Verrassende eenvoud
De concentratie van kwetsbare mensen in sociale woningbouw is een serieus probleem. Een probleem dat om oplossingen op verschillende niveaus vraagt. Op macroniveau zijn er te weinig huizen, er moeten simpelweg meer huizen bij.
Het prachtige interview in Sprank met Aedes bestuurder Hester van Buren trok onmiddellijk mijn aandacht. In dat interview signaleert Van Buren hoe de sociale huur het exclusieve domein lijkt te worden van kwetsbare mensen.
Ze zegt: ‘Wij verhuren onze woningen in toenemende mate aan mensen met psychiatrische problemen, statushouders, verslaafden, alleenstaande moeders en mensen met verstandelijke beperkingen.’ Maar is dat niet precies de taak van woningcorporaties? Om te zorgen dat iedereen, ook mensen ‘met een vlekje’, ergens kunnen wonen? Want of ze nou een vlekje hebben of niet, het zijn gewoon inwoners die recht hebben op een woning. We moeten er als samenleving aan wennen dat we deze mensen niet langer onnodig vaak in instellingen plaatsen. Waarmee ik de problemen in de sociale woningsector niet afdoe met de #gratistip ‘wen er maar aan’.
Van Buren geeft terecht aan dat de concentratie van kwetsbare mensen in sociale woningbouw een serieus probleem is. Een probleem dat om oplossingen op verschillende niveaus vraagt. Op macroniveau zijn er te weinig huizen, er moeten simpelweg meer huizen bij. De invoering van de verhuurderheffing was op z’n zachtst gezegd een domme actie en ook de markttoets zou beter kunnen verdwijnen zodat corporaties ook middenhuur kunnen bouwen in de ‘slechte wijken’.
Toch kunnen gemeenten, hulpverleners in de wijk, ook op microniveau met goede samenwerking veel bereiken. Ik moet daarbij denken aan het verhaal van een man met een psychische kwetsbaarheid die naast gezinnen met jongere kinderen woonde. De man kon af en toe onbedaarlijk schreeuwen en op de muren bonken. Hij hield zijn buren wakker en maakte de kinderen bang. De buren startten een uithuiszettingsprocedure. In plaats van deze procedure te volgen ging de gemeente met deze mensen in gesprek om eens te onderzoeken wie wat nou precies nodig had. De één een plek om af en toe flink te ontladen, de ander gewoon een goede nachtrust.
De oplossing werd heel praktisch gevonden in een geluidsdichte kamer. De buurman kon daar gereguleerd zijn spanning kwijt en de gezinnen kon weer slapen. Was deze man daadwerklijk uit huis gezet, dan was een duur traject beschermd wonen gestart, of de man was op straat terecht gekomen. Nu bespaarden de gemeente en de corporatie kosten en, belangrijker nog, konden deze mensen naast elkaar blijven wonen. Zo’n oplossing vraagt een andere kijk op problemen in wijken. Geen patiëntgerichte kijk op het indivdu, maar een community-gerichte blik op het geheel.
Het vraagt flexibiliteit en maatwerk, ook aan de achterkant. De vraag waar de geluidsdichte muren in de inkoopvoorwaarde terugkomen, mag eigenlijk niet meer gesteld worden. Als we die systemische rigiditeit los kunnen laten, en ons kunnen focussen op de creativiteit in de uitvoering, op wat mensen nou echt nodig hebben, zijn oplossingen soms verrassend eenvoudig en betaalbaar.
Erik Dannenberg
Lees hier alle columns van Erik Dannenberg
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.