Welke afspraken maken gemeenten over duurzaamheid?
Een analyse op basis van coalitieakkoorden.
Hoeveel aandacht hebben de Nederlandse gemeenteraden voor duurzaamheid en in het bijzonder voor de energie- en warmtetransitie in de coalitieperiode 2022-2026? En in hoeverre komen de onderwerpen uit het landelijk coalitieakkoord 2021-2025 op dit gebeid aan bod in de gemeentelijke coalitieakkoorden? Wij zochten het uit door van 24 gemeenten de coalitieakkoorden te onderzoeken.
Duurzaamheid, (groene) energie opwekken én besparen krijgen steeds meer aandacht in de Nederlandse politiek, zowel landelijk als lokaal. Van Dam & Oosterbaan zocht uit of er verschillen zijn in belangstelling voor deze onderwerpen tussen grote en kleine gemeenten en of hun aanpak verschilt met wat in het landelijk coalitieakkoord is vastgelegd. Onze analyse is gebaseerd op een steekproef onder 24 gemeenten. Uit elke provincie hebben we twee gemeenten gekozen; één grote en één kleine.[1]
Onderzoeksthema’s
In ons onderzoek hebben we de coalitieakkoorden onderzocht op een aantal duurzaamheidsthema’s. Twee terugkerende thema’s zijn de energie- en warmtetransitie. Daarnaast zagen we binnen de onderwerpen ‘inwoners’ en ‘woningen/vastgoed’ ook aandacht terugkomen voor duurzaamheid. Een laatste, algemeen thema is de klimaat-/energieneutraliteitsdoelstelling van gemeenten.
Bevindingen
Binnen de hierboven genoemde thema’s hebben we per coalitieakkoord gekeken welke (sub)onderwerpen vaak werden genoemd. Per thema hebben we een overzicht opgesteld met het (afgeronde) percentage gemeenten dat dit thema heeft benoemd, en of dit in het landelijke coalitieakkoord ook is genoemd. De opvallendste conclusies binnen het thema vind je onder het overzicht. Waterstof vind je terug in zowel het overzicht van de energie- als de warmtetransitie, omdat het voor beide transities kan worden ingezet.
Energietransitie (elektriciteit)
|
Landelijk |
Grote gemeenten |
Kleine gemeenten |
Netcongestie |
Ja (in energie-infrastructuur investeren) |
33% |
17% |
Batterijen |
|
17% |
8% |
Smart grid |
|
8% |
0% |
Windenergie |
Ja (wind op zee) |
67% |
58% |
Zon-op-dak |
Ja |
67% |
75% |
Zon-op-land |
|
50% |
67% |
Dubbel ruimtegebruik zonne-energie |
|
33% |
17% |
Waterstof |
Ja (productie en import) |
42% |
25% |
Opvallendheden:
Netcongestie is een probleem waar gemeenten indirect invloed op hebben. Als het gaat om het verzwaren van het net dan ligt deze verantwoordelijkheid/verandermogelijkheid bij netbeheerders. Gemeenten kunnen in hun contacten met netbeheerders wel aanduiden waar voor hen de problemen spelen. Daarnaast kunnen gemeenten natuurlijk ook sturen op vermindering van het energieverbruik, zodat netcongestie afneemt.
Relatief weinig gemeenten (van de grote en kleine gemeenten samen slechts een kwart) spreekt over netcongestie in hun coalitieakkoorden, terwijl dit op veel plaatsen in Nederland wel een urgent probleem is. De gemeenten die netcongestie wél hebben genoemd in hun akkoorden, bevinden zich in gebieden waar netcongestie het vaakst opspeelt (Noord- en Zuid-Holland en Utrecht).
Een ander opvallend gegeven zien we terug bij windenergie. 15 van de 24 gemeenten (ruim 60%) noemen windenergie in hun coalitieakkoord. De verdeling is evenwichtig (8 grote gemeenten om 7 kleine gemeenten), maar de achterliggende boodschap bij het benoemen van windenergie verschilt. Waar de 8 grote gemeenten windenergie als een oplossing zien, zien 4 van de 7 kleine gemeenten het enkel in kleinschalige vorm als een oplossing, terwijl de andere 3 gemeenten juist terughoudend zijn of zelfs stellig aangeven dat ze géén windenergie in hun gemeente willen.
Maar liefst 70% van de onderzochte gemeenten ziet zon-op-dak als een mogelijkheid voor duurzame opwek van energie. Ook hierin is de verdeling tussen grote en kleine gemeenten evenwichtig. Dit in tegenstelling tot zon-op-land, wat in een kleine 60% van de akkoorden terugkomt. Kleine gemeenten zien hier, net als bij windenergie, minder heil in: 5 van de 8 kleine gemeenten willen juist géén zonne-energie op het grondoppervlak ontwikkelen. Bij de grote gemeenten lezen we zon-op-land wel in alle akkoorden terug als mogelijkheid.
Warmtetransitie
|
Landelijk |
Grote gemeenten |
Kleine gemeenten |
Aquathermie |
Ja |
25% |
8% |
Geothermie |
Ja |
33% |
8% |
Groen Gas |
|
8% |
17% |
Waterstof |
Ja (productie en import) |
42% |
25% |
Opvallendheden:
Een algemene conclusie is dat gemeenten over de gehele breedte minder aandacht in hun coalitieakkoorden besteden aan de warmtetransitie dan aan de energietransitie. De frequentie waarmee onderdelen uit de warmtetransitie worden genoemd ligt beduidend lager. We zien ook dat grote gemeenten meer aandacht schenken aan aqua- en geothermie dan kleine gemeenten. Aqua- en geothermie worden door 7 grote gemeenten genoemd, tegenover 2 kleine gemeenten. We zien verder geen opvallende verschillen tussen de grote en kleine gemeenten.
Inwoners - duurzaamheidsaspecten
|
Landelijk |
Grote gemeenten |
Kleine gemeenten |
Coaching |
|
8% |
33% |
Duurzaamheidsinitiatief vanuit inwoners |
|
17% |
8% |
Burgerberaad |
|
8% |
8% |
Energieloket |
|
8% |
33% |
Energiearmoede |
|
67% |
25% |
Financiële regelingen |
Ja |
42% |
42% |
Opvallendheden:
Kleine gemeenten zien duidelijk meer heil in coaching en/of een energieloket waar inwoners en ondernemers met vragen over energie en duurzaamheid terecht kunnen dan grote gemeenten. Waar 8 kleine gemeenten dit als nuttig hulpmiddel zien noemen slechts 2 grote gemeenten dit in hun akkoorden. We zien wel dat zowel grote als kleine gemeenten financiële regelingen voor verduurzaming vaak noemen als een middel voor inwoners en ondernemers om hun panden of voorzieningen te verduurzamen. Grote gemeenten noemen energiearmoede vaker in hun akkoorden dan kleine gemeenten (8 tegenover 3).
Woningen/vastgoed - duurzaamheidsaspecten
|
Landelijk |
Grote gemeenten |
Kleine gemeenten |
Verduurzamen op natuurlijke momenten |
|
8% |
8% |
Energiebesparing/ verduurzaming woningen |
Ja |
42% |
33% |
Verduurzaming gemeentelijk vastgoed |
|
42% |
25% |
Corporatiewoningen verduurzamen |
Ja |
58% |
25% |
Opvallendheden:
Het merendeel van de gemeenten ziet, los van duurzame warmte- en elektriciteitsopwekking, energiebesparing/verduurzaming van woningen en ander vastgoed als een belangrijk middel om aan de klimaatdoelstellingen te voldoen. Een kleine 60% van de onderzochte gemeenten benoemt dit in hun coalitieakkoord, waarbij opvalt dat vooral grote gemeenten dit doen: 10 keer, tegenover 4 kleine gemeenten. Dit zien we ook als we kijken naar het verduurzamen van de woningcorporatiewoningen: ook hier noemen meer grote (7) dan kleine (3) gemeenten dit als een oplossing voor de klimaat- en duurzaamheidsopgave.
Conclusie
Zoals u heeft kunnen lezen, zijn er wel degelijk verschillen waar te nemen tussen grote en kleine gemeenten. Waar deze verschillen door veroorzaakt zouden kunnen worden, is een interessant thema voor een volgend onderzoek, maar een aantal verschillen proberen we hieronder vooruitlopend op dit onderzoek alvast te duiden.
Een opvallend verschil vonden we in windenergie en zonneparken: grote gemeenten lijken deze toepassingen te omarmen als oplossingsrichtingen in de energietransitie, terwijl de kleine gemeenten juist heel terughoudend zijn. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat windmolens en zonneparken beeldbepalend kunnen zijn en als horizonvervuiling kunnen worden gezien; in kleine gemeenten heeft dit dan een relatief grotere impact dan bij grote gemeenten, waar vaak al grotere en hogere gebouwen aanwezig zijn en windmolens en zonneparken minder opvallen.
Daarnaast zagen we dat grote gemeenten vaker aqua- en geothermie noemden in relatie tot de warmtetransitie. Dit zou verklaard kunnen worden doordat dit nog vrij nieuwe technieken zijn die grote investeringen vergen, waardoor grote gemeenten dit sneller zien als een mogelijke oplossing. Of dit de verklaring is, zou verder onderzocht moeten worden.
Coaching en/of een energieloket komen vaker terug in coalitieakkoorden van kleine gemeenten. Een reden hiervoor kan zijn dat kleine gemeenten dichter bij hun inwoners kunnen staan, puur door het feit door de schaalgrootte van de gemeente en het ambtenarenapparaat, waardoor men sneller klaar kan staan voor de inwoners. Er zullen immers (in absolute aantallen) minder mensen gebruik maken van deze regelingen in een kleine gemeente dan in een grote gemeente.
Datagedreven duurzaamheid
In de landelijke en gemeentelijke coalitieakkoorden wordt tot op heden nog niet gesproken over een datagedreven aanpak van duurzaamheidsdoelstellingen of de warmte- en energietransitie. Toch biedt een datagedreven werkwijze mogelijkheden om een daadkrachtige duurzaamheidsaanpak te ontwikkelen. Van Dam & Oosterbaan kan jouw gemeente op weg helpen bij het opstarten en/of doorontwikkelen van een datagedreven aanpak. Onze ervaren adviseurs helpen landelijk al diverse gemeenten hun vraagstukken meer datagedreven aan te pakken en onze BI-consultants ontwikkelen passende datatoepassingen die ambtenaren en beleidsmakers helpen datagedreven keuzes te maken.
Daarnaast helpen onze kant-en-klare dashboards je op jouw specifieke beleidsterrein in kaart te brengen hoe de zaken ervoor staan en stellen ze je in staat om diverse databronnen te koppelen in één omgeving. Zo ontwikkelen we op dit moment een Klimaatmonitor die je helpt de mogelijkheden voor verduurzaming en duurzame energieopwekking in jouw omgeving en binnen jouw RES-regio in kaart te brengen.
Ook bieden onze data-experts diverse e-learnings, trainingen en masterclasses aan om de praktijkkennis en kunde van medewerkers in het maatschappelijk domein verder te ontwikkelen.
Door: Joost Verboven
[1] Classificering van ‘grote gemeente’ en ‘kleine gemeente’ op basis de definitie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, SZW.
Meer weten over het aanbod van Van Dam & Oosterbaan?
Kijk op onze site of neem contact op met onze Business Consultant Esrah Jellema
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.