David Pinto: ‘Overheid moet stoppen met integratiebeleid’
De integratie van niet-westerse migranten in Nederland is volledig mislukt. Dat stelt David Pinto in zijn nieuwe boek, ‘Canon voor Participatie en Diversiteit’.
De integratie van niet-westerse migranten in Nederland is volledig mislukt, stelt David Pinto. In zijn nieuwe ‘Canon voor Participatie en Diversiteit’ heeft de hoogleraar en trainer interculturele communicatie ook de oplossing paraat: participatie.
David Pinto laat er geen misverstand over bestaan: ‘De tweedeling op de arbeidsmarkt wordt volgens het CBS alleen maar groter. Het aantal autochtone werklozen neemt licht af, terwijl de werkloosheid onder migranten, en met name nietwesterse migranten, is gestegen. Momenteel is 23,4 procent van de jonge niet-westerse migranten werkloos, tegen 7,7 procent van de autochtone jongeren.’
Positieve geluiden als het verbeterde opleidingsniveau van migranten legt hij schamper terzijde. ‘Dat is vast beter dan dertig jaar terug. Maar van een patiënt die dertig jaar in coma heeft gelegen en nu weer wat kan praten, kun je niet zeggen dat het goed met hem gaat. Het gaat nog steeds belabberd. Voor die realiteit moet je niet wegduiken.’
Participatie
Pinto vindt dat de overheid zich ten onrechte richt op integratie. Voor hem is participatie het kernwoord. De mate van integratie is niet bepalend, zelfs niet relevant. Maar wat moet er dan veranderen om die omslag te maken ? Dat is de centrale vraag in Pinto’s nieuwe boek Canon voor Participatie en Diversiteit. Daarin zet Pinto uiteen dat ambtenaren, onderzoekers en politici ten onrechte uitgaan van de hiërarchie van menselijke behoeften volgens de piramide van Maslow, waarin zelfontplooiïng wordt gezien als hoogste goed. Die eigenschappen schrijven ze vervolgens toe aan iedereen.
Maar bij niet-westerse migranten, die voor een groot deel van het platteland komen, geldt een andere hiërarchie van behoeften. In de ‘piramide van Pinto’ staat dan ook het belang van de groep, de goede naam van de familie en de eer bovenaan. Pinto: ‘Hier ligt een belangrijke oorzaak van de mislukking van het tot op heden gevoerde beleid. Het sluit niet aan bij de belevingswereld van migranten.’
In zijn boek maakt hij een onderscheid tussen fijnmazige (F-)structuren en grofmazige (G-)structuren. Veel niet-westerse migranten leven in een F-structuur. Voor vrijwel iedere situatie bestaat een gedragsregel. Terwijl er in de G-structuur, zoals die in veel westerse landen geldt, voornamelijk algemene regels gelden en het individu een grote vrijheid heeft om die zelf in te vullen. Pinto meent dat het weinig zinvol is ernaar te streven dat deze structuren opgaan in een gemeenschappelijke cultuur.
‘Uit onderzoek onder migrantenjongeren in verschillende landen is gebleken dat mensen die enerzijds vasthouden aan hun eigen cultuur, maar ook goed kunnen omgaan met de cultuur van het ontvangende land, de beste perspectieven hebben. Die participeren het meest. En de enige manier om dat te bereiken is de taal leren en je goed oriënteren op de maatschappij en de arbeidsmarkt. Dat is niet links of rechts, niet correct of incorrect, maar effectief.’
Kernwaarden
Volgens Pinto is het van belang dat mensen zich eerst afvragen wat hun eigen kernwaarden zijn. Als je die duidelijk hebt benoemd, kun je je verdiepen in de normen en waarden van anderen. Volgens zijn drie-stappen-methode is het vervolgens van belang om duidelijk grenzen te stellen en niet met de eigen waarden te marchanderen.
Hij geeft het voorbeeld van een kind dat in de klas brutaal wordt gevonden als het weigert de leraar aan te kijken. ‘Dat kind heeft misschien vanuit zijn cultuur geleerd dat het onbeleefd is om mensen recht in de ogen te kijken. Als leraar moet je je realiseren waar dat gedrag vandaan komt en kun je uitleggen waarom het zich thuis misschien op een bepaalde manier moet gedragen, maar dat hier in de klas andere regels gelden.’ Zo kan een kind vasthouden aan de eigen cultuur thuis, maar in de klas volgens de Nederlandse cultuur leven. Pinto: ‘Daar kan een kind beter mee omgaan dan dat het wordt bestraft.’
Maar begrip voor elkaars cultuur moet er niet toe leiden dat je je eigen normen en waarden opgeeft, vindt Pinto. ‘Als een migrant weigert opdrachten te aanvaarden van een vrouwelijke chef, dan is het goed dat beiden zich verdiepen in de beweegredenen van de ander. Maar uiteindelijk zal de chef toch tot de conclusie moeten komen: of je accepteert mijn leiding, of je ligt eruit.’
In de praktijk zal het er veelal toe leiden dat migranten zich zullen moeten voegen naar de normen en waarden van het ontvangende land. Dat vindt Pinto niet meer dan logisch. ‘Dat is een natuurlijk gegeven voor migranten in welk land ter wereld dan ook.’
Doelgroepenbeleid
Pinto vindt dat overheden zich nog te vaak ‘schuldig maken’ aan doelgroepenbeleid. ‘Je moet wel kennis nemen van het verschil tussen migranten en de ontvangende samenleving. Dat verschil is gigantisch groot. Dat moet je durven benoemen. Maar vervolgens moet je duidelijk maken dat er bepaalde normen en waarden zijn in deze cultuur waar je naar zult moeten leven.’
Voor gemeenten betekent dat volgens Pinto: ophouden met gescheiden zwemmen, bekostigen van feestjes en religieuze manifestaties. En stoppen met bekostigen van belangenorganisaties voor bepaalde groepen migranten.
‘Een aantal goedgebekte graaiers, met name van Marokkaanse afkomst, heeft een zwakke plek bij onze met overheidsgeld gooiende sinterklazen ontdekt en vakkundig weten uit te buiten. Die clubs zijn meer gericht op het behouden van eigen baantjes dan op emanicpatie van de achterban. Ze zijn niet doelgericht, maar stoelgericht’, aldus de professor.
En gemeenten moeten vooral stoppen met de dialoog aan te gaan over de in Nederland geldende kernwaarden. ‘Geen discussie aangaan, niet marchanderen, maar glasheldere grenzen trekken.’
Canon voor Participatie en Diversiteit. Uitgeverij Kluwer, 291 pagina’s. Prijs: € 42,50. Om te bestellen, klik hier.
Reacties: 20
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Dit incident zal een intelligente leerling een volgende keer er van weerhouden om op een zelfde manier te reageren. Zo zit het. Geldt het niet voor elke leerling, dus ook de Nederlandse leerlingen dat je hen wijst op de norm of de waarde, die er aan ten grondslag ligt?
Die theorie van Maslow is ook zo iets. Die is echt voor iedereen van toepassing. Voor Iedere persoon kan die verschillen. Door te beweren dat die niet geldt voor onze medelanders, bewijs je daarmee dat je de theorie niet kent, professor!
Als we beginnen met het laten verdwijnen van de verschillen, zoals het onderscheid in Allochtonen en Autochtonen. Het gebrek aan kennis van normen en waarden herkennen we toch ook bij zovele nederlandse personen? We klagen over hufterigheid, respectloosheid enz, En het klagen over onze Oost-Europese arbeiders, komt op hetzelfde neer. Ze zijn crimineel, onbetrouwbaar, lastig enz.
Het komt er gewoon op neer dat we volop discrimineren en racistisch zijn.
Dat is het probleem. Volgens mij is er ook nog een partij die dat nog eens sterk voedt.
Op dit moment bestaat het gevaar dat instromers in het Koningrijk der Nederland menen aanspraak te kunnen maken op allerlei subsidies, die te koste gaan van de oorspronkelijke bewoners van het Koningrijk der Nederlanden. Gemeentes besteden een overdreven groot budget aan integratiecursussen en integratie van nieuwe geloven. Daarnaast heb ik me altijd sterk geërgerd aan het overheidsbeleid dat bedrijven verplicht zouden zijn om tien procent allochtone werknemers in dienst te moeten hebben. Dit is iets wat de bedrijven zelf wel bepalen, wie ze in dienst nemen en de praktijk blijkt dat zij toch een sterke voorkeur hebben voor de oorspronkelijke inwoners van het Koningrijk der Nederlanden en dit is natuurlijk een gezonde zaak. Daarnaast is dit Koningrijk der Nederlanden vol en is het niet meer mogelijk om nog ieder jaar weer 10.000 allochtone vluchtelingen op te nemen en wordt het tijd dat Nederlanders zelf weer eens de regie in handen gaan nemen.
Was het ook geen "westerse" kernwaarde dat je iedereen in hun waarde laat en da je iedereen ruimte geeft om zijn eigen leven te organiseren? Met zijn conclusie stop hij juist mensen in een keurslijf. Jammer!
En @Alfred. Misschien inderdaad niet zo'n handig einde aan het verhaal. Maar is het niet waar dan?
Er zitten echter wel kernen van waarheden. Ten eerste dar het integratiebeleid van de overheid is mislukt is de grootste waarheid. De integratie van de bevolking gaat steeds beter. Participatie was daar ook een onderdeel van en is goed begonnen met Roger van Boxtel in zijn nota 'Kans krijgen en kansen pakken'.
Dus afschaffing van het integratiebeleid is een open deur, maar wat dan om een vraagstuk te tackelen. De algemene onvrede van de politiek die onvoldoende creatief is en geen rigoureuze maatregelen durft nemen dan enkel bezuinigen, vraagt om oplossingen van burgers. Er komen meer komen burgerinitiatieven met gezond verstand en zonder een ABC boekje van een hoogleraar. Jammer dat professor Pinto zichzelf in de laatste alinea te kijk zet.
Het antwoord wat sluimerend al ligt te wachten is een Burgerschap-beleid waar burgers hun burgerschap van rechten en plichten vervullen en voor hun initiatieven worden gefaciliteerd waar nodig aangestuurd.
En daar moeten wij volgens Pinto rekening mee houden, nee, zelfs graag als verrijking absorberen.
Zijn wij daar net een dikke eeuw overheen, komt dat door de achterlijkdeur weer binnen.
Op zijn minst wordt van ons verwacht, weer een paar eeuwen geduld te hebben.
Wij moeten netjes wachten? Nix daarvan, Wilders heeft gelijk. Wij moeten ons niet laten ophouden, maar vooruit streven. Er uit met dat tuig en hun medeplichtigen. Te lang hebben wij de sociale en technologische teugels laten vieren en betalen daar, onder het goedkeurend oog van de Haagse oligarchie nu al een hoge prijs voor.
Een slagvaardig onderzoekje naar fraudevrijheid van het pre-professorale verleden van mijnheer Pinto zou wellicht interessants opleveren. Nodig ook, want de geruchten zijn te hardnekkig om te laten waaien. Hij (en zijn toenmalige vriendin) zijn aan smetvrije blazoenen geÏnteresseerd. Of niet soms?
Even een stap terug in de geschiedenis. Onder andere, zorgde het boek van de Duitse auteur Gunter Wallraff; 'Ik Ali’, in Europa destijds voor nogal wat onrust. Vooral de landen die aangesloten waren in het Rijnlands model moeten ergens toegeven dat het sociaal economische model van zorg en gelijkwaardige arbeidsparticipatie slechts bedoeld was voor de blanke bevolking. Ook vele gekleurde Nederlanders, zeg maar de goed ‘geïntegreerde’ categorie, uit de (voormalige) Koloniën zoals de Nederlands Indische bevolking, kunnen hierover meepraten. Hun verhalen laten een heel ander beeld zien dan dat integratie geen garantie is voor gelijke rechten en kansen zoals de gemiddelde blanke Nederlander gewoon is. Tenzij je je voegt in de Nederlandse maatstaf zoals Pinto het betoogt. Was het maar zo eenvoudig. Want zelfs als je geboren bent in Dokkum en je ontwikkeld hebt als, zeg maar, een blanke Nederlander maar afstamt van een transgenerationele niet blanke familietak, zijn er grenzen aan die eerlijke kansen en acceptatie. Vele gekleurde Nederlanders die, zeg maar sociaal economisch geslaagd zijn, kennen deze realiteit maar al te goed.
In essentie zou afkomst en kleur er niet toe moeten doen. Maar zolang we niet durven communiceren dat huidskleur en stil racisme in Nederland als een realiteit moet worden beschouwd en dat het vele Nederlanders van niet Westerse origine (een eufemisme voor ‘kleurling’) treft, is een appèl van de heer Pinto hier, als een hengel in de vijver waar de conformisten zelf ook in vissen.
Natuurlijk heeft de heer Pinto gelijk, dat je als volk (ogenschijnlijk zien we Nederlanders, sinds de misprezen opmerking van ZKH prinses Maxima, dat de Nederlander niet bestaat, als een tribale eenheid) grenzen mag trekken als men gastland is die gasten ontvangt. Immers als je gasten thuis ontvangt, ga je ook uit van een zekere beschaving waar gastheer en gast zich gedragen naar een codex van onuitgesproken waarden en normen: gebaseerd op wederzijds respect en waar men kennis heeft van elkaars gebruiken en behoeften. Als een gast zich gedraagt als een olifant in een porseleinkast, dan manoeuvreer je de tijd door en weet je dat je zo iemand niet meer uitnodigt. Of op zijn minst laat je weten dat je het niet op prijs stelt hoe de gast zich gedraagt. Maar het is natuurlijk een andere zaak als je hen uitnodigt als arbeider met onuitgesproken (slechte) condities.
Dit bovenstaande heeft consequenties en daar moeten we niet zo snel overheen lopen maar juist lessen uit trekken. Want dit raakt de harten en de ziel van vele betrokkenen. Het zijn mensen, net als wij. Dat betekent, dat ook zij loyaal zijn aan (contextuele) systemen en dynamieken waarvan zij vaak niet doorhebben dat dit niet goed werkt voor de ‘integratie’. Hun kinderen krijgen daardoor een uiterst zware rol toebedeeld om de transfer te bewerkstelligen of juist de scheiding in stand te houden. Iets wat voor een gemiddelde volwassen Nederlander al te zwaar is, verwachten wij wel van hun. Het is niet verwonderlijk, dat velen van hen uitvallen. Dat betekent niet dat men dan maar in de slachtofferrol moet blijven hangen. Daar wordt niemand beter van.
Maar door een groep Nederlanders met een dubbele culturele realiteit opnieuw te stigmatiseren als graaiende Marokkanen, los van het feit dat die er best tussen zullen zitten, net als graaiende bouwondernemers, waarmee niet gezegd is dat alle bouwondernemers boeven en witte boorden criminelen zijn, helpt een dergelijk betoog als deze van de heer Pinto ons niet echt verder.
Daarbij komt dat de nieuwe Nederlanders met een transculturele status - en die groep wordt alsmaar groter – zelfs grotendeels eens zullen zijn met Pinto, zoals ik dat deels ook ben. Lees hiervoor bijvoorbeeld het boek van Nikita Shahbazi;’Aardappeleters en Allochtonen’. Echter, dit soort precaire onderwerpen aansnijden zonder hand in ‘eigen Nederlandse boezem te steken’ is ongenuanceerd en werkt averechts. Het versterkt juist de dimensie van uitsluiting en isolatie, iets wat je juist in dit tijdsgewricht en ontwikkeling helemaal niet zou moeten willen.
Hilbrand Westra
TransCultureel Systemisch Werk