Migranten van buiten Europa vaak in bijstand
Na correctie van relevante kenmerken neemt het verschil af.
Er zijn verhoudingsgewijs veel bijstandsgerechtigden met een herkomst buiten Nederland, in het bijzonder buiten Europa. Dat blijkt uit een publicatie van Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daarentegen ontvangt de tweede generatie aanzienlijk minder vaak bijstand.
Eerder onderzoek liet zien dat deze verschillen niet volledig samenhangen met verschillen in leeftijd, geslacht en opleidingsniveau tussen herkomstgroepen. Maar er zijn meer relevante achtergrondkenmerken die samenhangen met het gebruik van de bijstand, zoals gezondheid, huishoudenssamenstelling, en of een persoon een andere uitkering ontvangt of studeert waardoor er geen recht is op bijstand. Het CBS onderzocht in hoeverre de verschillen tussen herkomstgroepen in bijstandsafhankelijkheid samenhangen met deze extra achtergrondkenmerken.
Asiel
Gedurende het eerste kwartaal van 2022 ontving 4,2 procent van de Nederlandse bevolking een bijstandsuitkering. Met name migranten uit buiten-Europese landen ontvingen vaak bijstand. Daar staat tegenover dat de tweede generatie aanzienlijk minder vaak bijstand ontving dan de eerste generatie (de migranten). ‘Bij personen die zich nieuw in Nederland vestigden is de bijstandsafhankelijkheid hoog, met name bij personen die als migratiemotief asiel hebben. De bijstandsafhankelijkheid neemt wel af bij een lagere verblijfsduur’, concludeert het CBS.
Opleidingsniveau
Daarnaast keek de onderzoeksinstantie naar relevante kenmerken, zoals leeftijd, geslacht, type huishouden, het volgen van een studie, het ontvangen van andere uitkeringen, zorggebruik en opleidingsniveau. Na correctie van deze kenmerken neemt het verschil af. Zo geldt voor de tweede generatie die vaker dan gemiddeld bijstand ontvangen – Turkse, Marokkaanse, Surinaamse, en Nederlands-Caribische Nederlanders – dat er met name een afname plaatsvindt na correctie voor opleidingsniveau. Ondanks deze correcties blijft er een verschil bestaan.
Aanzienlijk minder bijstandsgerechtigden voor een (welke) tweede generatie is zoiets als van 90% naar 70%. Positief maar verdient een heel stevige aantekening in plaats van onder dat tapijt terecht te komen.
Waarom wordt hier de religie van de ontvangers niet meegenomen. Dat zijn toch weldegelijk relevante achtergrondkenmerken.