Sociale teams: de uitdagingen voor 2017
Sociale teams: de uitdagingen voor 2017. De elf opvallendste.
Hoe gaat het met de sociale teams in Nederland? Om die vraag te beantwoorden hebben wij hier al enkele keren bericht over de ervaringen bij afzonderlijke teams. En begin 2016 bleek uit onderzoek van Movisie dat veel teams kampen met een hoge caseload, waardoor ze nog niet toekomen aan onder meer preventief en outreachend werken en ondersteuning en facilitering van informele netwerken en collectieve voorzieningen in de wijk. Om een beter beeld te krijgen van de werkelijke stand van zaken heeft RadarAdvies de tweede helft van afgelopen jaar ruim veertig kleine en middelgrote gemeenten gesproken over hun sociale teams. Ook voor 2017 blijken er nog heel wat uitdagingen te liggen. De elf opvallendste daarvan hebben we hieronder voor u verzameld.
1. Voldoende capaciteit en expertise
Een aantal gemeenten werkt aan een brede samenstelling van het sociaal team, met expertise uit schuldhulpverlening, GGZ en jeugdhulp. Daardoor is het mogelijk om ook mensen met zwaardere problematiek laagdrempelig hulp te bieden, in hun eigen omgeving. En dat voorkomt weer onnodig lange specialistische trajecten waarop het sociaal team geen zicht meer heeft.
2. Afstemming in de keten
De verbinding tussen toegangsconsulenten en het laagdrempelige aanbod in de buurt moet beter, om ook terugverwijzingen mogelijk te maken. Goede samenwerkingsafspraken met netwerkpartners voorkomen onnodige doorverwijzingen naar specialistische ondersteuning en zorg. Sommige gemeenten proberen de inzet van jeugd-GGZ te verminderen door de teams op locatie te laten werken bij huisartsen en scholen en zo tot een betere afstemming te komen.
3. Optimalisatie werkprocessen
Gemeenten zoeken naar manieren om de samenwerking en afstemming tussen hulpverleners te verbeteren. Daarvoor zullen ze het hulpverleningsproces strakker moeten coördineren en meer regie moeten houden op casussen. In veel gevallen is nog sprake van gescheiden teams voor Wmo en jeugd. Ter voorkoming van versnippering van hulpaanbod en toegang voor inwoners ontwikkelen sommige gemeenten gezamenlijke toegang of teams onder gezamenlijke coördinatie. Soms ook met een mandaat of bindende adviesfunctie voor toegang tot ondersteuning vanuit Wmo, schuldhulpdienstverlening, jeugdhulp en participatie. Verder kwamen we ook samenwerking tegen op het gebied van de huisvesting en de onderlinge koppeling van registratiesystemen van teams.
4. Eropaf, stimuleren burgerinitiatieven en informele inzet
Het lukt nog lang niet overal om bijvoorbeeld burgerinitiatieven en informele inzet te stimuleren door eropaf te gaan. Deels komt dat door de werkdruk. Maar teams vinden het vaak ook gewoon lastig om bewoners goed te betrekken en verbindingen te leggen in de buurt.
Het gevaar bestaat dat teams die zich met name richten op de zwaardere gevallen slecht zichtbaar zijn omdat ze onvoldoende aansluiten op het netwerk rondom inwoners. Gemeenten waar dit speelt onderzoeken of ze de opdracht aan het team kunnen herformuleren en of er mogelijkheden zijn om een breed georiënteerd en samengesteld team te vormen. Verschillende gemeenten werken aan verbinding met de (netwerken in) wijken, een betere zichtbaarheid en een goede informatievoorziening naar burgers. Een aantal gemeenten gaat bovendien de overschotten op Wmo en Jeugdzorg 2015 inzetten voor vernieuwing in het sociaal domein, bijvoorbeeld om de slag naar de buurten te maken.
5. Ontwikkelen collectief aanbod
Er is een goede inrichting van de basisinfrastructuur nodig om af te kunnen schalen, en bijvoorbeeld informele zorg in te kunnen zetten. Daarbij hebben we het over het samenspel van informele en collectieve, algemeen toegankelijke voorzieningen, diensten en netwerken in een bepaald gebied, dicht bij inwoners. Sommige gemeenten onderzoeken welk individueel aanbod ze kunnen omzetten in collectieve diensten of voorliggende voorzieningen. Denk daarbij aan andere vormen van dagbesteding, met inzet van de buurt, en verschuiving van begeleiding van licht verstandelijk beperkten en GGZ naar de 0e en 1e lijn.
6. Integratie Werk en Inkomen
De integratie van Werk & Inkomen in de sociaal wijkteams is in veel gemeenten nog niet op orde. Daar liggen goede kansen, omdat eventuele schuldenproblematiek de werkdruk op een team verhoogt. Gemeenten willen de schuldhulpverlening integreren in het team door hier capaciteit op in te zetten. Ook zagen we een gemeente die de samenwerking onderzoekt met het werkbedrijf in relatie tot de re-integratie van jongeren.
7. Ontwikkeling vak sociaal werker
De meeste teams zetten trainingen in om hulpverleners vertrouwd te maken met het nieuwe denken en doen. Deze trainingen zijn bestemd voor sociaal werkers, toegangsmedewerkers en soms ook vrijwilligers.
8. Afstemming beleid en uitvoering
De afstemming tussen beleid en uitvoering is voor veel gemeenten een aandachtspunt. Schotten in de regelgeving maken het vaak lastig voor de teams om oplossingen te vinden. Een sociaal werker moet bijvoorbeeld kunnen ingrijpen als een gezin met schulden en een huurachterstand het huis dreigt te worden uitgezet. Dat zou de problemen alleen maar vergroten. Een aantal gemeenten kantelt de eigen organisatie om domeinoverstijgend te kunnen werken en zodoende te voorkomen dat meerdere afdelingen zich inefficiënt bezighouden met de wijkteams.
9. Monitoring
Gemeenten zoeken nog naar de juiste balans tussen sturing geven, grip houden en ruimte geven. Ze geloven in de visie, maar zijn ook benieuwd naar concrete resultaten en maatschappelijke kosten en baten. Dat vraagt om een goede registratie, en daar wordt ook aan gewerkt. Sommige gemeenten laten casusanalyses uitvoeren, of een praktijkevaluatie die uitmondt in ontwikkelpunten voor het team, de organisatie en de werkwijze.
10. Gebiedsgericht inkopen
Gemeenten willen aanbieders prikkelen om maatwerk te leveren en kostenbewust samen te werken. Sommige overwegen populatiebekostiging, andere werken met een lumpsum voor een aanbieder of een gebiedsgericht budget met een hoofdaannemer en herinvestering van het geld dat over is. Enkele gemeenten werken met wijkanalyses en betrekken burgers bij programmering en uitvoering, en eentje geeft inwoners zelfs een stem in het inkooptraject van de zorg. De meeste gemeenten zoeken naar vormen van inkoop, ook regionaal, waarbij de ondersteuning zo veel mogelijk op lokaal niveau kan worden georganiseerd.
11. Onafhankelijkheid
Soms maakt het sociaal team onderdeel uit van de gemeente, en is daar ook gehuisvest. Dat is niet altijd even laagdrempelig voor inwoners, zeker niet in de kleinere gemeenten met een hoog ons-kent-onsgehalte. Elders gaat de ontwikkeling al verder en is het sociaal team ondergebracht in een aparte BV of onafhankelijke stichting. Die gemeenten ontwikkelen zich van eigenaar naar opdrachtgever.
Slotconclusie
Sociale teams zijn een belangrijk instrument om de ondersteuning voor inwoners sneller, beter en doelmatiger te organiseren. Daarmee hebben gemeenten een beweging in gang gezet die de transformatie tot een succes moet maken. Om dat daadwerkelijk voor elkaar te krijgen hebben de teams nu vertrouwen nodig en vooral voldoende tijd.
Marjon Breed (m.breed@radaradvies.nl), Wessel Haanstra (w.haanstra@radaradvies.nl), Caroline Lindner (c.lindner@radaradvies.nl)
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.