Advertentie
sociaal / Nieuws

Re-integratievoorzieningen voor gedetineerden ontbreken

Na detentie moeten gevangenen zonder werk geregeld een uitkering aanvragen.

27 juni 2023
Criminaliteit-Amsterdam-shutterstock-1642254676.jpg

Met name kleinere gemeenten hebben geen specifieke voorzieningen voor het begeleiden van de re-integratie van gedetineerden. Dat terwijl juist de gemeente in het re-integratietraject als procesregisseur verantwoordelijk is. Dat is in 2019 afgesproken in het bestuurlijk akkoord Kansen bieden voor re-integratie, dat onder de loep is genomen door de Inspectie Justitie en Veiligheid en Toezicht Sociaal Domein.

Projectleider en Strategisch Adviseur S12

JS Consultancy
Projectleider en Strategisch Adviseur S12

Projectmanager nieuw gemeentehuis

Yacht
Projectmanager nieuw gemeentehuis

De resultaten komen samen in het rapport Samen werken aan een nieuwe start. De Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV) en Toezicht Sociaal Domein (TSD) zijn nagegaan hoe de samenwerking tussen ketenorganisaties sinds de invoering van het bestuurlijk akkoord verloopt. Zij hebben daarbij gekeken naar ervaringen uit de praktijk.

Bestuurlijk akkoord Kansen bieden voor re-integratie

Jaarlijks keren ongeveer 25.000 gedetineerden na detentie terug in de maatschappij. Een aanzienlijk deel van deze groep belandt na vrijlating opnieuw in de gevangenis. Onderzoek laat zien dat werken aan re-integratie gedurende gevangenschap, maar ook daarna, een belangrijke bijdrage kan leveren aan het voorkomen van recidive. Die hulp is gericht op het op orde krijgen van een aantal basisvoorwaarden. Denk aan het hebben van een geldig legitimatiebewijs, huisvesting, werk en inkomen, financiën en het aanpakken van schulden, zorg, aangevuld met een (niet crimineel) sociaal netwerk.

Hiervoor is samenwerking tussen verschillende organisaties noodzakelijk. In het bestuurlijk akkoord Kansen bieden voor re-integratie hebben in juli 2019 de belangrijkste ketenorganisaties afspraken gemaakt over deze samenwerking. De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), de drie reclasseringsorganisaties, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en toenmalige minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker hebben zich gecommitteerd aan dit akkoord.

Voorzieningen ontbreken

Het onderzoek wijst uit dat vooral kleine gemeenten, die nauwelijks te maken hebben met uitstromende gedetineerden, geen specifieke voorzieningen hebben getroffen voor het begeleiden van de re-integratie van gedetineerden. Zo komt het geregeld voor dat een gedetineerde die geen werk heeft na detentie nog een uitkering moet aanvragen. Dit omdat de gemeente geen mogelijkheden biedt om dit tijdens detentie al te doen. ‘Het kan dan – gelet op de wettelijke termijnen – acht weken duren voordat de gemeente een beslissing neemt op een aanvraag’, constateert het rapport. In dat geval is er weliswaar een overbruggingstoelage – het zogenaamde ‘broodnood’ – maar dat bedrag is ‘slechts bedoeld om eten te kopen’. Een voorschot op de uitkering is evenmin een optie, aangezien dat pas na vier weken kan.  

Gebrekkige informatiedeling

Daarnaast komt de informatiedeling onvoldoende tot stand. Dit komt deels door de softwaresystemen, die gegevensuitwisseling belemmeren. Bij een gevangenneming wordt de gemeente via het Informatieportaal justitiabelen (Injus) op de hoogte gebracht. De informatie die gemeenten via Injus ontvangen is echter summier. TSD en Inspectie JenV: ‘Veelal is enkel een start- en een verwachtte einddatum opgenomen, en is de vraag of er hulpvragen zijn beantwoord met een enkel ja of nee. De contactgegevens van de casemanager zijn vaak niet opgenomen, waarmee het voor de nazorgcoördinator van de gemeente moeilijk is contact op te nemen met de casemanager.’

Hoewel de inwerkingtreding van de Wet straffen en beschermen (Wet S&B, op 1 juli 2021 in werking getreden) er voor heeft gezorgd dat het delen van informatie met ketenorganisaties makkelijker is geworden, blijft gegevensuitwisseling vaak achterwege. In een aantal gevallen wordt de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) aangevoerd als argument om een informatieverzoek van een ketenorganisatie te weigeren. Maar volgens medewerkers van gemeenten, die de inspecties hebben gesproken, is dit onterecht. Zij menen dat dit te maken heeft met onbekendheid met de mogelijkheden die de Wet S&B biedt om informatie te delen.

Als er overleg met de ketenorganisaties plaatsvindt, is dat veelal ad hoc

TSD en Inspectie JenV

Tijdgebrek

Om de samenwerking te versterken is met de invoering van het bestuurlijk akkoord meer nadruk gelegd op trajectgesprekken. Voor deze gesprekken zouden de ketenorganisaties ‘op structurele basis’ bij elkaar moeten komen om een re-integratietraject te bespreken. In de praktijk worden deze trajectgesprekken nauwelijks gevoerd. Dit heeft vooral te maken met een gebrek aan tijd, zeggen de inspecties. ‘Als er overleg met de ketenorganisaties plaatsvindt, is dat veelal ad hoc, bijvoorbeeld wanneer medewerkers van de reclassering of gemeente toevallig in de PI [Penitentiaire inrichtingen, red.] aanwezig zijn’.

Zorg- en Veiligheidshuizen

Dat neemt niet weg dat er geen verbeteringen zichtbaar zijn. Het bestuurlijk akkoord en de Wet S&B hebben eraan bijgedragen dat er meer urgentie is ontstaan om samen te werken. Er zijn pilots en initiatieven gestart om de samenwerking een impuls te geven. Als gevolg daarvan zijn er bijvoorbeeld vaker gemeentemedewerkers in penitentiaire inrichtingen te vinden. 

En re-integratietrajecten worden vaker gezamenlijk gestart. Dat wil zeggen: met de gedetineerde, de casemanager, de reclassering en de gemeente. Verder is een aantal gemeenten in het kader van re-integratie gaan samenwerken met Zorg- en Veiligheidshuizen. Hier werken justitie, zorg en bestuur samen bij de aanpak van complexe problematiek rond overlast, huiselijk geweld en criminaliteit. TSD en Inspectie JenV zien dat hierdoor een casus vaker wordt besproken met alle ketenorganisaties.

Gemeenten meer betrokken

Desondanks is de algehele conclusie dat een intensivering van de samenwerking noodzakelijk is. De inspecties komen dan ook met een aantal aanbevelingen. Zo moeten gemeenten en de drie reclasseringsorganisaties ervoor zorgen ‘dat alle medewerkers op de hoogte zijn van de mogelijkheden om informatie te delen met ketenorganisaties.’ Gemeenten in het bijzonder moeten in een vroeg stadium van detentie betrokken zijn bij het re-integratieproces, ook wanneer een gemeente niet vaak te maken heeft met instroom van ex-gedetineerden.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie