Advertentie
sociaal / Achtergrond

‘Trainees zijn nog onbedorven’

Gemert-Bakel plukte acht jonge honden uit de bankjes van de universiteit en laat ze twee jaar als trainees los in de gemeentelijke organisatie. Het enthousiasme is groot. ‘Het zijn de projectleiders of beleidsadviseurs van morgen.’

23 januari 2009

Opeens wordt er gezongen op de gang, zijn er borrels op donderdagmiddag en wordt er gewaterskied op de personeelsdag. De gemeente Gemert-Bakel heeft acht trainees aangetrokken en dat blijft niet onopgemerkt in het gemeentehuis aan het Ridderplein. Op 250 medewerkers is het binnentrekken van acht jonge en onervaren medewerkers ook heel veel.

 

‘Eigenlijk te veel’, zegt gemeentesecretaris Bert Jansen. De bedoeling was namelijk met niet meer dan vier trainees te starten. De wervingsactie die JS Consultancy in opdracht van de Brabantse gemeente hield, leverde echter acht geschikte krachten op. ‘De vraag was: wijzen we vier hartstikke goede mensen af? Dat wilden we niet. Dus hebben we ze maar alle acht aangenomen’, zegt Jansen.

 

Op 1 februari is dat precies een jaar geleden. De plattelandsgemeente besloot tot dit gewaagde experiment om een dreigend personeelstekort af te wenden voor met name de hogere functies – leidinggevenden of projectleiders vanaf schaal tien. ‘Tien jaar geleden haalden we gemakkelijker ervaren mensen binnen. Nu niet meer, zeker niet op de traditionele manier. De opdracht was: verzin een list. Temeer daar binnen nu en tien jaar 42 mensen met pensioen gaan’, motiveert Ad van de Voort de stap. Ter illustratie: dat is bijna twintig procent van het personeel.

 

Maar het is niet alleen een probleem voor de middellange termijn. ‘We moesten noodgedwongen veel beroep doen op externen. Aan salaris betaal je dan anderhalf tot drie keer het normale. Op een gegeven moment liepen hier veertig externen rond’, zegt Van de Voort, hoofd bestuur en managementondersteuning. Wat Gemert-Bakel op de traditionele manier zocht – jong, veel ervaring en weinig salariseisen – vonden ze niet. Dus besloot de gemeente ze zelf te gaan opleiden. ‘Ze zijn nog niet bedorven. Ze hebben nog geen lange werkervaring. Die willen we ook niet in een traineeclubje. Ervaren mensen drukken ze te veel in een bepaalde richting’, zegt coördinator personeelszaken Arnold Maas.

 

Het is de bedoeling dat de zelf opgeleide trainees straks met name voor de zwaardere klussen worden ingezet. Sommigen zouden het volgens gemeentesecretaris Jansen nu al kunnen. Maar ze mogen de eerste anderhalf jaar niet solliciteren. Dat mag pas vanaf 1 augustus. Anders kunnen ze zich niet in de breedte ontwikkelen en dat is juist de bedoeling van dit traineeship. Het zou ook slechte reclame zijn, want dit jaar wil de gemeente opnieuw een lichting trainees werven.

 

Daarmee is geenszins gezegd dat de druk om ze wel snel op een vaste post te plaatsen er niet is. ‘Die druk komt er, ook vanuit de politiek’, weet Maas. ‘Dat is het spanningsveld. Je wil goeie mensen benoemen. Zeker als je ze in huis hebt. Voor de lange termijn is het echter de dood in de pot.’

 

Wisselen

 

Contractueel is afgesproken dat de trainees gedurende twee jaar ieder vier projecten draaien. Na elk half jaar wordt er gewisseld om iedereen de noodzakelijke breedte te geven. Zo begon Peter Biekens (28) vorig jaar op de afdeling projecten om daar het speerpunt van het college – het dichten van de kloof tussen politiek en burger – handen en voeten te geven. Er rolde een notitie interactieve beleidsvorming uit.

 

Momenteel zit Biekens – afgestudeerd in Spaans en mediterrane studies – op de afdeling ruimtelijke ordening, waar hij zich bezighoudt met het onderwerp omgevingsvergunning. ‘In plaats van extern – het leggen van contacten met onder andere dorpsraden – ben ik nu veel intern bezig. Ik banjer door de hele organisatie heen, ook omdat ik de taak heb om over het afdelingsgebeuren heen te stappen. Integraliteit is hier niet altijd vanzelfsprekend geweest’, zegt hij.

 

‘Jaargenote’ Hanne de Glas (26) kwam binnen op het project millennium-gemeente en zit na de eerste switch nu ook op de afdeling ruimtelijke ontwikkeling. ‘De wet R.O.’, klinkt het met een zucht. ‘Een structuurvisie ontwikkelen.’ Anders dan haar eerste project – ‘dat was pionieren’ – geeft haar huidige project ‘het gevoel van het hebben van regulier werk.’ Veel vergaderingen, veel overleg, druk op de ketel, dingen die gewoon af moeten. ‘ Eigenlijk is het niet de bedoeling dat het als werk voelt’, zegt ze. ‘Eh, ik klink toch niet te negatief hè? Ik bedoel, ik maak ook dit project gewoon af hoor’, zegt de in Tilburg afgestudeerde econome.

 

De eerste twee projecten zijn uitgezocht door de gemeente. Pas het derde project mogen de trainees zelf kiezen. Dan, zo is de filosofie, kunnen ze hun toegevoegde waarde bewijzen. ‘De verschillen zie je langzaam ontstaan’, zegt Bert Jansen. De één is goed in implementeren, de ander goed in denken.

 

‘We zien ze volwassen worden’, merkt Arnold Maas. ‘De meesten kwamen hier direct na hun universitaire studie en moesten zich schikken in bestaande structuren. De grootste schok? Gewend zijn goede ideeën te hebben en die uit te voeren. Hier is een goed idee, ook al is het misschien wel het beste idee, niet altijd uitvoerbaar. Het afdelingshoofd, het college is de baas. Daar moeten ze in leren werken.’

 

De afdelingshoofden en ook de afzonderlijke leden van het management team begeleiden ze daarbij. Laatstgenoemden hebben elk één trainee, waarmee ze wekelijks twee uur aan tafel behoren te zitten voor een zogeheten ontwikkelingsgesprek. En elke laatste woensdag van de maand is er een plenair evaluatiegesprek. Tijdens zo’n bijeenkomst vertellen de trainees waar ze mee bezig zijn. Maar het samenzijn wordt ook aangegrepen om harde noten te kraken richting management.

 

Menigeen vindt de begeleiding niet optimaal – ‘ik heb zelden een gesprek’ – en de werkbelasting te zwaar. Sommigen blijken een groot probleem te hebben met werken op vrijdagmiddag. ‘Ik word dan keer op keer ingeroosterd omdat er een probleem is met de bezetting,’ zegt één van hen. ‘En volgens mij is dat tegen de gemaakte afspraken in.’ Hoewel andere trainees er minder moeite mee hebben, belooft de gemeentesecretaris het ‘vrijdagmiddagprobleem’ aan te kaarten bij de afdelingshoofden.

 

Leiders

 

De vergadering laat het management duidelijk zien wat voor vlees er in de kuip zit. De leiders – ‘mensen die we zeker nodig hebben in de toekomst’, aldus Jansen – pik je er zo uit. De vraag is of Gemert-Bakel de toppers langer dan een paar jaar kan houden. Voor Van de Voort en Jansen is het een zekerheid dat dat niet het geval is. ‘Als ze hier vier of vijf jaar zitten gaan ze weg. Hoezo zonde? Dan heb je er dus wel drie jaar veel plezier van gehad. Ik hoop dat we er nog veel meer opleiden’, zegt Jansen.

 

Ook in indirecte zin profiteert de gemeente van ze, constateert de gemeentesecretaris. ‘Hun aanwezigheid heeft namelijk een aanzuigende werking op andere mensen. Zij willen graag in een organisatie werken waar veel jonge mensen rondlopen.’ Als ‘bewijs’ haalt Jansen de jonge planeconoom aan die de gemeente onlangs binnen wist te halen, op voorspraak van één van de trainees. ‘Zelf hadden we er een jaar lang vergeefs naar gezocht’, zegt de gemeentesecretaris. Doelbewust zet de gemeente ze ook in als promotiemateriaal: ze worden meegenomen naar personeelsbeurzen om jonge mensen te trekken.

 

De trainees zorgen voor nog een onbedoeld positief effect: oudere ambtenaren leven weer op in hun nieuwe rol als mentor en voelen zich weer waardevol in een nieuw perspectief. ‘Op die manier doen wij hier aan leeftijdsfasebewust personeelsbeleid’, zegt Van de Voort cynisch. Ook anderen zeggen energie te krijgen van de trainees. Maas: ‘Ze stellen de meest stomme vragen met een stralende glimlach, ze zingen op de gang en ze krijgen de slappe lach. Het is een stuk levendiger.’ Even later zegt Jansen: ‘Ze komen om te leren. Maar soms is het de vraag wie het meest leert, de trainees of het zittend personeel.’

 

Toch was er ook de nodige weerstand. Onder zittend personeel leefde bijvoorbeeld argwaan dat de trainees als luxe paarden zouden worden behandeld en als de besten van de klas zouden voorgaan bij de verdeling van leuke posten. ‘Er was scepsis en in zekere zin jaloezie’, bevestigt Jansen. Enkele goede slagen in de beeldvorming werden gemaakt, door jong regulier personeel de mogelijkheid te geven aan te haken bij het project. Een achttal medewerkers deed dat. Ander personeel werd in de gelegenheid gesteld opleidingen te doen. Dat kon natuurlijk al wel, maar opleidingenbudget werd verdubbeld.

 

Kosten

 

Het traineeproject kost de plattelandsgemeente een behoorlijke duit. Alleen al aan salariskosten is Gemert- Bakel 360.000 euro per jaar kwijt. Dat bedrag wordt voor bijna de helft gedekt door hun kosten door te belasten aan de projecten waarvoor ze werken. Nog een ton wordt weggeboekt op de legesopbrengsten. Volgens Van de Voort is dat te billijken doordat die opbrengsten door hun inzet stijgen. Verder wordt 90.000 euro uit de pot huisvestingssubsidie gehaald, vanwege het onderbrengen van trainees in het klooster.

 

De trainees zijn ingeschaald in schaal 8. Want hoewel ze de kans krijgen om kennis en ervaring op te doen, komen ze niet voor niets werken. De gemeentesecretaris staat er nog van te kijken hoeveel respons de advertentie opleverde. ‘Ik heb het mijn eigen kinderen wel eens gevraagd of ze hier zouden willen werken. Nou, nee niet in Gemert-Bakel was hun antwoord’, zegt hij.

 

Hanne de Glas viel met name voor de romantische uitstraling van het dorp en het gemeentehuis. ‘Ik kende Gemert niet. Had alleen gehoord dat hier een disco zat. Verder leek mij het traineeship inhoudelijk interessant, met name omdat je overal kan rondkijken’, zegt de Nijmeegse die op het moment dat ze solliciteerde net terug was van een jaar vrijwilligerswerk in India.

 

Peter Biekens zag de advertentie in Binnenlands Bestuur en was meteen verkocht. ‘Yes, hier wil ik in verder’, wist hij. ‘Ik voel me maatschappelijk betrokken en wil bij de overheid gaan werken. Dat commerciële is niks voor mij. En het bevalt me super goed!’ Biekens reist vanuit Nijmegen op en neer naar zijn werk. De Glas koos ervoor om in het klooster te gaan wonen in Gemert. Ze heeft er twee kamers van elk twaalf vierkante meter. Er is een gezamenlijke keuken, een grote badkamer en ook nog een tuin. ‘We wonen er met z’n drieën: nog een trainee en de nieuwe planeconoom. Er wordt samen gekookt’, zegt ze.

 

Biekens en De Glas werden gekozen uit 36 serieuze kandidaten. De acht die door de ballotage kwamen – ze moesten zichzelf presenteren – hebben verschillende achtergronden: een vrijetijdswetenschapper, een kunsthistoricus, een geschiedkundige, economen en taalkundigen. ‘Wie echt wil werken bij een gemeente, die slaagt hier,’ zegt Arnold Maas. ‘Het vak is te leren. Dat is vooral gevoel hebben in politieke omgeving te werken, je plek en je rol weten in dat proces.’ De trainees gaan straks allemaal langs de meetlat en voldoende is volgens de gemeentesecretaris ‘niet goed genoeg’. Voor zichzelf is Peter Biekens er al uit; hij wil projectleider worden en zou die functie graag in Gemert-Bakel bekleden. ‘Nee, ik wil niet meteen weg. Ik wil me hier graag bewijzen op een vaste post’, zegt hij.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie