Scherp contracteren (2)
Als gemeenten niet scherp contracteren dreigt een verschil tussen de resultaatsverplichting die opgelegd wordt aan gemeenten, en de mate waarin die resultaatsverplichting door hen via een contract is doorgelegd naar een zorgaanbieder.
In mijn vorige column is een aantal aandachtspunten genoemd bij het contracteren over de taken die gemeente krijgen toegedeeld in de zorg. In dit tweede deel worden nog een aantal aandachtspunten genoemd.
Wij wezen op de noodzaak van het goed “doorvertalen” van de zware verantwoordelijkheden die gemeenten krijgen toebedeeld in de overeenkomsten met de zorgaanbieders. Het betekent uiteraard niet dat die zorgaanbieders exact dezelfde verantwoordelijkheid als die betreffende gemeenten krijgen. Hun positie is anders. Wel dat voorzover die verantwoordelijkheid in handen van de betreffende zorgaanbieder komt, de gemeente optimale zekerheid moet hebben dat de dienstverlening wordt verricht zoals de wetgever dit van de gemeente verlangt. Blijkens de Memorie van Toelichting op de Wmo 2015 laat de wetgever beleidsruimte aan gemeenten bij het opdragen van de verplichtingen aan zorgaanbieders. Bij het onvoldoende scherp contracteren op dit punt dreigt een verschil tussen de resultaatsverplichting die opgelegd wordt aan gemeenten, en de mate waarin die resultaatsverplichting door hen via een contract is doorgelegd naar een zorgaanbieder. Dat is onwenselijk. Van gemeenten wordt op basis van de wet dan een mate van zorg verlangd, die zij niet kunnen leveren omdat die onvoldoende scherp contractueel is afgebakend.
Bijvoorbeeld de kwaliteit van de wijze waarop maatwerkvoorzieningen danwel individuele voorzieningen worden aangeboden. De wet geeft richtlijnen voor gemeenten en zorgaanbieders, en laat ook hier een ruime beleidsvrijheid aan gemeenten, maar de Wmo 2015 gaat wel uit van een resultaatsverplichting. Voor zorgaanbieders zou dat kunnen betekenen dat zij zich vooral richten op de kwaliteit die contractueel van hen wordt verlangd, wat niet synchroon hoeft te lopen met de kwaliteit die wettelijk van gemeenten wordt gevergd. Het komt dan aan op heldere contractsbepalingen.
De financiële aspecten vormen een belangrijk onderdeel van de contracten. Ook omdat de financiële kaders van de zorgwetgeving wijzigen. In de media wordt wel geschreven dat feitelijk sprake is van een bezuinigingsoperatie. De wetgever is hier overigens niet geheimzinnig over. De wetgever is van mening is dat de kosten uit de hand liepen en dat hij die kosten wil inperken. De consequentie is evenwel dat die bezuinigingsmaatregel voor rekening van de gemeenten komt. Omdat gemeenten dus zijn gebonden aan een strak budgettair kader, is het niet alleen verstandig heldere contract afspraken te maken over de geldende tarieven te maken maar ook over de wijze van factureren. Hierbij moet niet worden vergeten dat de bijlage die doorgaans daartoe aan een contract wordt gehecht, via een verwijzing in de overeenkomst contractuele waarde heeft. Een dergelijke bijlage moet dus ook juridische de test kunnen doorstaan en goed aansluiten op het contract. Bovendien is het verstandig om bij omvangrijke operaties als de onderhavige, een heldere en duidelijke considerans op te nemen. Mochten er immers conflicten komen, dan zal de rechter primair uitgaan van de wijze waarop partijen hun contract hebben geformuleerd. En voor de rechter is de considerans altijd een goede leeswijzer.
Hierna volgt nog een derde en laatste deel met aandachtspunten bij het contracteren en aanvullende opmerkingen.
Michael de Groot en Jurgen Vermeulen
Auteurs zijn advocaten bij Lawton in Rotterdam
Meer columns van Michael de Groot leest u hier.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.