Auteur: mr. Loes Olivier Vakredacteur Jeugd & Wmo
De laatste tijd krijgen we bij Schulinck veel vragen over het inrichten van een was- en strijkservice als algemene voorziening. Kan dat? Waar moet de regeling dan aan voldoen? Mag je onderzoek doen? Mogen we verschillende tarieven hanteren? Daarom geef ik hieronder 10 tips voor het goed inrichten van de algemene voorziening onder de Wmo 2015.
1. Beleidsvrijheid, maar één algemene voorziening is verplicht
Gemeenten moeten verplicht één kosteloze algemene voorziening aanbieden: onafhankelijke cliëntondersteuning (artikel 2.2.4 Wmo 2015).
Voor het overige laat de wet gemeenten vrij in het inrichten van algemene voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning. De keuzes zijn dan ook divers; van (eerste) opvang, collectief vervoer en huishoudelijke hulp, tot huiskamers in de wijk. En van maaltijddiensten en de boodschappenbus tot mantelzorgondersteuning. En dus de was- en strijkservice.
2. Maak deze toegankelijk voor iedereen of een bepaalde groep inwoner
Als gemeente kun je kiezen voor welke groep inwoners je een bepaalde algemene voorziening open wilt stellen. Dat hoeft dus niet altijd voor alle inwoners te zijn. Huishoudelijke hulp kun je bijvoorbeeld regelen voor alle inwoners die 75 jaar of ouder zijn en zelfstandig wonen en voor mantelzorgers. In plaats van het kiezen van een beperkte groep, kun je ook verschillende tarieven hanteren (zie onder 6).
3. Doe geen onderzoek, tenzij
Bij een algemene voorziening mag de gemeente geen onderzoek doen naar de persoonlijke situatie van een inwoner. De voorziening is standaard hetzelfde voor iedereen, althans iedereen die tot een bepaalde groep hoort. Al kan de ene inwoner er in praktijk uiteraard wel meer gebruik van maken dan de ander.
Wel onderzoek voor vaststellen tarief
Uit jurisprudentie blijkt dat een gemeente wel onderzoek mag doen voor het vaststellen van het tarief. Bijvoorbeeld als een gemeente een was- en strijkservice aanbiedt voor alle inwoners en daarbij verschillende tarieven hanteert voor mensen met en zonder beperking. Voor het vaststellen van het tarief, mag de gemeente enig onderzoek doen. De CRvB ziet dat niet als onderzoek voor de toegang tot de voorziening zelf. Dit onderzoek mag dus wel.
Ook onderzoek bij melding voor maatwerkvoorziening
In één geval moet de gemeente juist wel onderzoek doen. Namelijk als een inwoner een melding doet voor een maatwerkvoorziening. In stap 4 van het gebruikelijke onderzoek stelt de gemeente dan vast of een algemene voorziening voorliggend is. Dit is dus geen onderzoek voor de algemene voorziening, maar voor de verzochte maatwerkvoorziening. Ook dat mag.
Opleiding Zorgvuldig onderzoek doen in het kader van de Wmo
Leer alles over de 4 stappen van zorgvuldig onderzoek met een opleiding.
Schrijf u hier in.
4. Laat een of meerdere aanbieders de algemene voorziening uitvoeren
Een aanbieder moet de algemene voorziening uitvoeren. Een aanbieder is, volgens artikel 1.1.1 Wmo 2015, een persoon of organisatie met wie het college een overeenkomst heeft gesloten voor het leveren van de voorziening. Dat kan overigens ook een overheidsorganisatie zijn.
Gaat dat dan wel eens fout? Ja, bijvoorbeeld in een zaak over deeltaxivervoer. De gemeente verwees inwoners naar twee taxibedrijven die dit vervoer aanboden. Bij deze aanbieders moesten zij reserveren en betalen. De gemeente kon niet aantonen dat zij contracten had afgesloten met de taxibedrijven. Daarom waren zij geen ‘aanbieders’, en was er geen sprake van een algemene voorziening.
5. Regel de eigen bijdrage en de hoogte daarvan in de verordening
Artikel 2.1.4 Wmo is er duidelijk over; de verschuldigdheid en hoogte van een eventuele eigen bijdrage moeten in de verordening staan. Een bepaling in de verordening die het vaststellen van de hoogte van de eigen bijdrage delegeert aan het college is niet mogelijk, aldus de CRvB.
Lees hier de andere 5 tips op de website van Wolters Kluwer Schulinck.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.