Advertentie
sociaal / Column

‘Technische’ Kafkasuïstiek

Erik Gerritsen, directeur van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam, beschrijft Kafkaëske situaties die zich voordoen in het spanningsveld tussen overheid en jeugdzorg.

03 maart 2014

Zoals ik in mijn vorige column al illustreerde, loop ik in ons soms overgeorganiseerde landje vanuit de jeugdzorgpraktijk regelmatig tegen Kafkaëske situaties aan. Vaak zijn deze situaties tenminste nog navolgbaar. Soms zijn ze volledig onbegrijpelijk. 

'Erg technisch' wordt dat ook wel genoemd. Zo ontving ik vorige week de volgende mail van een van mijn medewerkers over een casus waarin we als Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA) met steun van onze opdrachtgever (de Stadsregio Amsterdam) met veel onorthodox duwen en trekken dachten een mooie maatwerkoplossing te hebben gerealiseerd voor een zeer complex en kwetsbaar kind, voor wie in eerste instantie niemand plek had.

'BJAA heeft vanaf de start van de plaatsing (21-11-2013) een financiële garantstelling gekregen van de Stadsregio tot maart 2014 om B te plaatsen. B heeft een ZZP5 C-indicatiebesluit (GGZ-C) met ingang van 27-12-2013. De crisisplaatsing vanaf 21-11-2013 wordt nu nog steeds gefinancierd vanuit het noodfonds van de Stadsregio Amsterdam, ondanks de afgegeven GGZ-C indicatie. Het is niet mogelijk de plaatsing (crisis en behandeling) te financieren vanuit de GGZ-C indicatie, omdat de zorginstelling in kwestie volgens het Zorgkantoor in Midden-Brabant geen inkoopafspraken heeft voor opname op een GGZ C-pakket. Een voorstel van BJAA om de plaatsing (crisis en behandeling) van B. op de GGZ-C aan te vullen met financiering uit het noodfonds van de Stadsregio is hiermee dus niet mogelijk. De observatie, diagnostiek en behandeling die BJAA nodig acht, kan alleen gefinancierd worden vanuit een GGZ-B of LVG-indicatie. BJAA heeft een LVG-indicatie ingediend bij het CIZ, maar deze is afgewezen. BJAA heeft bezwaar aangetekend tegen dit besluit en zit nu in de bezwaarprocedure. BJAA kan geen GGZ-B afgeven. Dat kan alleen met een diagnose behandelcombinatie (DBC) door de GGZ. De zorginstelling is geen GGZ-instelling, dus kan geen DBC opstellen. Zodoende is B’s plaatsing op de zorginstelling in kwestie nog steeds op crisis en is behandeling nog niet gestart.'

Begrijpt u het nog? Alle betrokkenen zijn het eens over wat er nodig is voor B. Met veel moeite is er een zorginstelling gevonden die bereid is om B. op te nemen. Maar vanwege allerlei financieringstechniek blijkt het niet mogelijk om direct te starten met observatie, diagnostiek en behandeling. Na ruim twee maanden verblijft B. nog steeds op een crisisplek en kan de diagnostiek en het daaruit voortvloeiende behandelingsadvies nog niet aanvangen. Dit mede omdat er geen inkoopafspraken zijn tussen het Zorgkantoor en de zorginstelling in kwestie. Natuurlijk accepteert BJAA deze situatie niet en zullen we links of rechtsom alsnog een oplossing gaan forceren. Maar ondertussen zijn wel twee kostbare maanden verspeeld.

En hoe gaat het met B? Een klein deel van de zorgelijke signalen is afgenomen, maar het overgrote deel nog niet. B. heeft hevige uitbarstingen, maar hij voelt zich veilig op de zorginstelling. En gelukkig zit hij nu op een plek waar hij direct behandeling zou kunnen krijgen. Ik hoop van harte dat de gemeenten in het kader van de transitie zo snel mogelijk een einde maken aan deze contraproductieve “financieringstechniek”. De onnodige tijd die het nu kost om tegen de bureaucratie in gewoon de beste oplossing te realiseren kan beter besteed worden aan het direct helpen van kinderen in de knel.

Erik Gerritsen 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie