Slachtofferopvang loopt spaak door woningcrisis
'Wij lopen langs het randje, het gaat allemaal nog net goed.'
Slachtoffers van huiselijk geweld verblijven, door het tekort aan sociale huisvesting, langer in opvanglocaties dan wenselijk. Dat zorgt voor volle opvanghuizen. Duidelijke landelijke cijfers ontbreken echter. Regio’s en vrouwenorganisaties hanteren verschillende definities, registraties en rekeneenheden. Hierdoor is het lastig om zicht te krijgen op de totale landelijke capaciteit.
Signalen
'Wij hebben niet de cijfers van de centrumgemeenten paraat, maar uit contact met onze leden blijkt dat dit door het hele land speelt', zegt Esmé Wiegman, directeur bij Valente. Bij de brancheorganisatie zijn 70 opvangorganisaties aangesloten. 'De grootste druk wordt ervaren in de grote steden'. De moeizame uitstroom bij opvanghuizen is volgens Wiegman al langer een probleem maar wordt zichtbaarder nu meerdere gemeenten een piek ervaren in het aantal slachtoffers dat een veilige plek nodig heeft.
Hotel
Eerder deze week schreef het Parool over overvolle opvanghuizen van de Blijf Groep in Amsterdam. Het aantal gevallen van huiselijk geweld in de regio Amsterdam is volgens de krant de afgelopen maanden zo sterk toegenomen dat slachtoffers niet meer terechtkunnen in de reguliere opvang. De slachtoffers, meestal vrouwen en kinderen, worden opgevangen in een hotel.
Ook in Eindhoven nam de instroom van het aantal slachtoffers in opvanghuizen toe en hapert de doorstroming. 'Wij lopen langs het randje, het gaat nog allemaal net goed,' zegt Raoul Bakkes directeur bij opvangorganisatie Neos. Meldt iemand zich voor de crisisopvang dan kan de organisatie dat nog net aan. 'Voor meer ademruimte en een betere doorstroming zijn wij in samenwerking met de gemeente en woningcorporaties bezig om een aantal woningen vrij te spelen. Maar dat is gewoon heel lastig.'
Geen schommelingen
Veilig Thuis ziet in haar cijfers geen schommelingen in het aantal meldingen en informatieverzoeken. Wel lijkt het aantal slachtoffers dat wordt doorverwezen naar bijvoorbeeld een blijf-van-mijn-lijfhuis iets toegenomen. Dat er landelijk sprake is van een hogere druk op opvanghuizen herkent de organisatie echter niet. Wel maakt Veilig Thuis zich zorgen over de situatie op de huizenmarkt. 'Met de instroom is niet zozeer iets aan de hand maar het wordt lastig als mensen die eigenlijk zouden moeten doorstromen naar een normale woning, in de noodopvang blijven,' laat een woordvoerder weten.
Landelijke monitor
Op dit moment ontbreekt een gezamenlijk landelijk beeld. Valente en de VNG verkennen nu met hun achterban de mogelijkheden voor een landelijke monitor om meer zicht te krijgen op de beschikbaarheid van opvangplekken in de regio. 'Het doorbreken van de intergenerationele overdracht van geweld in gezinnen vraagt om regionaal en landelijk zicht op de vraag van en het aanbod voor slachtoffers en deze goed op elkaar te laten aansluiten,' zegt een woordvoerder van de VNG. Daarnaast kan een monitor een middel zijn om te signaleren welke knelpunten in de in- en uitstroom met voorrang opgepakt moeten worden.
Eerder signaleren
Volgens Wiegman wordt nu druk onderzocht hoe de druk op de opvanghuizen kan worden verminderd. 'Door vroegtijdig te signaleren kun je aan de slag met aandacht voor het hele gezinssysteem. Wat heeft de pleger nodig? Welke slachtoffers zijn er? Welke patronen zijn zichtbaar en hoe kun je dingen doorbreken? Het is natuurlijk ontzettend belangrijk dat je escalatie en voortduring van geweld weet te voorkomen en stoppen.'
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.