Ratjetoe aan individuele studietoeslagen
Ook na vier jaar Participatiewet is de individuele studietoeslag in sommige gemeenten nog steeds een fractie van het bedrag in andere steden. Studenten met een arbeidsbeperking in de Parkstadregio lopen daardoor tot 10.000 euro mis in vergelijking tot hun Amsterdamse lotgenoten.
Verschillen tussen gemeenten niet verkleind
Diverse belangenorganisaties, waaronder de Landelijke Studentenvakbond (LSVb), riepen gemeenten op om de studietoeslagen te verhogen nadat Binnenlands Bestuur de verschillen in 2015 had onderzocht. Veel haalde dit niet uit. De bedragen die arbeidsbeperkte jongen ontvangen, liggen op jaarbasis nog altijd duizenden euro’s uit elkaar, zo blijkt uit een nieuwe steekproef.
Woon je als arbeidsbeperkte jongere in de Zuidoost-Limburgse Parkstadregio (Heerlen, Kerkrade, Brunssum, Landgraaf, Onderbanken, Simpelveld, Voerendaal en Nuth) dan krijg je met 360 euro per jaar tot bijna twaalf keer zo weinig individuele studietoeslag als lotgenoten uit bijvoorbeeld Amsterdam of Maastricht, waar jongeren boven 23 jaar rond de 4.300 euro ontvangen. Iemand die per 1 januari 2015 in de Parkstadgemeenten een studie begon, heeft zo, afhankelijk van zijn of haar leeftijd, tussen de 7.600 en de 13.600 euro misgelopen in vergelijking met studenten die in Amsterdam wonen.
Sinds de invoering van de Participatiewet per 2015 regelen gemeenten zelfstandig de individuele studietoelagen voor arbeidsbeperkte jongeren vanaf 18 jaar. Dit zijn de jongeren die ondanks hun handicap nog wel arbeidsvermogen hebben. Gemeenten mogen zelfstandig hoeveel studietoeslag zij bieden.
Negatieve gevolgen
De individuele studietoelage was tot 2015 een zaak van de rijksoverheid en werd uitbetaald door het UWV. Iedere studerende arbeidsbeperkte jongere met kans op werk viel voorheen onder de zogeheten Landelijke Studieregeling en kreeg 25 procent van het minimumloon. Dat is, afhankelijk van de leeftijd, tussen de 2.049 en 4.505 euro per jaar. Gemeenten leggen nu zelfstandig hun individuele studietoelage vast in een verordening. Deze moet op 1 juli 2015 vastgelegd zijn. Dit had voor veel jongeren negatieve gevolgen: nagenoeg overal zijn ze flink naar beneden bijgesteld, tot soms zelfs nog maar een fractie van de oude studieregeling.
ISD Kompas, de gezamenlijke sociale dienst van Nuth, Voerendaal en Simpelveld, bevestigt bij monde van een beleidsmedewerker dat de hoogte van de studietoeslag er de laatste jaren met 360 euro per jaar nagenoeg gelijk is gebleven. ‘Het bedrag is twee maal opnieuw geïndexeerd, wat een paar euro kan schelen.’ De beleidsmedewerker laat weten dat de Parkstadgemeenten de hoogte van de studietoeslag samen hebben vastgesteld. ‘Daarbij is, zoals in de verordening staat, aansluiting gezocht bij de individuele inkomenstoeslag’, vult zij aan. ‘Het moest vooral een tegemoetkoming blijven en geen vervanging voor een Wajonguitkering worden.’ Volgens de beleidsmedewerker staat de individuele studietoeslag ook komende tijd niet op de raadsagenda’s in de desbetreffende gemeenten.
Haarlem valt met een studietoeslag van 361 euro per jaar ook onder de groep ge meenten met de laagste individuele studietoeslag. Het gemeentebestuur werd in 2016 door de ChristenUnie gevraagd naar een verklaring over de gehanteerde hoogte.
Het Haarlemse college stelde daarop dat er verschillende hoogten van studietoeslag zijn, omdat het vaststellen een gemeentelijke bevoegdheid is ‘en gemeenten maken hierin nu eenmaal verschillende keuzes’. Volgens het toenmalige college was er daarnaast onzekerheid over de aantallen aanvragen en het landelijk beschikbare budget. De keuze viel daarom (net als in de Parkstadgemeenten) op het koppelen van de individuele studietoeslag aan de individuele inkomenstoeslag, die op dat moment 361 euro bedroeg.
Laag inkomen
Volgens Haarlem ligt deze koppeling voor de hand: iemand die voor individuele studietoeslag in aanmerking komt, heeft geen recht op individuele inkomenstoeslag en het gaat in beide gevallen om een doelgroep met een laag inkomen. Daarnaast is volgens het college de individuele studietoeslag een extra inkomensondersteunende regeling bovenop de studiefinanciering. De toegankelijkheid van het onderwijs voor studenten met een beperking is volgens het college niet in het geding.
De Landelijke Studentenvakbond lanceerde in april samen met CNV Jongeren een website met een overzicht van de studietoeslagen van vijftig gemeenten met een grote studentenpopulatie om aandacht te vragen voor de kwestie en studenten de mogelijkheid te geven hun gemeenten aan te spreken op lage studietoeslagen.
Geertje Hulzebos, voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond, reageert verontwaardigd op de conclusie dat er in drieënhalf jaar bijna niets is veranderd aan de sterk uiteenlopende studietoeslagen. ‘Ik denk dat het van groot belang is dat studenten, ongeacht de gemeente waarin ze wonen, dezelfde gelijke rechten hebben. Dit kan natuurlijk niet. Het lijkt me belangrijk dat deze rechtsongelijkheid met een landelijke maatregel wordt hersteld.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.