Melden straatintimidatie nog geen effect
Het lokaliseren van seksueel getinte overlast via apps heeft tot op heden niet gewerkt. Criminoloog Tamar Fischer bepleit alternatieven.
Apps waarin slachtoffers van straatintimidatie melding kunnen doen hebben tot op heden nog niet geleid tot nieuwe maatregelen. Zo laten gemeenten desgevraagd aan Binnenlands Bestuur weten. Het aantal meldingen dat binnenkomt blijft beperkt. Volgens Tamar Fischer, universitair hoofddocent Criminologie, missen dergelijke lokale initiatieven een wederkerigheid waardoor inwoners er niet graag gebruik van maken. Terwijl in theorie de opgehaalde data heel nuttig kan zijn.
Naroepen en sissen
‘Heeft u last van gesis of naroepen op straat? Of wordt u in het nauw gedreven? Meld dit op een veilige manier in de StopApp. De StopApp geeft u de mogelijkheid om straatintimidatie te melden. Met één klik stuurt u uw locatie door waar het gebeurt’, zo leest de website van de gemeente Rotterdam. Straatintimidatie is een groot probleem waar vooral veel jonge vrouwen mee te maken krijgen. Slachtoffers voelen zich erdoor onveilig, en hebben vaker last van onder andere angsten, onzekerheden en stress.
Moeilijk vangbaar
Toch lijkt het een in alle opzichten moeilijk vangbaar probleem, beaamt ook Tamar Fischer, universitair hoofddocent Criminologie aan de Erasmus School of Law. Juridisch resultaat wordt tot op heden niet geboekt. ‘Rotterdam heeft al een verbod op straatintimidatie opgenomen in de APV. Op basis van dat artikel heeft iemand één keer een boete gekregen voor straatintimidatie, maar dat is uiteindelijk door de rechter weggeveegd. Het was niet te rijmen met de vrijheid van meningsuiting. Daarna is eigenlijk niet meer gehandhaafd.’ Hoewel in oktober 2022 de Wet seksuele misdrijven is aangenomen, waarmee onder andere de mogelijkheden om strafrechtelijk op te treden tegen seksueel getinte overlast zijn uitgebreid, blijf het volgens Fischer lastig om als gemeente op basis daarvan op te treden.
Handhaven lastig
‘Het gaat om een haaldelict, dus er hoeft niet eerst een aangifte te liggen voordat je kunt optreden. Dat is, gezien het feit dat veel slachtoffers terughoudend zijn met het doen van aangifte, een voordeel. Maar je moet er maar net staan als boa, en iemand op heterdaad betrappen. In de praktijk komt dat zelfden voor.’ Wel kan de strafbaarstelling bijdragen aan bewustwording, en mogelijk een dempend effect hebben. ‘Het trekken van een harde juridische grens helpt bij het creëren van normbevestiging. Tegelijkertijd moet je ook constateren dat het gaat om een symbolisch iets, want echt handhaven lukt niet.’
Onderzoek CCV
Uit net gepubliceerd onderzoek door het CCV blijkt dat ongeveer een kwart van de gemeenten een aanpak tegen straatintimidatie heeft ontwikkeld of daarmee bezig is. De helft van de ondervraagde lokale overheden vindt straatintimidatie een probleem binnen de gemeente. Echter krijgen ze vaak weinig signalen binnen. ‘Gemeenten geven aan dat straatintimidatie een genormaliseerd probleem is dat we als samenleving zijn gaan accepteren. Ze denken dat slachtoffers het probleem om die reden mogelijk niet erkennen en er geen melding van doen’, aldus de onderzoekers.
Apps
Met het verzamelen van meldingen proberen verschillende gemeenten toch iets te doen aan straatintimidatie, ook wanneer een heterdaadje niet lukt. De inzet van een app is daarin de nieuwste ontwikkeling. Om het nut van zo’n app vast te stellen moet volgens Fischer als eerste worden vastgesteld wat het doel is. ‘Dat is vaak niet helemaal duidelijk. Je kunt er verschillende dingen mee bereiken. Het is in theorie een goed middel om overlast te lokaliseren: als er genoeg meldingen zijn kun je vaststellen op welke locaties incidenten het vaakst plaatsvinden. Daarnaast kan een app ook informatief zijn, en doorverwijzen naar bijvoorbeeld slachtofferhulp.’
Prevalent
‘Waar het soms fout gaat is dat vrouwen denken dat de app ook de manier is om acuut hulp te krijgen. Maar wanneer het onveilig voelt moet je gewoon de politie bellen.’ Fischer deed zelf onderzoek naar de situatie in Rotterdam, toen de app daar al in het leven was geroepen. Uit haar onderzoek bleek onder andere dat 47 procent van de vrouwen met straatintimidatie te maken krijgt. Dan zijn de cijfers die lokale apps scoren een enorme onderschatting van het probleem. ‘Door de onduidelijkheid over het doel van de app is het ook onduidelijk wat je er als slachtoffer aan hebt. Misschien is daarom het bereik maar beperkt.’
Data kan nuttig zijn
Dit terwijl het lokaliseren van overlast volgens Fischer best heel nuttig kan zijn. ‘Dat kan zeker heel nuttig zijn, maar het is niet iets waar je als slachtoffer direct resultaat van ziet. Als er voldoende data is kun je als gemeente een gerichtere aanpak ontwikkelen om intimidatie tegen te gaan. Onderzoek laat zien dat dit veel effectiever is dan generieke maatregelen zoals meer blauw op straat. Bewustwording is één ding, maar het probleem is divers. Een groep jongeren die intimiderend dingen roept naar vrouwen op straat vraagt een andere aanpak dan de man op de fiets die je achtervolgt. Informatie over wat waar speelt is daarom van groot belang.’
Er heeft de laatste jaren een grote omslag plaatsgevonden in de manier waarop mensen denken over straatintimidatie.
Gebruik blijft uit
Dat vrouwen maar beperkt overtuigd zijn van het nut van middelen als een app blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat publieke campagnes effectief het gebruik van een dergelijk middel kunnen stimuleren, maar dat het gebruik na een korte periode weer afneemt. ‘Het directe nut voor het slachtoffer is niet groot genoeg of niet zichtbaar genoeg. Het idee vond ik toen ik het voor het eerst hoorde charmant, en er is ook daadwerkelijke behoefte aan een laagdrempelige manier om dit soort overlast te melden. Het gaat namelijk om een type overlast dat de politie helemaal niet in beeld heeft. Maar het levert nu weinig op.’
Nog geen nieuw beleid
Wat doen gemeenten eigenlijk met de, zij het beperkte, data die binnenkomt? De gemeenten Rotterdam en Dordrecht laten desgevraagd weten dat er in beide gemeenten nog geen nieuwe maatregelen tegen straatintimidatie zijn voortgekomen uit de data van de gebruikte apps. ‘Op basis van de relatief geringe hoeveelheid meldingen in combinatie met de verscheidenheid in plaats, tijd en aard, hebben we nog geen rode lijn kunnen ontdekken op basis waarvan we zinvolle maatregelen kunnen nemen’, aldus de gemeente Dordrecht. Hun app is pas sinds 2022 in de lucht, maar in Rotterdam zijn ze al langer bezig. Toch is de situatie daar vrijwel hetzelfde: ‘We starten komende week met een nieuwe campagne waarin we ook het gebruik van de app opnieuw gaan promoten. Wellicht levert dat data op die nieuwe inzichten geeft’, aldus een woordvoerder van die gemeente.
Wat dan wel?
Het bevestigt de opvattingen van Fischer dat een app misschien niet de juiste oplossing is. Maar wat dan wel? Het zijn volgens de criminoloog nu vooral de boa’s en jongerenwerkers die lokaliseren waar problematiek vaker voorkomt. ‘Maar daarmee vang je niet alles. Het zou nog steeds goed zijn als er ook een vorm van laagdrempelig melden bestaat, maar een aparte app maakt in de praktijk dat iemand alleen maar meer stappen verwijderd is van de gemeente. Een digitaal meldpunt zou ik altijd verwerken in bestaande applicaties. Zodat er één duidelijke spreekbuis is naar de gemeente voor alle problematiek in de openbare ruimte.’
Opties
Als er dan wel voldoende data binnenkomt zijn er volgens Fischer verschillende opties. ‘Als blijkt dat overlast gelokaliseerd plaatsvindt in één buurt en met vaste groepen kun je via buurtwerk of jongerenwerk gesprekken regelen. Ook de inzet van sleutelfiguren kan dan helpen. Dan zet je in op een soort opvoedkundige aanpak.’ Voor overlast in het uitgaansleven zijn er weer andere opties. ‘Dan moet je kijken naar dingen als ‘safe spaces’ voor vrouwen. En er moeten tijdens uitgaansavonden personen zijn die je kunt aanspreken, bijvoorbeeld beveiligers die zijn opgeleid in het herkennen van intimidatie en grensoverschrijdend gedrag.’
Trend?
Over het effect van beleid is voorlopig nog niet heel veel te zeggen, denkt Fischer. ‘Er heeft de laatste jaren een grote omslag plaatsgevonden in de manier waarop mensen denken over straatintimidatie. Het onderzoek dat wij uitvoerden in Rotterdam en de schrikbarende cijfers die daaruit naar voren kwamen heeft de ogen geopend. Vlak daarna was er de #Metoo beweging waardoor intimidatie en seksueel grensoverschrijdend gedrag nog meer bespreekbaar is gemaakt. Dit maakt dat meer vrouwen zich melden, en het probleem steeds zichtbaarder wordt. Dat maakt dat het vaststellen van trends momenteel erg lastig is. Het is goed dat gemeenten dat beseffen als zij aan de slag gaan met beleid.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.