Advertentie
sociaal / Nieuws

Normtijden huishoudelijke hulp deugen niet

De normtijden die Utrecht en Amsterdam gebruiken bij de vaststelling van het aantal uur huishoudelijke hulp deugen niet. Dat concludeert hoogleraar organisatiepsychologie Astrid Homan van de Universiteit van Amsterdam na onderzoek.

05 september 2018

De normtijden die Amsterdam en Utrecht gebruiken bij de vaststelling van het aantal uur huishoudelijke hulp voor een ‘schoon en leefbaar huis’ rammelen. Dat concludeert hoogleraar organisatiepsychologie Astrid Homan van de Universiteit van Amsterdam na onderzoek. Dat is op verzoek van een aantal advocaten, gespecialiseerd in Wmo-zaken, uitgevoerd. Veel gemeenten hanteren dezelfde normtijden als Amsterdam en Utrecht.

‘Volgens ons kunnen de door HHM/KPMG Plexus uitgevoerde onderzoeken niet aan de normtijden ten grondslag worden gelegd’, stelt advocaat Matthijs Vermaat van Van der Woude de Graaf Advocaten op basis van de conclusies van de evaluatie van Homan. In een zaak die hij woensdagochtend voert tegen de gemeente Amsterdam zal hij dat inbrengen. Vermaat vindt het de hoogste tijd dat er duidelijkheid over de normtijden komt.

Geen heldere definitie

Homan heeft de urennormen bekeken die KPMG Plexus en Bureau HHM voor Utrecht en Amsterdam hebben opgesteld. Van beider colleges moest de basisvoorziening huishoudelijke hulp (‘schoon en leefbaar huis’) objectief worden onderbouwd. Utrecht kwam daarbij uit op 104,9 uur per jaar en Amsterdam op 103,7 uur. ‘In het algemeen maken beide rapporten gebruik van kaders en grenzen die niet helder gedefinieerd worden’, concludeert Homan onder meer. ‘Daarnaast worden er berekeningen gedaan die niet helder toegelicht worden en die gegeven de informatie uit de rapporten zelf ook moeilijk te verdedigen zijn.’

Onderschat

De tijden die bijvoorbeeld worden gehanteerd voor het wassen van de vaat zijn volgens Homan onlogisch, niet consequent en worden vooral onderschat. Ook is niet duidelijk wat de term ‘schoon’ inhoudt. ‘Als niet helder is wat ‘schoon’ betekent, dan is het niet mogelijk om te bepalen welke activiteiten er nodig zijn om die uitkomst te bereiken. Hieronder valt ook dat er onduidelijkheid is over welke vertrekken vallen onder deze norm en wie dit bepaald heeft’, aldus Homan.

Vraagtekens

Homan zet ook vraagtekens bij de validiteit van de taken-normering, die zijn opgesteld door een expertgroep. Die expertgroep bestond voor een groot deel (57,14 procent in Utrecht) dan wel hoofdzakelijk (87,50 procent in Amsterdam) uit zorgaanbieders in de betreffende gemeenten. ‘De vraag is dus in welke mate deze expertgroep daadwerkelijk onafhankelijk heeft kunnen opereren. Deze expertgroep heeft een zeer grote invloed gehad op het uitkomsten van het onderzoek, aangezien zij als enige bepaald heeft welke basis en incidentele taken nodig zijn en in welke frequentie deze nodig zijn.’

Harde urennormen

Al met al concludeert Homan dat de Utrechtse en Amsterdamse protocollen ‘niet met grote stelligheid leiden tot objectieve en harde urennormen voor schoonmaak’. De expertnorm is nu leidend, maar het is niet duidelijk of het doel (schoon en leefbaar huis) ‘daadwerkelijk goed geoperationaliseerd en behaald is.’ Zij adviseert onafhankelijke beoordelaars en cliënten een stem te geven bij het vaststellen van de urennormen. Ook moeten de normen helder worden gedefinieerd en geoperationaliseerd worden. Veel gemeenten gebruiken de beide rapporten, en de daarin vastgelegde urennormen, voor de indicatie van Wmo-maatwerkvoorzieningen.

Gehakt

Volgens Vermaat is er dringend behoefte aan duidelijkheid over de normtijden. ‘Sommige rechters zeggen dat het goede, deugdelijke rapporten zijn, maar lang niet allemaal. De rechtbank Gelderland heeft er in een zaak tegen de gemeente Nijkerk gehakt van gemaakt.’ Hij doelt daarbij op een uitspraak van 6 april, waarbij de rechter het protocol dat Nijkerk hanteert, als ondeugdelijk naar de prullenbak verwees. Ook in een andere zaak van een inwoner tegen de gemeente Nijkerk stelde de rechtbank de gemeente, in het ongelijk. Eveneens omdat het indicatieprotocol dat bij de urentoekenning is gebruikt, niet is gebaseerd op een ‘deugdelijk, objectief, onderzoek’. Nijkerk is tegen beide vonnissen in beroep gegaan bij de Centrale Raad van Beroep. De hoogste rechter buigt zich op 12 september over beide zaken.

Reacties: 4

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Sherill Lisse / Gepensioneerd
Er wordt in Amsterdam geen zorg-op-maat geleverd. De gemeente gaat uit van taken en denkt niet meer in uren. Desalniettemin komt de zorgaanbieder na een herindicatie met een halvering van uren, terwijl de lichamelijke klachten door overbelasting sinds 2013 door minder uren evident zijn toegenomen en daardoor juist meer hulp nodig is. De zorgaanbieder deelt de halvering MONDELING mee. Weigert deze uren en de onderbouwing ook op schrift te zetten. Verdere communicatie met de zorgaanbieder over meer uren is onmogelijk. Er wordt door de gemeente Amsterdam boekhoudkundig koud en kil gecalculeerd. Zij leggen de bepaling van uren in handen van de zorgaanbieder, die vaak genoeg ook nog eens de herindicatie doet... Regelrechte belangenverstrengeling. Het zorgbudget mag niet worden overschreden en de zorgbehoevende invalideert ondertussen sneller vanwege te weinig essentiële uren hbh, die mensen letterlijk staande moeten houden. De WMO beoogt dat mensen langer thuis moeten kunnen blijven wonen.m, maar met deze meedogenloze zorgafkalving wordt het paard letterlijk achter de wagen gespannen en worden chronisch zieke en bejaarden in Thalys treinvaart naar de Eeuwige Jachtvelden vervoerd. Dit beleid is ONMENSELIJK & ONWENSELIJK.
K.M. Schaap / afdelingshoofd burger- en bestuurlijke zaken
Het gemeentebestuur van Amsterdam is kennelijk alleen sociaal als het ze zelf niets kost.
Arie Donker / Wethouder
Ga eens evalueren aan de keukentafel en bekijk eens hoe de praktijk werkt. Het is altijd makkelijk te zeggen dat het niet goed is, want de overheid betaald wel. Evualatie in Zederik geeft aan dat men tevreden is.
Nannie Ultee / Cliënt
Gemeente Amsterdam kan niet onderbouwen waarom een cliënt minder uren geïndiceerd krijgt na herindicatie. Lichamelijke beperkingen zijn verder toegenomen, huishouding is hetzelfde en toch minder uren door ander beleid die NIET uitgaat van mate ziekte/handicap . Dat mag m.i. GEEN maatwerk heten !
Advertentie