet dus. De burger, die dat wil, moet kunnen kiezen, even kort door de bocht. De uitspraak van het Hof is in lijn met jurisprudentie voor de gezondheidszorg/ggz, waar de zorgkeuze ook wettelijk is geregeld. De zorgverzekeraars maakten hier een potje van totdat de Hoge Raad er in 2014 een stokje voor stak in zijn Hinderpaalarrest. Hinderpalen en stokjes, ha! Hoewel, ze schijnen zich er sluipenderwijs niet veel van aan te trekken - leve de onlangs opgerichte stichting Zorghuis die opkomt voor de vrije zorgkeuze (18+). Moet ook gelden voor de 18-min-hulp, toch? Marc Dullaert heeft onlangs als voorzitter van KidsRights uitgesproken dat gemeenten de ‘vrije’ toegang tot jeugdhulp/ggz niet mogen dichttimmeren met ingekocht aanbod. Want zo blijft er van de - ook in de Jeugdwet geregelde - zorgkeuze weinig over. Hij pleit sowieso vóór vraaggestuurde zorg.
Vraaggestuurde zorg kan (hoeft niet) vorm krijgen in een persoonsgebonden budget - sommigen pleiten voor een persoonsvolgend budget. De Jeugdwet kent voorwaarden, waaraan veel gemeenten een hele riedel procedures en vooral weigeringsgronden hebben geplakt. Dat is een bron van ellende bij complexe of redelijk acute situaties. Het werpt hoge drempels op en geeft zorgvernieuwing zo geen ruimte. Argumenten voor vraaggestuurde zorg(keuze):
- 30% van het effect van therapie komt door de goeie klik tussen client-hulpverlener. De keuze voor een specifieke niet-ingekochte zorgverlener is dan een argument.
- De meeste gecontracteerde instellingen werken met standaardprogramma’s; dat is prima, maar cliënten die zorg op maat behoeven, komen hier niet mee uit.
- Tijdige zorg in de thuissituatie (‘outreachend’) via de omweg van het wijkteam en/of bij de ingekochte instellingen is vaak niet te doen met als gevolg sluipende wachttijden.
- Instellingen hebben veelal een afgrenzing in wat ze wel en niet doen: je doet opvoedhulp of GGZ of langdurige zorg etc. Bovendien zijn de aangeboden programma’s in tijd vaak beperkt. Dit betekent dat je bij complexe zorgvragen toch weer te maken krijgt met meerdere hulpverleners na of naast elkaar.
- Instellingen hebben hun processen vaak (nog?) ingericht op wat de instelling nodig heeft en niet op wat de client nodig heeft.
- Instellingen, behalve crisisdiensten, werken overwegend met ambulante hulp binnen kantooruren. Als je hulp nodig hebt daarbuiten, kun je die vaak niet of niet op tijd vinden bij de ingekochte zorg - nog een argument voor uitwijk naar eigen keuze, die de gemeente dan wel financieel ondersteunt - dit kan (en moet) ook volgens wet en jurisprudentie.
Toegang tot jeugdhulp met ruimte voor eigen keuzes, daar pleit ik voor. Gemeenten kunnen aanvullende voorwaarden stellen, maar dat mag er niet toe leiden dat de weg naar eigen gekozen zorg vol tijdrovende en/of onneembare hobbels zit. Anders krijg je onnodige uithuisplaatsingen of dooie kindertjes, om het even demagogisch te stellen.
Mechtild Rietveld
Meer columns van Mechtild Rietveld leest u hier.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.