Advertentie
sociaal / Achtergrond

Schouders onder de schuldhulp

Schouders Eronder is ruim een jaar onderweg. Wat levert het programma ter bevordering van kennis over schuldhulpverlening gemeenten daadwerkelijk op? Programmamanager Christophe Geuskens en gemeentelijke gangmakers blikken terug. ‘We draaien allemaal aan verschillende knoppen.’

12 oktober 2018

Evaluatie landelijk programma

‘Het was niet makkelijk in het begin. Men vroeg zich af wat ik als buitenstaander eigenlijk kwam doen’, herinnert Elma Vriezekolk zich. De communicatiespecialist is in het kader van het programma Schouders Eronder gangmaker bij de gemeente Nijmegen. Het is haar taak om ervoor te zorgen dat het kennisniveau in de lokale schuldhulpverlening wordt opgekrikt en dat de gemeente van de meest effectieve methoden gebruikmaakt. ‘Je moet eerst de juiste mensen leren kennen en te weten komen welke stappen er in de organisatie eerder zijn gezet. Je wilt niet als een olifant door de porseleinkast stormen.’

Vriezekolks verhaal over haar geleidelijke introductie bij de gemeente Nijmegen is volgens landelijk programmamanager Christophe Geuskens exemplarisch. ‘Ik ben erg tevreden over de manier waarop gemeenten zich open hebben gesteld’, laat hij weten. ‘Aanvankelijk twijfelden wij of we buitenstaanders als gangmakers zouden inzetten. Ik denk toch dat we er goed aan hebben gedaan mensen van buiten de cultuur van de organisatie en met een frisse blik in te zetten. Zij denken buiten de vaste patronen.’

In een evaluatie van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) werd in juni 2016 geconcludeerd dat gemeenten op de goede weg zijn. ‘Toch kan het kabinet zich, mede door het onderzoek van de Nationale ombudsman, niet aan de indruk onttrekken dat te vaak mensen om diverse redenen niet of tevergeefs aankloppen bij de gemeenten’, schreef toenmalig staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, PvdA) in haar aanbiedingsbrief aan de Tweede Kamer. ‘En de dienstverlening is niet in alle gevallen voldoende afgestemd op de individuele omstandigheden.’ Geconcludeerd werd dat geïnvesteerd moest worden in professionaliteit van de schuldhulpverlening en dat innovatieve aanpakken doorontwikkeld en verspreid moesten worden. Eind dat jaar was het programma Schouders Eronder opgezet om handen en voeten te geven aan die conclusies.

Link
Het werk van de gangmakers is één van de lijnen van Schouders Eronder, legt Geuskens uit. Zij moeten van de schuldhulpketens lerende organisaties maken. ‘Wij werken daarnaast aan onderzoek, aan kennis opdoen, ontwikkelen en delen en ook aan scholing. Maar het zijn onze gangmakers die echt onze link naar de gemeenten zijn’, aldus Geuskens. ‘Er is in Nederland veel wetenschappelijke kennis en knowhow over schuldhulp beschikbaar, maar je ziet die nog niet overal doorsijpelen. Er wordt door gemeenten nog te veel los van elkaar gewerkt en ik zie regelmatig het wiel opnieuw uitgevonden worden. Wij willen zo veel mogelijk verbindingen leggen om het leerproces efficiënt te maken. Lokaal willen wij de keten verbinden, en landelijk zo veel mogelijk de best practices.’

Het verbinden van de hulpverleningsketen was bij uitstek waar Karin Bijleveld, gangmaker bij de gemeente Maassluis, mee aan de slag ging. ‘De gemeente wilde met dezelfde middelen beter gaan werken. We hebben eerst eens op een rijtje gezet welke instantie wat doet, en welke dat het beste doet. Dat geeft duidelijkheid’, zegt Bijleveld. ‘Dat bevordert de doorloop, voorkomt miscommunicaties en dubbel werk.’

Maassluis wil gaan experimenteren met een regierol voor de sociale wijkteams. Ook wil de gemeente aan inwoners via het regionale participatiebedrijf Stroomopwaarts een financiële apk aanbieden. Daarmee kunnen die checken of er optimaal gebruik van de minimavoorzieningen wordt gemaakt. ‘Mijn werk is vooral geweest om partijen bij elkaar te brengen, te inventariseren waar men tegenaan loopt, te netwerken en te verbinden’, blikt Bijleveld terug.

Ook Elma Vriezekolk was druk doende connecties te leggen. ‘In Nijmegen is er een succesvolle proef gedraaid met een financieel expert bij drie wijkpunten. Zij gaan mensen helpen met een eerste scan en een juiste doorverwijzing. Om erachter te komen of dat werkt, moest men natuurlijk wel de weg naar die financieel experts kennen.’ Daarvoor organiseerde Vriezekolk een symposium waarbij zo veel mogelijk verwijzers werden uitgenodigd. ‘Achteraf kregen wij als aanbeveling om ook huisartsen en praktijkondersteuners te betrekken. Zorgmijding is niet zelden een signaal. Een huisarts vertelde onlangs dat de helft van de bezoekers in de wachtkamer eigenlijk niet bij haar, maar bij een andere hulpverlener zou moeten zitten.’

Ook maakt Vriezekolk gebruik van ideeën die ze via landelijke bijeenkomsten van collega’s in andere gemeenten oppikte. ‘Op Walcheren wordt een handige kaart gebruikt met gesprekstechnieken om geldproblemen bespreekbaar te maken. Vanuit Amsterdam heb ik input gekregen voor een voorlichtingscampagne, zodat mensen in een vroeg stadium aan de bel trekken en niet te lang wachten.’

Verschillende knoppen
Maud Diemer, gangmaker bij de gemeente Groningen, keek in de keuken bij Deventer en Tilburg. ‘We draaien allemaal aan verschillende knoppen. Dat maakt het interessant om in gesprek te gaan met collega’s bij andere gemeenten. Naar Deventers model willen wij een werkgeversloket opzetten om een dialoog op gang te krijgen tussen werkgevers en werknemers die met loonbeslag te maken hebben. Van de werkgevers heeft 62 procent te maken met werknemers met geldproblemen. Een werkgever is volgens het Nibud al snel 13.000 euro per jaar kwijt aan een werknemer met financiële problemen vanwege administratie, verzuim en productiviteitsverlies. Het valt ons echter op dat werkgevers nog niet zo snel een rol voor zichzelf zien weggelegd om met hun werknemers het gesprek aan te gaan over loonbeslag. Ze zien het soms zelfs als reden voor ontslag.

Werkgevers zouden werknemers kunnen wijzen op minimavoorzieningen waardoor het aantal loonbeslagen op termijn zou kunnen afnemen. Daar is iedereen bij gebaat, en in Deventer werkt dat goed.’ Naar Tilburgs model wil Groningen met de rechtbank experimenteren met een schuldenrechter. ‘Het formele minnelijke traject duurt nog te lang; gemiddeld twee jaar’, aldus Diemer. ‘Dat willen we inkorten. Het is misschien een beetje stout idee, maar wij spelen hier met de mogelijkheid van een persoonlijk faillissement, zoals dat ook over een bedrijf kan worden uitgesproken. Daarbij worden aan de voorkant van het traject al afspraken gemaakt met schuldeisers. Wettelijk is dat al mogelijk. Het wordt alleen nog niet gedaan, tenminste niet voor personen.’

Zelf zal Groningen op den duur ook op nieuwsgierige blikken in haar keuken kunnen rekenen. Diemer: ‘De gemeente is met de Kredietbank bezig met een blockchainproject voor het ontsluiten van cliëntdossiers. Groningers met schulden staan nu nog bij diverse instanties geregistreerd. Bijvoorbeeld bij de kredietbank én bij werk en inkomen én bij het Centrum voor jeugd en gezin. Dat zijn allemaal kolommen die we met blockchaintechnologie hopen te integreren op een manier die AVG-proof is. Ook cliënten hebben toegang tot dat dossier. Zo bevorderen we hun eigen regie.’

Nieuwe rol
Vier maanden onderzoek naar de keten van de schuldhulpverlening in Stichtse Vecht leverde op dat hulpverleners van die gemeente er eerder bij moeten zijn en dat een integrale aanpak nodig is. ‘Ook moesten schuldhulpverleners een nieuwe rol in de keten krijgen en al in de nulde lijn bereikbaar zijn’, zegt gangmaker Ricco de Goede, zelf eerder schuldhulpverlener en betrokken bij het optuigen van wijkteams. ‘Het is ook belangrijk dat we denken vanuit de inwoner en niet vanuit het systeem. Wil je mensen echt helpen, dan heb je kennis over schuldhulpverlening en gedragsverandering nodig’, aldus De Goede.

‘We zijn gaan experimenteren op casusniveau. Een heel concreet voorbeeld: er was een vrouw die met meervoudige problematiek kampte en vanwege een huurschuld van 2.000 euro haar huis uit moest. De gemeente heeft uiteindelijk haar huurschuld overgenomen, rentevrij. De afweging om dit te doen was heel simpel. We stelden namelijk de vraag: wat kost het als we dit níét doen? Een simpele kosten-batenanalyse. Als de gemeente de stap weet te maken dat dit het nieuwe systeem wordt, vindt de schuldhulp meer aansluiting bij de inwoners, wordt duurzamer, goedkoper en sneller.’

Om de optiek van de cliënt beter te leren kennen, heeft Stichtse Vecht zogeheten klantreizen laten reconstrueren. ‘Daaruit wordt ook duidelijk met welke partijen een cliënt te maken krijgt en hoe hij of zij dat ervaart’, aldus De Goede. ‘We hebben daarbij gemerkt dat het ook voor onze partners lastig te bepalen is wat de juiste hulp is op het juiste moment en hoe je samenwerkt in de keten. Daarvoor heb ik samen met gangmaker Elma Vriezekolk van Nijmegen een tool gemaakt die gefaseerd laat zien welke signalen naar welke hulpverlening moeten leiden. Stichtse Vecht wil nu een vast systeem maken van het maatwerk. De casuïstiek willen we bespreken met alle domeinen: inkomen, Wmo, schulden, jeugd en sociale activering. Als we daarbij vastlopen, gebruiken we de omgekeerde toets. Die methodiek gaat in de eerste instantie van de behoefte van de inwoner uit; pas daarna van het juridisch kader.’

Terug naar landelijk programmamanager Christophe Geuskens. Wanneer is Schouders Eronder voor hem geslaagd? ‘Over de ontwikkelingsagenda’s van de gemeenten ben ik al heel tevreden. Maatwerk was het motto toen we hiermee aan de slag gingen. Elke gemeente bevindt zich immers in een ander stadium met de ontwikkeling van de schuldhulpverlening. Sommige gemeenten zijn al een paar jaar goed bezig en andere zijn nog net begonnen’, aldus Geuskens.

‘Hoofdzaak is natuurlijk dat mensen met schuldenproblemen sneller en beter worden geholpen, maar dat is een zaak van de langere termijn. Het project met de gangmakers loopt op 1 januari af. Wij zijn met het ministerie in gesprek over verlenging, maar het gangmakerschap bij gemeenten moet tegen die tijd zijn overgedragen aan mensen uit de lokale hulpketen. De mate waarin dát slaagt, wordt op korte termijn onze graadmeter.’


Schouders eronder
Juli vorig jaar werd bekendgemaakt dat er een landelijk programma zou komen voor de verbetering van de kennis en het vakmanschap in de schuldhulpverlening. Signaleren, oplossen en voorkomen van schulden moest sneller en beter gaan. In het project werken Divosa, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de NVVK, Sociaal Werk Nederland en de Landelijke Cliëntenraad samen. Sociale Zaken en Werkgelegenheid maakte er 5,6 miljoen euro voor vrij.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie