Open house bij Wmo blijkt populair
Het merendeel van de Wmo-zorg wordt via open house ingekocht, bij de jeugdzorg wordt vaker aanbesteed. Dat blijkt uit de Monitor gemeentelijke zorginkoop 2019 die onlangs naar de Tweede Kamer is gestuurd. De monitor is op verzoek van het ministerie van VWS uitgevoerd door PPRC.
Gemeenten kopen het merendeel van de Wmo-zorg via open house in, waarbij alle aanbieders worden gecontracteerd die aan de gestelde (kwaliteits)eisen voldoen. Bij de jeugdzorg wordt vaker aanbesteed. Het aantal gemeenten dat budgetplafonds hanteert, neemt (weer) toe.
Aanbesteding
Dat blijkt uit de Monitor gemeentelijke zorginkoop 2019 die onlangs naar de Tweede Kamer is gestuurd. De monitor is op verzoek van het ministerie van VWS uitgevoerd door PPRC. Uit de monitor 2018 bleek dat veel gemeenten zorg via een open house-constructie inkochten, maar dat niet zo noemden en de opdracht (onnodig) aanbesteedden. Het aandeel ‘expliciete’ open house, zoals de onderzoekers het noemen, is bij de inkoop per 2019 gestegen. Van alle ingekochte Wmo-hulp was 51 procent expliciet een open house en van de ingekochte jeugdhulp 36 procent. 41 procent van de in ingekochte Wmo-hulp is aanbesteed; vooral huishoudelijke hulp. 49 procent van de per 2019 gecontracteerde jeugdhulp is aanbesteed.
Resultaatbekostiging
Bij de Wmo wordt met de nieuwe inkoopcontracten per 2019 minder voor resultaatbekostiging gekozen dan in 2018, zo blijkt verder uit het onderzoek. In 2018 lag dat percentage op 35 procent, nu op 30 procent. Bij de jeugdhulp heeft deze bekostigingsvorm iets aan populariteit gewonnen (plus een procent). Gemeenten kiezen voor zowel de inkoop van Wmo als van jeugd nog altijd het vaakst voor productiebekostiging (prijs maal hoeveelheid).
Trendbreuk
Wat betreft de Wmo spreken de onderzoekers van een trendbreuk, omdat vanaf 2015 steeds een iets groter aandeel van de gemeenten voor resultaatbekostiging koos. Voor 2020 verwachten de onderzoekers dat het aandeel resultaatgerichte bekostiging eerder verder zal dalen dan stijgen, gezien de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep over resultaatgericht beschikken. Daarbij zijn diverse gemeenten door de rechter teruggefloten omdat zij een ‘schoon en leefbaar huis’ niet ook vertaalden in een concreet aantal uren huishoudelijke hulp. Minister De Jonge (VWS) is bezig met een Wmo-wetswijziging om resultaatgericht te beschikken mogelijk te maken.
Budgetplafonds
Uit de overeenkomsten die per 2019 zijn gesloten, blijkt een ‘hernieuwde inzet’ van budgetplafonds, zo constateren de onderzoekers. Net na de decentralisaties hanteerden gemeenten regelmatig budgetplafonds − waarbij een maximum wordt gesteld aan de hoeveelheid zorg die zorgaanbieders per jaar in rekening mogen brengen − maar dat principe werd in de jaren erna losgelaten. Kijkend naar de per 2019 gesloten overeenkomsten, afgezet tegen de per 2018 gesloten overeenkomsten, is een stijging te zien. In bijna een op de zes Wmo-overeenkomsten (17 procent) is een budgetplafond afgesproken. Bij de jeugdhulpcontracten is dat in bijna een op de vier overeenkomsten het geval. Vorig jaar werd in maar een overeenkomst een budgetplafond ingebouwd.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.