Schuldhulpverlening loont!
Het gevoel was er al tijden: met de inzet van schuldhulpverlening voorkomen we kosten op andere plekken. Bij de toelichting op dit gevoel volgde doorgaans de bekende opsomming van de huisuitzetting, de inzet van maatschappelijk werk of andere hulpverlening en de kosten van de maatschappelijke opvang. Maar hoe zit het nou echt? Op welke plekken voorkomen we kosten door schuldhulpverlening in te zetten? En om welke bedragen gaat het? Dankzij onderzoek dat ik met Regioplan uitvoerde, hebben we eindelijk een beeld: schuldhulpverlening loont! De baten zijn gemiddeld twee keer zo hoog als de kosten en slaan met name neer bij de verstrekking van WWB en WW-uitkeringen en op het terrein van het wonen.
Het gevoel was er al tijden: met de inzet van schuldhulpverlening voorkomen we kosten op andere plekken. Bij de toelichting op dit gevoel volgde doorgaans de bekende opsomming van de huisuitzetting, de inzet van maatschappelijk werk of andere hulpverlening en de kosten van de maatschappelijke opvang. Maar hoe zit het nou echt? Op welke plekken voorkomen we kosten door schuldhulpverlening in te zetten? En om welke bedragen gaat het? Dankzij onderzoek dat ik met Regioplan uitvoerde, hebben we eindelijk een beeld: schuldhulpverlening loont! De baten zijn gemiddeld twee keer zo hoog als de kosten en slaan met name neer bij de verstrekking van WWB en WW-uitkeringen en op het terrein van het wonen.
Om na te gaan of het gevoel dat schuldhulpverlening loont ook echt klopt, heb ik met collega’s van de Hogeschool Utrecht en onderzoekers van Regioplan vijf afzonderlijke kosten-baten analyses uitgevoerd in zorgvuldig geselecteerde gemeenten. Door rekening te houden met een aantal belangrijke variabelen, hebben deze vijf gemeenten een brede zeggingskracht voor alle gemeenten. De onderzochte gemeenten gaven gemiddeld per 100.000 inwoners € 1,4 miljoen uit aan schuldhulpverlening. Hiermee werd een bedrag van € 3,2 miljoen bespaard op andere beleidsterreinen. In de afzonderlijke kosten-batenanalyses stond er tegenover elke euro die de gemeenten uitgaven aan schuldhulpverlening een bedrag aan voorkomen kosten dat varieerde van 1,70 tot 2,60 euro. We gaan er vanuit dat dit conservatieve schattingen zijn omdat zij alleen betrekking hebben op voorkomen kosten die we empirisch konden onderbouwen.
Onze conclusies zetten de bezuinigingen die bij veel gemeenten op de rol staan voor schuldhulpverlening in een bijzonder licht. Doordat er met schuldhulpverlening ook allerlei kosten worden voorkomen op andere plekken, is het geen uitgemaakte zaak dat een bezuiniging ook leidt tot geringere uitgaven. In tegendeel zelfs. Voor gemeenten die de schuldhulpverlening goed georganiseerd hebben, waar er sprake is van efficiënte en effectieve ketensamenwerking en die serieus werk maken van preventie geldt dat een bezuiniging geld kost in plaats van dat het geld oplevert.
De analyse dat er met de inzet van schuldhulpverlening met name kosten worden voorkomen bij de verstrekking van uitkeringen en op het terrein van het wonen, leidt tot twee voor de hand liggende aanbevelingen aan gemeenten. In de eerste plaats lijkt het zinvol om de uitvoering van de WW maar vooral de WWB te verknopen met de uitvoering van de schuldhulpverlening. Door mensen met een WW of WWB-uitkering te verplichten om hun schuldenproblematiek aan te pakken, kan worden bijgedragen aan een snellere uitstroom uit de uitkering. Deels omdat opgeloste schulden een stimulans zijn voor mensen om (weer) aan het werk te gaan of meer te gaan werken. Maar ook omdat werkgevers niet zitten te wachten op medewerkers die veel werk met zich meebrengen vanwege beslagen op hun inkomen of waarbij sprake is van een verhoogd ziekteverzuim door psychosociale problematiek. Voor de meeste schuldenaren met een WWB of WW uitkering geldt dat de samenwerking tussen de schuldhulpverlening en de uitkerende instantie een stuk nauwer kan. Als blijkt dat schuldenproblematiek leidt tot een gemiddeld langere uitkeringsduur (wat dit onderzoek uitwijst), dan ligt het voor de hand het gedrag van uitkeringsgerechtigden zo te beïnvloeden dat zij zowel actief en effectief naar werk zoeken als dat zij al dan niet ondersteund hun bestedingspatroon aanpassen en het aflossen van hun schulden tot hun eigen doel maken.
In de tweede plaats vormen de resultaten van dit onderzoek aanleiding voor gemeenten om nog nadrukkelijker in gesprek te gaan met de partijen die profiteren van de inzet van schuldhulpvelrening. Denk hierbij onder meer aan de energiebedrijven en woningcorporaties. Nu blijkt dat er naast de gemeente ook anderen in hoge mate profiteren van de inzet van schuldhulpverlening, lijkt het de moeite waard om met hen na te gaan welke mogelijkheden er zijn voor co-financiering.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.