sociaal / Partnerbijdrage

De decentralisatie van Beschermd Wonen 2022 ev.

De decentralisatie van Beschermd Wonen 2022 ev. Sturen in de mist!

11 oktober 2021

Sturen in de mist!

Afgelopen jaar schreef ik een blog over de black box van de Wmo en de impact van de doordecentralisatie van Beschermd Wonen. Ik vertel daarin op welke manier datagedreven werken kan bijdragen aan goede en heldere besluitvorming.

Inmiddels is de nieuwe inkoop en contracteren van beschermd wonen in volle gang omdat op 2022 de nieuwe inkoop rond moet zijn. Echter veel gemeenten zijn gestrand in juridisch getouwtrek met aanbieders over de wijze van inkoop. In deze blog wil ik het hebben over verdeling van de budgetten en hoe dit van invloed is op de solidariteit tussen gemeenten en welke scenario’s mogelijk zijn en hoe datagedreven werken kan bijdragen aan het versterken van de onderlinge solidariteit. Zoals ik eerder schreef biedt de uitstel naar 2023 ook de kans om zaken goed in te regelen, waaronder hoe blijven we ook na 2022 solidair om beschermd wonen zo goed mogelijk te regelen?

 

Doordecentralisatie uitgesteld: sturen in de mist

De doordecentralisatie van Beschermd Wonen zou in 2022 plaats vinden, maar is uitgesteld tot 2023. Dat betekent dat niet in 2022 maar in 2023 alle gemeenten verantwoordelijk worden. Tot eind 2020 gingen gemeenten er vanuit dat de oorspronkelijke planning gehaald zou worden. De contracten met de zorgaanbieders lopen daarom (logischerwijs) vaak af op 31 december 2021 en er is niet altijd de (juridische) mogelijkheid om lopende contracten te verlengen. Bovendien heeft het Rijk nog niet (definitief) vastgesteld hoe zij de financiële middelen voor Beschermd Wonen over de gemeenten gaat verdelen. Onduidelijkheid over de beschikbare financiële middelen en wél moeten inkopen leidt voor gemeenten tot een gespannen situatie die heeft geleid tot wat ik omschrijf als “sturen in de mist”.

 

Solidariteit

Wat betekent deze financiële onduidelijkheid voor de onderlinge samenwerking tussen gemeenten in de regio? Gemeenten met veel instellingen op gebied van Beschermd Wonen hebben een andere opgave dan gemeenten met weinig of geen instellingen. Een regionaal uniform beleid kan gevoel van ongelijkheid opwerpen. Dit kan van invloed zijn op de solidariteit bijvoorbeeld op financieel gebied. “Financiële pijn gaat vaak ten koste van solidariteit, bijvoorbeeld als een gemeente moet betalen om gemeenten die nadeel ondervinden van een verdeelmodel, te helpen” ( Klaas Tigelaar, burgemeester Leischendam, april 2019).

 

Kiezen gemeenten voor solidariteit in de regio?

Is deze onduidelijkheid over de verdeling van de financiële middelen over de gemeenten nou echt een probleem? Je kunt als gemeente immers ook kiezen om alles te laten zoals het is. Dat betekent dat elke gemeente lokaal het besluit moet nemen om op regionaal niveau de middelen in een gezamenlijke pot te stoppen. Maar wat nu als een gemeente in de nieuwe situatie eigenlijk financieel beter af is door niet of minder regionaal samen te werken? Deze vraag over solidariteit naar toekomst is bij gemeenten nog weinig ter sprake gekomen maar zal de komende tijd wel beantwoord moeten worden.

 

Regionale samenwerking vanuit doelmatigheid

Er moet ook worden beoordeeld of samenwerking gewenst blijft vanuit het oogpunt van doelmatigheid. Als iedere gemeente individueel zorg inkoopt met als uitgangspunt beschikbaarheid en (tijdige) bereikbaarheid loop je bijvoorbeeld het risico op het organiseren van structurele overcapaciteit in de zorg die niet gebruikt wordt. Dit gaat gepaard met onnodig hoge kosten.

Hoe kunnen we zorgen dat goede besluiten tijdig worden genomen en kosten beheersbaar zijn, ook wel bekend als de duivelsdriehoek (tijd, kwaliteit en geld)?

 

Datagedreven werken

Deze duivelsdriehoek is een veel voorkomend organisatieprobleem. Het zijn communicerende vaten. Kiezen voor het ene betekent een negatieve keuze voor het andere. Datagedreven werken kan een bijdrage leveren aan betere balans, voor zowel de eigen gemeente als in regionale samenwerking.

  • Door bijvoorbeeld voor een gemeente in beeld te brengen waar de cliënten met een herkomst in die gemeente zijn ingestroomd, hoeveel dit er zijn, en wat de trend daarin is de afgelopen jaren. Deze informatie geeft ook inzicht in de mate waarin je je voorzieningenniveau en woningvoorraad in je gemeente moet bijstellen, naarmate je cliënten dichter bij huis wilt opvangen. Het geeft daarnaast inzicht in de afspraken die je onderling als regio zou kunnen maken over het gebruik van voorzieningen elders in de regio.
  • Ook kan je voor een gemeente met de juiste data inzichtelijk maken waar de cliënten die in deze gemeente instromen, vandaan komen. Deze informatie geeft inzicht in de instroom in de instellings- en woonlocaties van de gemeente. Op basis van deze gegevens kan een inschatting gemaakt worden van de bezetting van deze locaties door mensen uit eigen gemeente, regio of daarbuiten. Het geeft inzicht in de mate waarin je als gemeente nog financieel verantwoordelijk bent bij uitstroom van deze cliënten uit de voorziening. Cliënten met een herkomst elders, zullen met de decentralisatie steeds minder vaak instromen in de gemeente, of na uitstromen weer teruggaan naar de herkomstgemeente.

 

Steeds meer gemeenten erkennen de noodzaak van het werken met data maar worden de mogelijkheden nog onvoldoende toegepast. Concrete stappen om te gaan werken met data en dit integraal onderdeel te laten worden van de werkwijze en besluitvorming ontbreken vaak. Wat blijft is een onduidelijke toekomst en het gevoel van sturen in de mist.

 

Meer weten over datagedreven werken binnen MOBW? Schrijf je dan nu in voor één van onze masterclasses op 29 september of 13 en 27 oktober. Schrijf je hier in! 

 

Wietse de Boer

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.