Advertentie
sociaal / Nieuws

Positieve aanpak moet gedrag risicojongeren veranderen

Door te leren over groepsgedrag, sfeer, sociale vaardigheden en morele dilemma's moet het gedrag van a-sociale en risicojongeren verbeterd worden.

05 april 2013

Een nieuwe aanpak die, gebaseerd op wetenschappelijke inzichten, het gedrag van risicojongeren moet veranderen. De aanpak TOPs wordt vandaag gepresenteerd in de jeugdinstelling Horizon in Sassenheim en is geschikt voor zowel gesloten instellingen als ambulante hulp.

Wetenschappelijk onderbouwd
Jeugdige delinquenten, jongeren die zich a-sociaal gedragen en risicojongeren hebben vaak te maken met een negatieve benadering. De nadruk ligt op wat er allemaal niet goed gaat. Met TOPs, de nieuwe aanpak van kennisinstituut 180, wordt juist de nadruk gelegd op zaken die wel goed gaan. ‘De methode is wetenschappelijk onderbouwd’, aldus directeur Irma van der Veen van 180. ‘Zo is gebleken dat competentiegericht werken en het betrekken van de ouders belangrijk is om gedragsverandering te brengen.’

Speciaal getraind
De jongeren werken in groepen van 6 tot 10 die geleid worden door een speciaal getrainde hbo-opgeleide hulpverlener. Dat kan een groepswerker, een docent of een gedragstherapeut. De aanpak bestaat uit vier onderdelen. In de eerste module leren de jongeren sociale vaardigheden. Daarna volgt een module waarin jongeren leren omgaan met agressie en boosheid.

Naaktfoto van je vriendin
Ook is er een module moreel redeneren waarin dilemma’s besproken worden waar jongeren mee kampen. Van der Veen: ‘Dat kan een dilemma zijn als “wat doe je als iemand een naaktfoto van je vriendin op facebook zet”.’ Als vierde en laatste onderdeel wordt gekeken naar een positieve groepscultuur en hoe je die creëert. Jongeren brengen daarbij zelf een probleem in en gaan samen kijken hoe dit op te lossen. Bij enkele pilots van de aanpak is nu al gebleken dat jongeren erg enthousiast zijn. ‘Vooral het feit dat ze positief benaderd worden zorgt voor het enthousiasme’, aldus Van der Veen.


Geen wondermiddel
Naast de jongeren is er ook aandacht voor de ouders. Zij krijgen bijeenkomsten met voorlichting over wat de jongeren leren, de taal die ze spreken en krijgen handvatten aangereikt over hoe ze zelf thuis een vervolg aan de aanpak kunnen geven. Het hele traject duurt drie maanden waarin jongeren zo’n drie keer per week een uur samenkomen. Dat lijkt niet veel, maar volgens Van der Veen blijft het hier niet bij. ‘Jongeren moeten thuis ook aan de slag waardoor het meer is dan af en toe een uurtje. Bovendien is het natuurlijk geen wondermiddel waarmee je meteen alle problemen van de moeilijkste jongeren aanpakt.’ De resultaten van de aanpak zullen door wetenschappers worden onderzocht. Welke universiteit dat gaat doen, is nog niet bekend.

Schoolvariant
De aanpak TOPs loopt al  in een aantal instellingen in pilotvorm. In de loop van het jaar gaan zo’n 25 instellingen met TOPs werken. Dat kan gaan om gesloten jeugdinstellingen, maar ook ambulante jeugdzorg. Binnenkort komt er een ‘schoolvariant’ van TOPs die zich richt op preventie. Ruim 20 scholen, voornamelijk voor speciaal onderwijs, en ‘reboundvoorzieningen’ stappen dan over op de Nederlandse variant van het programma.

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Toine Goossens / Bestuurder wet- en regelgeving, ervaringsdeskundige gedrag en moraal
Een positieve aanpak is net als een negatieve aanpak een feed back mechanisme. Ieder feed back mechanisme dat consequent wordt uitgevoerd leidt tot verandering van gedrag. Zie de aanpak van geweldsmisdrijven in New York en nu ook in Amsterdam.



Door gerichte feed back te geven verander je een omgeving waarin alle vrijheid bestaat in een omgeving waarin die vrijheid wordt beperkt tot 'vertrouwensgedrag', wie het vertrouwen schendt wordt aangepakt.



15 jaar geleden stelde ik de volgende vraag aan een nieuwe medewerker, Samir, over de probleemjongeren op Kanaleneiland in Utrecht:



"Samir als deze jongens op vakantie zijn in het Rif gebergte en zij stelen een fiets, wat gebeurd er dan?" "Dan komt het hele dorp achter ze aan om ze bij de kladden te pakken, dus stelen zij daar geen fiets."



De zelfde jongeren, dezelfde ouders, maar andere (woon) omstandigheden en daardoor andere feedback en andere gedragsresultaten.



De manier waarop feed back in onze omgeving is georganiseerd, is bepalend voor gedrag. Dat geldt voor buren, voor kerkgemeenschappen, voor accountants, voor politici, voor bestuurders van multinationals en ook voor het opvoeden van kinderen.



Het gemak waarmee iedereen aan die corrigerende feed back kan ontsnappen, geeft overal hetzelfde resultaat; 'Pak wat je pakken kunt.'
drs jan swagerman / narratief coach, trainer
TOP!

Ooit, lang geleden, was in mijn buurtwerkersperiode positieve benadering al uitgangspunt (jongeren zelf bar laten beheren en dergelijke). Jongerenwerkers zijn/waren per definitie degenen die én wisten wat er bij jongeren speelt én wat de maatschappij van jongeren eist/verwacht/hoopt. Nu lijkt de maatschappij zonder voelsprieten te denken oplossingen aan te kunnen dragen. Het gaat om subtiel maatwerk. Methodes en onderzoeken kunnen slechts een middel zijn voor de concrete personen die een relatie weten te leggen en vertrouwen te schenken. Juist bij degenen die vaak geen of nauwelijks ervaring hebben met leggen van vertrouwensrelaties is dat belangrijk.

Meer blauw op straat en afbraak welzijnswerk heeft vrees ik wel gezorgd dat steeds meer jongeren ontwortelden.



Mijn ervaring, van lang geleden, als coördinator vrijwilligerswerk in t Nieuwe Llyod (jeugdgevangenis Amsterdam) bevestigt ook deze stelling. Het was steeds weer een schok te ervaren hoe weinig 'de boeven' positieve feedback kregen.

Nou ja, behalve dan van vrijwilligers dan die via ons (Hervormde Diaconie) bezoekwerk deden. Helaas is er nu steeds minder tijd voor echte aandacht. Tijd is geld, alsof verwaarloosde jongeren geen geld kosten op den duur. Echt interesse in de 'verhalen' van de jongeren is essentieel. Openstaan voor (de ongetwijfeld) boeiend levensloop van die medemensen en een eindje meelopen is al (wat) genezend. Wat gebeurd is, is gebeurt, maar de kijk er op kan veranderen en nieuw perspectief bieden. Mensen 'met een verleden' dus een toekomst geven daar gaat het om. Het vraagt échte betrokkenheid en scheppen van vertrouwen. Helaas hebben een aantal jongeren die basisvoorwaarde niet of ten delen gekend. Dat gaat vooraf aan alle behandelingen, modules en draaiboeken. Ik hoop dat TOP (dat ik verder niet ken) geen zoveelste methodiek is, maar een hulpmiddel voor betrokken mensen die niet bang zijn levensverhalen te delen. Dat kan niet vrijblijvend of alleen maar in voorspelbare situaties. Het gaat om unieke ontmoetingen en geen strakke planning want onverwachte zaken moeten ruimte kunnen krijgen. Elke methode, ook TOP kan ondersteunen, maar dit niet vervangen. Het vraagt om zicht laat ik zeggen de hangjongere in jezelf te durven ontdekken. Geen makkelijke zaak als beleidsmedewerker, maar wel voorwaarde wat mij betreft. Succes!

drs. j. swagerman,

info@janswagerman.nl, www.narratievecoaching.nl
Norman Waalre
GEEF BEGELEIDING VIA INTERNET PLUS JARENLANGE TAAKSTRAF

Citaat: “ De methode is wetenschappelijk onderbouwd’, aldus directeur Irma van der Meer van 180. ‘Zo is gebleken dat competentiegericht werken en het betrekken van de ouders belangrijk is om gedragsverandering te brengen.“



Overheidsbeleid moet zoveel mogelijk evidence based zijn. Maar waarom wordt hier geen weblink geplaatst geplaatst van het onderzoek waarnaar verwezen wordt? En graag ook weblinks naar (buitenlandse) wetenschappelijke artikelen die dat onderzoek kritisch bespreken. En welke nadelen, risico’s en onduidelijkheden worden er aan deze methode genoemd door (buitenlandse) experts?



Bovendien, laten we geen vals dilemma scheppen. Het is dus niet perse of dit of dat. Want als deze stimulerende benadering effectief zou blijken, bewijst dat niet dat daarnaast niet een afschrikkende straf extra effect kan hebben.



Bijvoorbeeld een zware taakstraf van 60 uur per week, gedurende één tot twintig jaar, afhankelijk van de ernst van de criminele voorgeschiedenis. De veroordeelde houdt door die taakstraf geen energie over voor het plegen van misdrijven.



Geef de veroordeelde bovendien gedurende die straf buiten werktijden elektronische detentie. Dat geeft langdurige fysieke criminele belemmering (incapacitatie), waardoor de recidiveneiging minder belangrijk is. Dat is de onderzoekshypothese die ik voorstel.



Persoonlijk denk ik dat geestelijke begeleiding van vaak het meest efficiënt kan worden gegeven via aantrekkelijke motiverende webvideo’s, die ook een morele boodschap overbrengen. En daarnaast via digitale simulatiegames en andere vormen van ICT. want door die kostenbesparende methoden kun je veel meer mensen veel langduriger bereiken dan alleen via individuele hulpgesprekken en kleine groepsgesprekken. En dat geldt denk ik ook voor jonge delinquenten.



Die webvideo’s kun je kostenbesparend uitwisselen met veel andere landen en gratis laten vertalen door taalstudenten. Daarnaast kunnen er ook individuele hulpverleningsgesprekken nodig zijn, maar dat mag niet te koste gaan van die efficiënte GGZ-voorlichting via ICT.



Stem SP.
Advertentie