Rotterdam scoort sociaal slecht

Dat de zogenoemde vogelaarwijken niet erg goed uit de bus kwamen was geen verrassing voor wethouder Jantine Kriens. ‘Iedereen weet dat je in het Molenlaankwartier onbezorgder woont dan in de Tarwewijk', stelde zij tijdens de presentatie van de index vast. Via de sociale index wil de wethouder de gevoelens objectief maken, zodat ‘we ons gezamenlijk kunnen inspannen om van elke buurt een plek te maken waar het prettig wonen is’.

De index is volgens woordvoerster Anja Pels van de gemeente voor zeventig procent gebaseerd op gesprekken met de inwoners van de wijken. ‘We hebben elfduizend mensen geïnterviewd.’ De overige dertig procent van de index bestaat uit feitelijke gegevens over werkloosheid, bevolkingssamenstelling en andere zaken. ‘Zo hebben we een mooi gewogen instrument om de problemen nu eens tot in detail in kaart te brengen’. Je ziet in een oogopslag waar de sterke en waar de zwakke punten van een bepaalde wijk liggen.

In totaal scoren vijf wijken onder de vijf, waarmee ze tot probleem worden betiteld. Van de 64 Rotterdamse wijken komen er 25 tussen de vijf en de zes. Zij worden als sociaal kwetsbaar bestempeld. Slechts twaalf wijken halen een cijfer boven de zeven. Dit zijn ‘de sociaal sterke wijken’.

‘Problemen doen zich vooral voor in de wijken waar de taalvaardigheid achterblijft, waar geen werk is en waar de armoede groot is, aldus Pels. ‘Maar soms zie je dat juist deze wijken dan weer opvallend goed scoren op het onderheel sociale binding.’

En dat is volgens haar de kracht van deze index. ‘Nu we weten dat mensen in bijvoorbeeld Feijenoord zich ondanks een sociale achterstand sterk betrokken voelen bij de wijk, kunnen we daarbij aanhaken en de problemen in samenwerking gerichter aanpakken.’