Op zoek naar onnodige armoe
Als minima de weg naar de gemeente niet kunnen vinden, moet je als gemeente zelf die minima zoeken. Zo kun je ze wijzen op onbenutte sociale voorzieningen. Het Flying Squad van de gemeente Amsterdam doet dat in diverse achterstandswijken. ‘Wie heeft er een stadspas?’
Een middagje mee met het Amsterdamse flying squad
Het Flying Squad werd opgezet in 2015 als onderdeel van een gemeentelijk beleidsoffensief tegen de armoede in de stad. Het huidige college had twintig miljoen euro extra gereserveerd voor armoedebestrijding en de toegang tot de sociale voorzieningen uitgebreid. Van de totale 110 miljoen euro voor armoedebestrijding – inclusief schuldhulp – bleef echter negen miljoen op de plank liggen.
Vooral jongeren, licht verstandelijk beperkten en werkende armen werden nog onvoldoende bereikt. Daarop besloot Amsterdam een ‘armoederegisseur’ aan te stellen om onderzoek te doen naar de doelgroepen en hun behoeften. Ook werden de website en de aanvraagformulieren vereenvoudigd en werd er een team in het leven te roepen om de doelgroep op een laagdrempelige manier aan te spreken op de regelingen; het Flying Squad was geboren.
Hechte buurt
Floradorp in Amsterdam-Noord is op een grauwe maandagmiddag het werkterrein. De hechte buurt, die vooral bestaat uit voortuinloze woningwetwoningen uit de jaren ’20 en ‘30, staat behalve om haar kerstboomverbrandingen ook bekend om haar ontoegankelijkheid voor politie en andere overheidsmedewerkers. Geboren en getogen ‘noorderling’ Winnie Postema komt het recentelijk gerenoveerde Noorderparkzwembad binnengelopen, een stapeltje folders in de hand. Titel: Pak je kans, Extra’s voor Amsterdammers met een krappe beurs. Ze zijn bestemd voor de groep vrouwen die elk moment uit het water kan komen. Onder auspiciën van stichting Doras (maatschappelijk werk Amsterdam- Noord) zwemt deze groep elke maandagochtend als remedie tegen gezondheidsklachten en eenzaamheid.
‘Nee, vandaag nemen we geen aanvragen aan’, licht Postema toe. ‘Als ik voor deze groep alle formulieren zou moeten meenemen, had ik nu een hernia.’ In plaats daarvan geeft ze op basis van de meegenomen folders een korte presentatie over de twaalf minimaregelingen van de gemeente Amsterdam. ‘Ik merk vaak dat er wantrouwen heerst. Mensen zijn bijvoorbeeld bang dat ze ergens achteraf geen recht op blijken te hebben en met terugvorderingen te maken krijgen. Vanuit de bijstand hebben ze daar nog wel eens ervaring mee. Ik heb zelf in twee jaar maar één keer een terugvorderingsverzoek gehad.’
Dan komen de dames van Doras, een bonte verzameling vrouwen vanaf dertig jaar, de zwembadkantine binnenlopen. ‘Wie heeft er een stadspas?’, wil Postema van de twintigkoppige groep weten. Er gaan vijf handen de lucht in. ‘Mooi, want dat is een indicatie dat u wellicht recht hebt op meer van onze voorzieningen!’ Met de toon van een ervaren marktkoopman legt ze aan de hand van de infofolder uit wat de gemeente onder een ‘laag inkomen’ en ‘weinig vermogen’ verstaat. ‘Ja, ook wat je nog in een ouwe sok hebt, moet je opgeven als vermogen’, antwoordt ze een vrouw die daarop met zwaar Amsterdams accent verbouwereerd reageert: ‘Dat doet toch níemand?!’
Vrolijk rumoer
Er klinkt een vrolijk rumoer terwijl Postema haar presentatie voortzet. Dat Amsterdamse minima via een stadspas in aanmerking kunnen komen voor een gratis ID-kaart is voor velen blijkbaar een positieve verrassing. Bij bespreking van de tegemoetkomingen voor gezinnen met kinderen, spitsen niet alleen de moeders maar ook de oma’s in het gezelschap de oren. Er worden dan ook veel vragen gesteld met betrekking tot zonen en dochters met jonge gezinnen. Ook daarbij is de toon luchtig. ‘Jammer dat ik maar één kind heb’, grapt een vrouw nadat is uitgelegd dat de laptop/tablet-regeling voor basisscholieren per kind geldt.
Af en toe geeft Postema ook een voorzichtige waarschuwing. Zo raadt ze de moeders in het gezelschap aan om op school bonnetjes op te vragen voor declaraties voor de scholierenvergoeding. ‘Ik controleer die namelijk zelf, en ik ben best streng. Als ik geen bonnetje krijg, vertrouw ik het niet!’ Daarna passeren onder meer de collectieve zorgverzekering (‘denk niet dat het altijd goedkoper is’), de tegemoetkoming voor aanvullend OV voor ouderen, de mantelzorgtegemoetkoming en individuele inkomenstoeslag de revue.
Vragen worden vooral gesteld over de voorwaarden en de aanvraagprocedures. Postema toont zich tevreden over de bijeenkomst. ‘Dit ging heel spontaan en er was een leuke groepsdynamiek. Je ziet het vaker; één of twee mensen kennen een regeling al en nemen de rest op sleeptouw door vragen te gaan stellen. Dat zag je vanmiddag ook.’
Gratis geld
Postema, die het Flying Squad aan de groep voorstelde als de ‘Sinterklaasafdeling’ van de gemeente, haalt desgevraagd haar schouders op bij de ophef die onlangs ontstond toen een ambtenaar in een reportage in NRC Handelsblad de politiek beladen formulering ‘gratis geld’ gebruikte bij het aanprijzen van de minimaregelingen. Uit de VVD-hoek had ze dat wel verwacht, zegt Postema verwijzend naar de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2018. ‘Ik moet wel zeggen dat die NRC-publicatie erg veel in het team heeft losgemaakt. Maar uiteindelijk is dat, een soort Sinterklaas spelen, toch echt wat we doen. We laten mensen hun verlanglijstje schrijven en kijken vervolgens waar ze recht op hebben en bepalen op basis daarvan wat ze krijgen.’
Op donderdagochtend liggen de verlanglijstjes op een stapeltje in een buurtcentrum in Holendrecht, een weinig troostrijke en overwegend gekleurde buurt in Amsterdam-Zuidoost. Tussen kraampjes waar onder meer computerlessen, hulp bij mantelzorg en begeleiding bij het zoeken naar werk worden aangeboden, is ook het Flying Squad weer aan het werk. Deze keer zonder presentatie. In plaats daarvan schuifelen de buurtbewoners een rondje langs de infokraampjes van de zogeheten participatiemarkt terwijl een jazzmuziekje voor een braderieachtige sfeer zorgt.
Voor het Flying Squad is ook de nodige aandacht. Met ongeveer een uur op de teller hebben meerdere wijkbewoners geïnformeerd naar de gemeentelijke regelingen, en dan met name de gratis ID-kaart en de kinderbonnen. ‘Mensen kunnen hier aankruisen van welke regelingen ze gebruik willen maken en hun burgerservicenummer opschrijven. Dan sturen wij ze vervolgens de aanvraagformulieren voor die regelingen‘, legt Postema uit. ‘Als ze je niet vanzelf aanspreken, is het belangrijk om oogcontact te maken. Als mensen dat vermijden, wordt het moeilijk ze te benaderen.’
Net op dat moment is er zo’n oogcontact. Een vrouw, reeds voorzien van een stadspas, krijgt uitleg over de regelingen voor kinderen en op het hart gedrukt om vooral de termijnen van de regeling en de brievenbus in de gaten te houden. ‘Zo goed als vandaag hoeft het niet altijd te lopen’, zegt Postema. ‘Ik maakte laatst mee dat er flink geflyerd was op de dag voordat we met een kraam ergens zouden staan. Op de deur van die locatie stond nog net niet in koeienletters ‘minima, hier naar binnen!’ Dat werkte drempelverhogend. Er kwam niet meer dan vijftien man op af. Ik zou, als ik in de schoenen van iemand met een minimuminkomen stond, ook niet snel geneigd zijn om in zo’n geval te gaan.’
De participatiemarkt in Zuidoost is volgens Postema het type evenement dat het beter doet. ‘Laatst waren we ook op een infomarkt in Osdorp. Dat was ideaal; het was erg breed opgezet en werd gehouden op een centrale locatie. Het liep daar dan ook echt storm. Die middag heb ik zeker honderd mensen geholpen.’
Activistische aanpak
Het Flying Squad-team, onderdeel van de afdeling Werk, Participatie en Inkomen bestaat uit dertien leden en een coördinator. De leden hebben allemaal ervaring met het behandelen van aanvragen binnen de afdeling armoedebestrijding en werken daarnaast bij de afdeling voorzieningen. In het gemiddeld jonge team (leeftijden tussen de 20 en 40 jaar) varieert het opleidingsniveau van mbo tot universitair. Sommige teamleden geven, behalve in het Nederlands, onder meer voorlichting in het Turks, Arabisch of Spaans.
Het team kan worden uitgenodigd door minimumverdieners zelf of door welzijnswerkers voor situaties waar op z’n minst acht Amsterdammers met een laag inkomen aanwezig zijn. Ook geeft het Flying Squad regelmatig voorlichting aan welzijnswerkers. Wethouder Arjan Vliegenthart (armoedebeleid, SP) laat weten dat hij trots is op het Flying Squad en hun werk. ‘Met hun activistische aanpak bereiken zij Amsterdammers die we anders niet gevonden zouden hebben.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.