Advertentie
sociaal / Column

Onderwijs

Ik heb het, geloof ik, hier nog nooit onthuld, maar ik werk twee dagen per week op een school voor voortgezet onderwijs in Rotterdam. Ik ben dat gaan doen nadat ik in het voorjaar van 2009 was uitgenodigd om voor een VWO-5 klas een lezing te geven over burgerschap. Dat was toen erg leuk, veel leuker dan het onderzoeksbaantje dat ik had, en toen er kort daarop een vacature kwam op mijn eigen oude school voor een leraar geschiedenis en maatschappijleer heb ik gesolliciteerd en ben ik nog aangenomen ook.

04 januari 2010

Ik geef les sinds het begin van dit schooljaar, en dat is me tot nog toe uitstekend bevallen. Maar nu ik zelf in de wereld van het onderwijs ben beland, maak ik me nog meer zorgen over het onderwijs dan ik voorheen al deed.

Er is heel lang veel te doen geweest over het onderwijs. Dat heeft destijds geresulteerd in de instelling van een parlementaire onderzoekscommissie, geleid door de PvdA’er Jeroen Dijsselbloem, die nu al weer bijna twee jaar geleden een vernietigend rapport over de onderwijsvernieuwingen publiceerde. Het ‘nieuwe leren’ was eigenlijk helemaal niet zo’n goed idee, en is op een onverantwoorde manier ingevoerd. Ik heb zo maar het idee dat er sindsdien eigenlijk heel weinig is veranderd. Het systeem heeft zich weer gesloten, hoorde ik Ad Verbrugge (een van de initiatiefnemers van de vereniging Beter Onderwijs Nederland) onlangs zeggen. Het belangrijkste nieuws werd een verhoging van de lerarensalarissen met 3 procent – waarvan de scholen de helft overigens zelf moesten betalen.

De problemen in het onderwijs zijn en blijven ontstellend groot. De Volkskrant heeft onlangs een ‘panel van wijzen’ aangesteld die een onderwijsagenda met zes hoofdthema’s heeft opgesteld. Er is op de scholen teveel organisatorische rompslomp. Ouders en scholen staan te ver van elkaar af. De arbeidsvoorwaarden voor docenten zijn niet om over naar huis te schrijven. Er is te weinig maatwerk in het onderwijs, zodat er in de lessen geen recht kan worden gedaan aan de diversiteit van de leerlingen. De talenten van de leerlingen worden onvoldoende ontwikkeld. Docenten moeten meer kennis verwerven, meer kunde en meer vaardigheden.

Het is nogal wat. En dan zijn ze het belangrijkste nog vergeten: de inhoud, het curriculum van het onderwijs. Als we weer willen begrijpen dat onderwijs meer is dan het aanleren van vaardigheden, meer dan een opleiding waarmee je later iets nuttigs kunt gaan doen, als we weer willen begrijpen dat onderwijs er in eerste instantie is om mensen iets te leren en ze daarmee te vormen, dan moeten we het daar toch over hebben.

Als leraartje moet je ondertussen maar afwachten wat alle discussies over vernieuwingen en herzieningen gaan opleveren. Je leeft bij het adagium van Winston Churchill, die zijn politieke filosofie eens samenvatte met de letters K.M.T: Keep Muddling Through. Je moddert gewoon door omdat onderwijs er niet is voor leraren, ministers of Kamerleden, maar voor leerlingen.

 

In het misschien wel beste boekje dat ooit over het onderwijs is geschreven, door Augustinus (354 – 430), staat al dat je onderwijs alleen met plezier en voldoening kunt blijven geven wanneer je van je vak houdt en van je leerlingen. Om hen gaat het immers. De belangrijkste eigenschap waarover een leraar dient te beschikken, is de naastenliefde. Het gehoor moet in zich opnemen wat bij de leraar 'krachtig en blijmoedig opwelt uit een rijke stroom van naastenliefde'. Alleen dat verdrijft uiteindelijk 'de duistenis van afkeer en verveling' die het onderwijs meer dan wat ook bedreigt.

 

Bart Jan Spruyt

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie