Verduurzamen van maatschappelijk vastgoed versnellen
Acht tips voor gemeenten.
Gemeenten hebben grote ambities als het gaat om verduurzamen, ook van het eigen vastgoed. Zo werk ik voor een gemeente die niet pas in 2050 conform het Klimaatakkoord aardgasvrij wil zijn, maar al in 2030. Ook op het gebied van CO2-reductie zijn veel gemeenten ambitieus. Maar het uitvoeren van deze opgaven is niet eenvoudig. Daarom heeft de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) in 2020 de Sectorale Routekaart Maatschappelijk Vastgoed opgesteld, een hulpmiddel om de vastgoedportefeuille te verduurzamen. Het is nu aan gemeenten om een eigen routekaart voor het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed te ontwikkelen. En daar kunnen ze vaak wel wat hulp bij gebruiken.
Het is goed om te weten dat de eigen routekaart niet vrijblijvend is. De voortgang van het verduurzamen van gemeentelijk vastgoed in Nederland wordt door de VNG gemonitord. Uit de eerste monitoring (2022) blijkt dat versnelling nodig is. De gezamenlijke ambitie uit het Klimaatakkoord om tot 2050 gemiddeld 3,3% per jaar energie te besparen, wordt in het huidige tempo niet gehaald. Het is dan ook belangrijk dat gemeenten het opstellen van een eigen routekaart niet langer uitstellen. Mijn advies: ga snel aan de slag, want het uitwerken kost tijd. Met deze 8 tips maak je in elk geval alvast een vliegende start.
Tip 1: Aansturen op draagvlak
Het verduurzamen van gebouwen en andere objecten in de gemeente is onderdeel van een breder takenpakket, zoals beheer van gemeentelijk vastgoed of huisvesting voor scholen en sportverenigingen. Voor het opstellen van de routekaart zijn specialisten van verschillende beleidsterreinen en veel onderlinge afstemming nodig. Naast het aansturen op een integrale aanpak is het ook belangrijk dat bestuur en raad als belangrijke stakeholders de routekaart omarmen. En vergeet tijdens dit proces niet de gebruikers van de gebouwen en de inwoners van de gemeente. Het is belangrijk om zowel intern als extern te communiceren over de voortgang van de routekaart om draagvlak te creëren en te behouden.
Tip 2: Bepalen van kernportefeuille
De kernportefeuille is een lijst met objecten in eigendom van de gemeente of gebouwen met een speciale status waarmee je als gemeente je maatschappelijke en duurzaamheidsdoelen kan bereiken. Een deel van het vastgoed zal geen noemenswaardige verduurzaming opleveren. Denk bijvoorbeeld aan (monumentale) gebouwen op begraafplaatsen of woningen die binnen 2 jaar worden afgestoten. De objecten die wel in aanmerking komen voor verduurzamingsmaatregelen, behoren tot de kernportefeuille van de routekaart.
Tip 3: Prioriteren van meest kansrijke gebouwen
Als de kernportefeuille in kaart is gebracht, kan een eerste prioritering worden aangebracht op gebouwniveau. Denk hierbij aan: welke gebouwen zijn op jaarbasis grootverbruikers? Zijn er natuurlijke vervangingsmomenten op komst? Ook is het verstandig om te kijken naar quick wins. Is er op korte termijn winst te behalen door te kijken naar nieuwbouw of bijvoorbeeld monumenten?
Tip 4: Opstellen van Duurzaam Meerjaren Onderhoudsplan
De kernportefeuille moet technisch gecontroleerd worden op noodzakelijke duurzaamheidsmaatregelen en bijbehorende kosten. Omdat het hier gaat om een kleiner aandeel van het totale gemeentelijke vastgoed kan dit relatief snel gerealiseerd worden met een Duurzaam Meerjaren Onderhoudsplan (DMJOP).
Tip 5: Inzicht krijgen in de financiering
Naast inzicht in de kosten is het noodzakelijk om de financiering van de duurzaamheidsmaatregelen van de kernportefeuille in beeld te brengen. Een (aanzienlijk) deel van de dekking wordt gefinancierd uit de toekomstige energiebesparingen van de gebouwen. Het resterende deel is grotendeels terug te vinden in al gereserveerde kosten voor onderhoud en projecten. Mocht het lastig worden om de financiering rond te krijgen, dan bestaat er de mogelijkheid voor gemeenten om subsidie aan te vragen bij de Rijksvoorlichtingsdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Een voorbeeld hiervan is de DuMaVa-regeling.
Tip 6: Opstellen van uitvoeringsplan
Het opstellen van een uitvoeringsplan bij de Routekaart helpt bij het versnellen van de verduurzamingsopgave voor maatschappelijk vastgoed. Het is belangrijk om projectmatig te plannen en een prioritering in de projecten aan te brengen. Bijvoorbeeld op basis van korte, middellange en lange termijn. Het is nu eenmaal onmogelijk om alles tegelijk en in een keer te verduurzamen. Een uitvoeringsplan helpt om dit in stappen te realiseren.
Tip 7: Monitoren op jaarbasis
Naast het opstellen van projecten moet er jaarlijks verantwoording worden afgelegd over de uitvoering. Hoe wordt de voortgang van de projecten gemeten, en wie is verantwoordelijk voor de monitoring? Een gemeente kan ervoor kiezen om deze monitoring aan een externe partij over te dragen of juist intern te beleggen. Welke methode ook wordt gekozen, het monitoren van de routekaart is een verplichting vanuit het Klimaatakkoord. Een gemeente maakt hiermee inzichtelijk of het nog op koers ligt voor het behalen van de (middel)lange termijn klimaatdoelenstellingen voor 2030 en 2050.
Tip 8: Bijsturen indien nodig
Monitoren is het regelmatig toetsen of een project nog volgens planning verloopt: Hoeveel tijd is er aan besteed, hoeveel geld er is uitgegeven, etc. Een van de overwegingen tijdens de voortgangsbewaking van de routekaart en het onderliggende uitvoeringsplan is om te bepalen of er bijgestuurd moet worden. Mijn laatste tip: laat onvoorziene situaties niet het tempo van de verduurzamingsmaatregelen bepalen, en zet juist op dat soort momenten extra capaciteit in.
Meer informatie
Wil je meer weten over hoe Van Dam Datapartners je kan helpen bij het opstellen van je routekaart? Onze duurzaamheidsexperts helpen je graag verder.
Neem gerust contact op met onze adviseur Louise Bosch.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.