Tip 61: regel de toegang, voorkom een valse start
Tip 61: Zorg er in ieder geval voor dat de toegang goed werkt en voorkom daarmee een valse start, stelt Erik Gerritsen.
Met nog een kleine 60 werkdagen te gaan voordat de transitie jeugdzorg een feit is, wordt het steeds belangrijker om er voor te zorgen dat tenminste een aantal cruciale basiszaken op orde is. Tip 61 in de reeks extra tips gericht op de vraag wat gemeenten de komende paar maanden nog aan “damage control” kunnen doen om de transitie jeugdzorg zonder al te grote ongelukken te overleven, betreft dan ook het tenminste goed regelen van de toegang tot jeugdhulp.
Het gaat hier om een zeer kritische schakel in het nieuwe jeugdhulpstelsel. Immers, wanneer de toegang niet goed werkt, kunnen zorgmeldingen niet goed worden ontvangen, niet adequaat worden beoordeeld en onvoldoende tijdig van een passend vervolg worden voorzien. Dan gaat het in het begin dus al goed mis en belanden kwetsbare kinderen direct al tussen wal en schip. Dat zal het aantal onnodige crisissituaties doen toenemen en dat leidt weer tot onnodig beroep op dure jeugdzorg. Een kwalitatief slechte telefonische advies en consult of triage leidt ook tot onnodig veel dure en belastende onderzoeken naar vermoedens van kindermishandeling.
De reden om hier met prioriteit energie in te steken is, dat er ten aanzien van de toegang sprake is van een verhoogd risico, omdat hier sprake is van een aanzienlijke organisatorische verandering, terwijl voor het overige de jeugdhulpinfrastructuur, weliswaar in afgeslankte vorm, grotendeels stabiel blijft. De steunpunten huiselijk geweld en advies en meldpunten kindermishandeling worden samengevoegd en onder directe regie van de gemeenten gebracht en ook de toegangsfunctie van de Bureaus Jeugdzorg wordt overgeheveld naar de gemeenten en komt waarschijnlijk in de wijkteams terecht. Door te kiezen voor het zoveel mogelijk overnemen van bestaand ervaren personeel worden de risico’s enigszins beperkt.
Maar de risico’s blijven aanzienlijk, omdat het inslijten van nieuwe werkwijzen nu eenmaal energie kost die niet aan kwetsbare kinderen kan worden besteed. Ook leidt de keuze voor onderbrengen van de toegangsfuncties bij de gemeenten in veel gevallen tot schaalverkleining en daarmee tot grotere kwetsbaarheid. Het is bijvoorbeeld zeer de vraag of gemeenten afzonderlijk een kwalitatief goede 24-uurs bereikbaarheidsdienst en crisisdienst kunnen organiseren.
Het kan niet genoeg worden benadrukt, toegangswerk (telefonisch ontvangen en beoordelen van zorgmeldingen, telefonisch advies en consult, triage, vertrouwensartswerk, crisisinterventie) is een vak apart. Eigenlijk is deze functie in het huidige stelsel juist vrij goed georganiseerd, al kan een integrale afhandeling van meldingen huiselijk geweld en kindermishandeling en meer integrale triage in wijkteams zeker voor verdere verbetering zorgen. Maar op de weg daar naar toe moet worden opgepast dat de huidige kwaliteit niet verloren gaat in reorganisatiedrukte en verlies aan minimaal vereiste schaalgrootte.
Vanwege de korte tijd die nog rest en het feit dat nog vrijwel nergens sprake is van voldoende voorbereiding doen gemeenten er dan ook op de korte termijn verstandig aan om te kiezen voor virtuele samenwerking van de huidige samenstellende delen op het bestaande niveau van schaalgrootte. Of die virtuele samenwerking plaatsvindt onder directe aansturing van de gemeente, onder aansturing van de GGD of onder aansturing van de toekomstige gecertificeerde instellingen (de opvolgers van de Bureaus Jeugdzorg) maakt daarbij niet zoveel uit. Nu al direct koersen op totale reorganisatie is echter vragen om moeilijkheden.
In dit verband verdient de onderzoekstaak van het huidige AMK aparte vermelding. Het verdient nadrukkelijk aanbeveling om het onderzoek naar kindermishandeling gewoon definitief bij de gecertificeerde instellingen te laten en bij hen in te kopen. Hier is sprake van hooggespecialiseerd werk dat alleen op een regionale schaalgrootte kwalitatief goed kan worden uitgevoerd. Het doel om zo snel mogelijk daadwerkelijke hulp in te zetten in situaties waarin sprake is van het vermoeden van kindermishandeling kan het beste worden gerealiseerd als de onderzoekstaak in dezelfde organisatie is ondergebracht die ook direct via intensief casemanagement in drang of dwang kader kan handelen. Door alleen nog onderzoek in te zetten als echt volledig onduidelijk is of er iets aan de hand is dan wel wanneer sprake is van medische problematiek en parallel aan het onderzoek naar kindermishandeling direct intensief casemanagement in te zetten, kan het aantal onderzoeken naar kindermishandeling fors worden teruggebracht en kan het percentage onderzoeken dat kan worden afgerond zonder dat een verzoek tot ondertoezichtstelling hoeft te worden gedaan tot een minimum worden beperkt. Dit doordat ouders gedurende het onderzoek alsnog gemotiveerd kunnen worden om mee te werken aan de noodzakelijke jeugdhulp, zo leert bijvoorbeeld de ervaring bij Jeugdbescherming Regio Amsterdam. In die regio is door een combinatie van hoge kwaliteit advies en consult bij het AMK en de invoering van het zogenaamde generiek gezinsgericht werken het aantal AMK onderzoeken en verzoeken tot ondertoezichtstelling aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde.
Erik Gerritsen
De eerste 55 tips staan in het boek “Hoe kun je als gemeente de transitie jeugdzorg overleven: 55 tips voor deskundig opdrachtgeverschap, voor slechts 12,50 euro te bestellen bij communicatie@jbra.nl.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Mijn punt is, beste Erik: het begint mij te irriteren. De kritiek op gemeenten, de tips aan gemeenten, de oordelen over gemeenten. Ik wil daar nu nog even kort op ingaan.
Natuurlijk zijn er gebreken en missers bij gemeenten. En inderdaad de TSJ schrijft ook geregeld dat de voortgang beter kan. Echter, de reeks moeilijkheden en zorgen is een gegeven inherent aan de complexiteit van de 3D. Dat heet transitie en is door geen enkele tip of interventie totaal uit te bannen.
Bovendien: tegenover elke, maar dan ook elke misser of onvolkomenheid van een gemeente kan ik mij een soortgelijke misser mbt techniek, organisatie, begrip van privacy, toegang, cliëntdenken en financiën van de huidige andere actoren in de zorg indenken. Voorbeelden van grote missers in de zorg in de afgelopen jaren zijn legio. Als praktisch voorbeeld heb ik jou een paar hele kleiner missers bij jouw eigen organisatie laten zien. Het focussen op de mogelijke missers of risico’s van één enkele actor snijdt daarom geen hout. Het is pure retoriek.
Wat ik zou willen Erik: geef je lezers de balans terug. Geef aan dat niet één partij zogenaamd alleswetend is andere actoren onkundig of onwillig. Laat zien dat we er samen voor staan. Als je kritiek uit, wees concreet en overtuigend. Nu nog aangeven hoe gemeenten de toegang moeten regelen terwijl onze gemeente al jaren met dat onderdeel bezig is, helpt niet. Als je bv tips over AMHK wilt geven, geef dan ook aan dat er gewoon hele duidelijke richtlijnen over de AMHK in de wet staan. Dan laat je zien dat ook de overheden wel degelijk meedoen en meedenken.
Dank voor de uitnodiging. Aangezien ik veel tijd besteed aan contacten met betrokkenen in mijn eigen regio - die zijn voor mij relevant - zal ik niet naar Amsterdam afreizen.