Nieuwe aanpak jeugdhulp stuit op problemen

De nieuwe Amsterdamse werkwijze rondom specialistische jeugdhulp pakt anders en vooral duurder uit dan de gemeente voor ogen had. Er wordt onder meer sneller doorverwezen naar zwaardere (duurdere) zorg. Er moet worden ingegrepen om de kosten in de hand te houden.

'Ongewenste trendbewegingen'

Dat schrijft burgemeester Halsema in een brief aan de Amsterdamse gemeenteraad. Vanaf januari is de specialistische jeugdhulp door veertien gemeenten in de regio’s Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland, waaronder Amsterdam, op de schop genomen. In plaats van een behandelingen wordt ingekocht op resultaat. Op termijn wordt een deel van de financiering afhankelijk gesteld van het behaalde resultaat. Op basis van het eerste half jaar werken met de nieuwe werkwijze, ziet de gemeente een aantal ‘ongewenste trendbewegingen’. Die moeten nader worden onderzocht omdat ze ‘een ongewenste invloed hebben op de uitgangspunten van het stelsel en bij ongewijzigd beleid ook qua kosten een onwenselijk beeld laten zien’, aldus Halsema in haar brief.

Zwaar en duur

Zo wordt vaker dan verwacht doorverwezen naar het zwaardere segment. ‘Zowel eind 2017 als begin 2018 heeft een flinke extra instroom heeft plaatsgevonden’, aldus Halsema. ‘Met deze extra instroom is het voor aanbieders een grote uitdaging om daar snel hulp op in te zetten.’ Ook verwijzen de Ouder- en Kindteams en Samen DOEN vaker dan verwacht naar specialistische jeugdhulp in het dure segment. Daarnaast blijkt dat een aantal aanbieders ‘aanzienlijk meer’ productie maakt dan vorig jaar.

Wachtlijsten

Er is aanpassing van de tarieven nodig. ‘De tarieven voor enkelvoudige specialistische jeugdhulp blijken wat te laag en de tarieven voor meervoudige problematiek blijken wat te hoog.’ De tarieven worden voor 2019 opnieuw vastgesteld. Daarnaast is er een ‘structureel personeelstekort waardoor het niet altijd mogelijk is de zorg binnen de afgesproken termijn van 6 weken te starten’.