Gemeenten signaleren uitval bij 18-plussers die uitstromen uit jeugdzorg
Gemeenten signaleren uitval bij 18-plussers die uitstromen uit jeugdzorg
De uitstroombegeleiding van jeugdigen uit jeugdzorg is voor veel jeugdzorgregio’s, gemeenten en zorgaanbieders nog altijd een lastige zaak, ondanks het landelijk groeiend aantal uitstroominitiatieven. Vaak kunnen uitstroomroutes en gebruik van het wooncontigent niet altijd goed geduid worden. Sociaal teams in verschillende regio’s signaleren uitval bij 18-plussers die uit jeugdzorg stromen, en zien dat jongeren daardoor na verloop soms dakloos of thuisloos raken, of instromen in maatschappelijke opvang en beschermd wonen. En dat is nu net waarin veel regio’s belangrijke stappen willen zetten. Het doel: jongeren begeleiden naar de best passende vorm van wonen en voorkomen dat zij na jeugdhulp op een later tijdstip weer instromen bij maatschappelijke opvang of beschermd wonen.
Genoeg reden om de uitstroomroutes van jongeren naar maatschappelijke opvang en beschermd wonen in beeld te brengen. Welke verschillende uit- en doorstroomroutes zijn er te herkennen van jeugdigen die jeugdhulp hebben ontvangen, en wat zijn de kenmerken van de doelgroepen die verschillende uit- en doorstroomroutes doorlopen?
Hoe doen we dat op de juiste manier?
Door de jeugdzorgdata van de regiogemeenten te koppelen aan de data over Beschermd Wonen en Wmo begeleiding van de centrumgemeente, kunnen we met een analyse de uitstroomroutes die het vaakst voorkomen weergeven en plotten. Vervolgens kunnen we deze routes duiden door kwalitatieve interviews en focusgroepen met de zorgaanbieders te organiseren.
Er moet met een aantal zaken rekening gehouden worden. In verband met de privacywetgeving, moeten deze persoonsgegevens uiteraard gepseudonimiseerd worden. Daarnaast is ervoor gekozen om van groepsprofielen gebruik te maken. Zo zijn veelvoorkomende routes in beeld gebracht, op een geaggregeerd niveau en zijn hier een soort ‘persona’s’ aan gekoppeld.
Wat komt er uit zo’n onderzoek?
We delen graag een aantal belangrijke resultaten met je:
- In de uitstroomroutes vanuit Jeugdzorg naar BW en Wmo die het vaakst worden doorlopen door jeugdigen, zit vrijwel altijd een indicatie voor specialistische GGZ. Dit wordt herkend door de jeugdzorgaanbieders. Samenwerking tussen jeugdzorg en GGZ is soms moeizaam en dit kan een knelpunt zijn.
- Jeugdigen die na Jeugdzorg instromen in BW, Wmo of een combinatie van beide, hebben gemiddeld meer jeugdzorgaanbieders doorlopen, dan jeugdigen die na Jeugdzorg uitstromen. Dit wordt geduid als resultaat van complexe problematiek, niet als oorzaak van instroom in BW en Wmo.
- Bij jeugdigen die een route doorlopen van Jeugdzorg naar een combinatie van Wmo en naar BW, stromen vrijwel altijd van Wmo naar Beschermd Wonen, en niet andersom.
- Bij alle routes naar BW is er meestal sprake van een combinatie van verschillende problemen en de afwezigheid van een ondersteunend netwerk. Bij deze doelgroep speelt ook dat zij in vroegere fasen van jeugdzorg geen juiste begeleiding hebben gekregen. Dit kan een knelpunt zijn.
- Verschillen tussen jeugdigen die instromen in BW of Wmo of die uitstromen uit jeugdzorg zijn te verklaren door verschillen in de intensiteit van de problematiek, de hulpbronnen en de vaardigheden van jeugdigen.
Met dit soort data-analyses en de kwalitatieve duiding ervan zijn we bij verschillende actieonderzoeken tot interessante inzichten gekomen. Deze inzichten kunnen van dienst zijn bij de inkoop van zorg, de samenwerking tussen jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning, het organiseren van uitstroominitiatieven, het efficiënter inzetten van de middelen en bij beleidsvorming in de praktijk. Zo kunnen we het verschil maken voor jeugdigen die bijna uitstromen uit jeugdzorg.
Meer weten?
Meer weten over datagedreven werken binnen het sociaal domein? Bekijk onze trainingen en masterclasses hier of neem contact op met Marloes Janssen via marloes.janssen@vandamoosterbaan.nl of 06-48064816.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.