Advertentie
sociaal / Column

Wanneer keert het tij?

Al jarenlang wordt het veld van de schuldhulpverlening getekend door een toename van het aantal aanvragen. Ook in 2010 was er wederom sprake van een flinke stijging. Alleen al bij de leden van de branchevereniging NVVK vroegen vorig jaar 80.000 huishoudens om hulp. Aangezien niet alle schuldhulpverlenende organisaties bij deze vereniging lid zijn, mogen we aannemen dat we vorig jaar het magische en tragische getal van de 100.000+ zijn gepasseerd. De aanhoudende opmars van huishoudens die professionele hulp zoeken voor hun schulden, roept de vraag op wanneer het tij keert. Gezien de nieuwe groepen die bijdragen aan de toename en het perspectief dat hen kenmerkt, kon het nog wel eens lang duren voor het eb in zicht komt.

29 april 2011
Al jarenlang wordt het veld van de schuldhulpverlening getekend door een toename van het aantal aanvragen. Ook in 2010 was er wederom sprake van een flinke stijging. Alleen al bij de leden van de branchevereniging NVVK vroegen vorig jaar 80.000 huishoudens om hulp. Aangezien niet alle schuldhulpverlenende organisaties bij deze vereniging lid zijn, mogen we aannemen dat we vorig jaar het magische en tragische getal van de 100.000+ zijn gepasseerd. De aanhoudende opmars van huishoudens die professionele hulp zoeken voor hun schulden, roept de vraag op wanneer het tij keert. Gezien de nieuwe groepen die bijdragen aan de toename en het perspectief dat hen kenmerkt, kon het nog wel eens lang duren voor het eb in zicht komt.


Al jarenlang wordt het veld van de schuldhulpverlening getekend door een toename van het aantal aanvragen. Ook in 2010 was er wederom sprake van een flinke stijging. Alleen al bij de leden van de branchevereniging NVVK vroegen vorig jaar 80.000 huishoudens om hulp. Aangezien niet alle schuldhulpverlenende organisaties bij deze vereniging lid zijn, mogen we aannemen dat we vorig jaar het magische en tragische getal van de 100.000+ zijn gepasseerd. De aanhoudende opmars van huishoudens die professionele hulp zoeken voor hun schulden, roept de vraag op wanneer het tij keert. Gezien de nieuwe groepen die bijdragen aan de toename en het perspectief dat hen kenmerkt, kon het nog wel eens lang duren voor het eb in zicht komt. 


De eerste aanleiding voor deze sombere veronderstelling ligt bij de jeugd. Steeds meer jongeren maken schulden en steeds vaker lopen die zo hoog op dat ze een beroep doen op de schuldhulpverlening. In de periode 2007 – 2010 was er bijna sprake van een verdubbeling van het aantal aanvragen door jongeren. De nieuwste mobiel, dat stoere jack of dat hippe concert: de verleidingen zijn voor velen te groot. Bij jongeren zijn de schulden vaak geen gevolg van pech in het leven maar een gedragsissue. Helaas betekent dit ook dat als we niet collectief inzetten op een gedragsverandering bij deze groep de toename die we nu bij de tieners en begin twintigers zien de komende jaren gewoon mee opschuift.


Een tweede aanleiding ligt in de combinatie van politiek-maatschappelijke ontwikkelingen en specifieke groepen. Schuldhulpverleners constateren dag in dag uit dat de crisis nog steeds doorwerkt bij bepaalde groepen huishoudens. Meer huishoudens met hogere inkomens, steeds vaker eigen huizenbezitters en/of ZZP-ers. De opmars van deze nieuwe groepen vindt ook nog steeds plaats. Zo lang de huizenmarkt op slot blijft, zullen schuldsituaties als gevolg van onfortuinlijke of gedwongen verkopen blijven toenemen. En ook de minima houden behoefte aan effectieve schuldhulp.  Als het aan het kabinet ligt, verlagen we de bijstandsuitkering de komende jaren, beperken we de toegang tot het minimabeleid op 110% bijstandsniveau en voeren we de Wet werken naar vermogen in. Gezien de grote bezuinigingen in deze hoek is het maar de vraag wat gemeenten over drie of vier jaar nog kunnen betekenen voor mensen zonder werk. In een langdurige uitkeringssituatie wordt een kleine schuld al snel problematisch. Een keer de (sinds een half jaar flink verhoogde) griffierechten en incassokosten en het wordt met een minimuminkomen al een hele toer om niet te vervallen in gaten-met-gaten vullen. 


De derde aanleiding is de toename van het beroep dat ouderen doen op de schuldhulpverlening. Vijf jaar geleden kwam de groep 65+ eigenlijk helemaal niet voor in de statistieken van de schuldhulpverlening. Maar in 2010 lijken ze voor het eerst echt een substantieel deel van de aanvragen voor hun rekening te nemen. Met woon-zorgconcepten creëren we steeds meer mogelijkheden voor ouderen om lang zelfstandig te blijven wonen, maar  hierbij is er niet automatisch aandacht voor de financiën.  Ergens gaat er wel iets mis als we medisch alles regelen maar vergeten dat het op orde houden van je financiën ook een basisbehoefte is. Het gegeven dat de groep 65+ groeit is wel een serieus signaal. Uit talloze onderzoeken naar niet-gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen blijkt telkens weer dat het niet-gebruik bij deze groep een extra dimensie kent. Naast onwetendheid over de voorzieningen of onmacht om ze aan te vragen, speelt bij deze groep ook veel vaker trots en behoefte een rol. Opgegroeid in een hele andere tijd, hebben veel ouderen een andere verhouding tot geld. Je spaart voordat je koopt en je zet de tering naar de nering. Het gegeven dat de groep op wie het voorgaande in verhouding zo vaak van toepassing is inmiddels ook de weg naar de schuldhulp zoekt, is een zorgelijk signaal.


Als je het bovenstaande op je in laat werken dan zien we dus een toename bij jong, oud en specifieke groepen. Een column over de groepen waar we geen toename zien van de schuldenproblematiek was waarschijnlijk aanmerkelijk korter geweest. En voor geen van de groepen geldt dat we een directe aanleiding hebben om te veronderstellen dat hun behoefte aan schuldhulpverlening in 2012 of 2013 zo veel lager zal zijn. Kortom, het tij is nog niet gekeerd.


En wat betekent dat voor gemeenten? Dat de opgave ‘meer met minder’ op het terrein van de schuldhulpverlening echt meer (want aanvragen) met minder (want bezuinigingen) is. De meeste gemeenten zijn op dit moment bezig om de bezuinigingsopgave op de schuldhulp in te vullen. En die is echt flink: de tijdelijke middelen schuldhulp van het rijk vallen weg, het rijk kort 20 miljoen op het gemeentefonds en daarbovenop ontkomt ook de schuldhulp vaak niet aan de brede gemeentelijke bezuinigingsopgave. 


Met lede ogen zie ik een aantal gemeenten terugvallen op de oude (bezuinigings)strategieën: stellen van inkomensgrenzen, doelgroepenbeleid, eigen bijdragen et cetera zonder eerst de mogelijke alternatieven na te gaan. Wel wordt ik enthousiast van de nieuwe concepten die anderen (samen met mij) zoeken. Flexdienstverlening: een schuldenaar doet zelf wat hij zelf kan en de schuldhulpverlener doet alleen datgene wat iemand niet zelf kan. Een soort jobcarving. Motivatie als selectiecriterium: nagaan wie het eigen gedrag wil en kan veranderen en waar zinvol hen daarbij op weg helpen. Klantprofielen, een screeninings- en diagnoseinstrument: stappen om doordacht en professioneel te segmenteren en zo te bepalen wie welke ondersteuning krijgt. De mogelijkheden van de schuldenaar zijn hier bepalend. Turbosaneren: door de aflossingscapaciteit te schatten en vorderingen te kopen, proberen om de doorlooptijd te verkorten. Kortere doorlooptijd betekent minder klantcontact en dus ook bezuinigen. En last but not least: schuldpreventie. Want voorkomen is beter dan genezen.


Maar eenvoudig is het niet. Net als de meeste velden heeft ook de schuldhulp nog wel wat vet op de botten. Is ook meer met minder hier echt mogelijk. Maar in een context van een jarenlange toename van het aantal aanvragen, de verwachting dat die nog wel even aanhoudt en de bezuinigingen, komt er ook een moment dat de nieuwe concepten die we nu uitwerken niet meer voldoende zijn. Als we echt denken dat het aantal aanvragen blijft toenemen, dan begint wellicht ook de tijd aan te breken om na te denken over de fundamentele opbouw van ons stelsel van schuldhulpverlening. Zonder de opgave van 2012 (meer met minder) los te laten, ga ik ook graag met het veld de uitdaging aan om eens voorzichtig na te denken over de manier waarop de schuldhulpverlening er in 2020 uitziet.   

 

Nadja Jungmann


Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

maria / werkzoekende soc.juridisch medewerkster, wwb client
We zullen ons niet alleen moeten afvragen over de fundamenten van ons stelsel van schuldhulpverlening.
Je kunt het niet meer op het individu schuiven nu een steeds grotere groep structureel niet meer rond kan komen.

Werkt ons systeem in Nederland nog?
Blijkbaar voor een steeds grotere groep in Nederland niet. Alleen zit deze groep meestal niet op de beleidsstoelen.
Welke keuzes durven de mensen te maken die nu het beleid,regels,systemen verzinnen?
Succes, sterkte, denk niet alleen aan eigen knip.
Advertentie