Te dikke kinderen
De recente beslissing van de Raad voor de Kinderbescherming om drie veel te dikke kinderen onder toezicht te stellen bracht de afgelopen tijd de gemoederen in de pers over de jeugdzorg weer flink in beweging. Zelf werd ik ook plat gebeld door de pers met verzoek om commentaar. Was er sprake van nieuw beleid? Moeten alle ouders met dikke kinderen vrezen voor ondertoezichtstelling of zelfs uithuisplaatsing? Een nieuwe jeugdzorghype lijkt geboren. Tijd om even nuchter een aantal zaken op een rijtje te zetten.
Het is niet de eerste keer dat te dikke kinderen onder toezicht worden gesteld. Collega’s van mij wisten zich een zaak van meer dan tien jaar geleden te herinneren waarin vier vreselijk dikke kinderen uit hun huis getakeld moesten worden, zo dik waren ze. Ze moesten met vier ambulances naar het VU ziekenhuis en daarna weken onder begeleiding in het VU langzaam aan vermageren. Precieze cijfers heb ik niet maar in mijn ervaring komt het niet zo vaak voor dat te dikke kinderen onder toezicht of zelfs uit huis worden geplaatst. Dan moet echt sprake zijn van – door artsen vastgestelde – “morbide” (levensbedreigende) obesitas in combinatie met ouders die onmachtig zijn om samen met de hulpverlening te doen wat nodig is om de toestand van hun kinderen te keren.
Het onder toezicht stellen van te dikke kinderen is ook geen nieuw beleid of uitbreiding van de “markt” voor jeugdzorg. Kinderen worden op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming onder toezicht gesteld door de kinderrechter als sprake is van een ernstige bedreiging van hun veilige ontwikkeling. Morbide obesitas is zo’n ernstige bedreiging. Wel is het zo dat zich onder de kinderen die in zorg zijn bij de Bureaus Jeugdzorg relatief veel dikke kinderen bevinden, omdat dit vaak één van de symptomen is van opvoedkundige verwaarlozing. Daarbij moet bedacht worden dat Bureaus Jeugdzorg er in 75% van de gevallen in slagen om ouders in het vrijwillige (drang) kader te bewegen tot meewerken met de hulpverlening.
Het is gezien de toename van obesitas onder kinderen niet uitgesloten dat er in de toekomst wat vaker sprake zal zijn van een ondertoezichtstelling, maar nieuw beleid is dat niet. Er moet nog steeds voldaan zijn aan het wettelijke criterium “ernstige bedreiging van de veilige ontwikkeling”. Dat criterium is niet van toepassing op kinderen die alleen maar wat kilo’s te dik zijn.
Daarmee is niet gezegd dat obesitas onder kinderen geen serieus te nemen probleem is. Zoals zelfstandig orthopedagoog en systeemtherapeut Steven Pont onlangs in zijn column voor het Parool schreef: “Je kind dik laten worden is moeilijk met je liefde voor dat kind te verenigen, want hij of zij loopt een verhoogde kans op orthopedische complicaties, knieklachten, pijn in de benen, rugpijn, verhoogde bloeddruk, diabetes, hart- en vaatziekten, bronchites, infecties aan de luchtwegen, huidproblemen, schimmelinfecties, slaapapneu en kanker”. Ik voeg daar nog aan toe de psychische problemen die ontstaan wanneer kinderen op school en op straat gepest worden of simpelweg niet mee kunnen doen met sport en spel.
Alle reden dus om ouders goed bewust te maken van wat zij hun kinderen aan doen wanneer zij hun kinderen laten dichtgroeien. Dat zal in de meeste gevallen voldoende zijn om ouders te bewegen hulp te zoeken om hun kinderen te laten afvallen. Lukt dat niet dan is het inzetten van drang en in het uiterste geval dwang simpelweg een kwestie van normale jeugdbescherming.
Erik Gerritsen
Voor meer columns van Erik Gerritsen, klik hier.
M.K.