Totale verwarring rondom Wmo-uitspraken rechters
Het is onduidelijk of gemeenten nu wel of niet huishoudelijke hulp mogen weigeren. Twee recente uitspraken van twee verschillende rechtbanken lopen totaal uiteen.
Het is volstrekt onduidelijk of gemeenten nu wel of niet huishoudelijke hulp mogen weigeren. Twee recente uitspraken van twee verschillende rechtbanken lopen totaal uiteen. De ene rechtbank zegt dat de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) gemeenten niet verplicht schoonmaakhulp aan hulpbehoevenden te verzorgen en te betalen, terwijl een andere rechtbank juist stelt dat dit wel moet.
Binnen kaders Wmo 2015
In de eerste drie van zo’n 300 rechtszaken tegen de gemeente Oosterhout heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant geoordeeld dat, simpelweg gezegd, het Oosterhoutse beleid binnen de kaders van de Wmo 2015 past. Oosterhout is op 1 januari vorig jaar gestopt met het aanbieden van huishoudelijke hulp als maatwerkvoorziening. Inwoners moeten de ‘poetshulp’ in principe zelf regelen en betalen, maar kunnen als dat nodig is (financiële) hulp krijgen. Volgens recente uitspraken in vier inhoudelijke zaken tegen Oosterhout is de gemeente in het gelijk gesteld.
Zelfredzaam
‘Het is verenigbaar met de Wmo 2015 dat het college een beperking bij het zelf verrichten van huishoudelijke werkzaamheden niet beschouwt als een beperking bij het in staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen of het voeren van een gestructureerd huishouden’, aldus de uitspraak. Een beperking bij het zelf kunnen schoonmaken levert geen beperking op als bedoeld in de wet (artikel 1.1.1.). Met andere woorden: als iemand zelf kan regelen dat zijn/haar huis wordt schoongemaakt, is de persoon zelfredzaam genoeg en hoeft, in het kader van de Wmo 2015, niet door de gemeente worden geholpen.
Wel gemeentelijke taak
De rechtbank Gelderland oordeelt daar compleet anders over. ‘Hulp bij het huishouden valt onder het begrip maatschappelijke ondersteuning en valt onder de door de wetgever aan verweerder gegeven opdracht in de Wmo 2015. Hulp bij het huishouden is geen algemeen gebruikelijke voorziening’, vonniste de rechtbank op 17 december in negen van de tien beroepszaken die tegen de gemeente Lochem waren aangespannen. Lochem schrapte in april vorig jaar de vergoeding voor eenvoudige schoonmaak (huishoudelijke hulp). Alleen mensen die een beroep kunnen doen op de bijzondere bijstand krijgen de huishoudelijk hulp vergoed.
Compensatieplicht
In zijn verweer stelt Lochem dat de verplichting om te compenseren voor het voeren van een huishouden niet specifiek in de tekst van de Wmo 2015 staat en dat de wet geen concrete voorziening hulp bij het huishouden kent. De rechtbank Gelderland heeft dat argument van tafel geveegd en stelt dat uit de wet blijkt dat de ‘voorziening hulp bij het huishouden’ moet worden geboden als iemand dat niet meer zelf kan. De rechtbank refereert daarbij ook aan de Memorie van Toelichting en stelt dat ‘de verplichting om maatwerk te leveren in het wetsvoorstel ruimer is geformuleerd dan de compensatieplicht in de Wmo’, en dat ‘de maatwerkvoorziening aanvullend is op wat iemand zelf kan bijdragen en vormt samen met de inzet van eigen kracht of, indien van toepassing, gebruikelijke hulp of mantelzorg een samenhangend ondersteuningsaanbod, ofwel maatwerk.’ Het feit dat ‘de hulp bij het huishouden of soortgelijke omschrijvingen in de Wmo 2015 en de Memorie van Toelichting niet specifiek worden benoemd, maakt niet dat de wetgever daarmee dus bedoeld heeft dat deze niet onder de reikwijdte van de Wmo 2015 zouden vallen’, aldus de overwegingen van de rechtbank Gelderland.
Hoger beroep
In Oosterhout durven ze nog niet de vlag uit te hangen. ‘We zijn de uitspraken nu aan het bestuderen. Het zijn de eerste uitspraken van in totaal zo’n 300 zaken. Daarnaast is er nog de mogelijkheid voor inwoners om in hoger beroep te gaan’, aldus een woordvoerder van de gemeente desgevraagd. Lochem stelt op zijn site de uitspraak zorgvuldig te bestuderen en er ‘zo snel mogelijk’ op terug te komen.
Reacties: 8
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Zowel voor de WMO als de jeugdzorg bestaat er geen gelijkheidsprincipe meer in de zorg waar je, volgens de diverse wetten, recht op hebt, het is afhankelijk in welke gemeente je woont of de zorg bestaat uit goedbedoelende vrijwilligers, helpers of professionals.
Tijdens de gevechten tussen de diverse overheden en de strijdende partijen voor de rechters, vallen diegene die afhankelijk zijn van de zorgverlening, tussen de wal en het schip.
Nu is het doel al uit het oog verloren en is de machtsstrijd begonnen met als gevolg dat velen niet de hulp krijgen die ze voorgespiegeld is.
Zelfredzaamheid is een vloek geworden als je niet de mogelijkheden hebt om jezelf te kunnen redden.
De belofte: iedereen krijgt de hulp die hij/zij nodig heeft is nooit gestand gedaan door Van Rijn, althans tot nu toe zie ik geen enkele vorm van doortastendheid om zijn belofte gestand te doen.
Er zijn ministers en staatssecretarissen om minder weggestuurd en vervangen door meer nadenkende en presterende vervangers.
Diegenen die nu de hand boven het hoofd van deze wanprestatie houden, zijn evenzeer verantwoordelijk voor de gevolgen die dit heeft voor individuele gevallen die nu zonder zorg komen te zitten of de verkeerde zorg krijgen.
Overheden, neem je verantwoordelijkheden en voer de wet uit die jezelf hebt voortgebracht, heel simpel eigenlijk.
Hoop niet dat sommige ideologen menen dat marktmechanisme ook verhuizen naar een wel vergoedende gemeente moet inhouden.
Dat deze wet met inderdaad zoveel ruimte voor gemeentelijke interpretatie en regelgeving door de beide Kamers is gekomen.
Wetgevingsjuristen zijn een kostbaar en inmiddels dungezaaid goed geworden. Jammer