‘Mensen behandelen als individu, niet als lid etnische groep’
Specifiek beleid gericht op de emancipatie van allochtonen raakt razendsnel uit de mode. In de recente emancipatienota van het kabinet worden allochtonen niet meer genoemd als aparte doelgroep. Gemeenten stapten al eerder af van het ‘doelgroepenbeleid’.
In de hoofdlijnen van het emancipatiebeleid waarover de Tweede Kamer vorige week debatteerde, gaat het vooral over homo’s en transgenders. Ook laagopgeleide vrouwen worden genoemd als aparte groep, maar over etnische minderheden geen woord: de emancipatie van allochtonen is voor het kabinet kennelijk geen beleidsdoel meer, in tegenstelling tot eerdere kabinetten. Wat betekent dat voor gemeenten? Kunnen zij hun ambities op dit gebied nog wel waarmaken?
‘Geen probleem’, zegt de Deventer wethouder Margriet de Jager (integratie, Algemeen Deventer Belang). ‘Ik denk dat wij hierin voorlopen op het kabinet: Deventer is al in 2004 afgestapt van het doelgroepenbeleid. Soms is een specifieke aanpak van bepaalde groepen nodig, maar dan wel structureel, door algemene voorzieningen, en niet door speciale, kortdurende projecten.’
De Jagers collega in Lelystad, Meta Jacobs (VVD), zegt hetzelfde. ‘Ons college heeft niks met een aparte benadering vanuit doelgroepenbeleid. Dat leidt maar tot stigmatisering. Wij kennen alleen de Lelystedeling. In Lelystad hebben we bijvoorbeeld veel laaggeletterden onder de autochtone bevolking. Waarom zou je die anders behandelen dan laagopgeleide allochtonen? Als gemeente moet je faciliteren en drempels slechten. Zo blijkt dat vrijwilligersorganisaties niet altijd even toegankelijk zijn voor allochtone vrouwen. Daar proberen we dan wat aan te doen.’
Korrie Louwes (D66), wethouder Participatie in Rotterdam: ‘Het gaat erom factoren weg te nemen die de emancipatie belemmeren. Ook al kan etniciteit één van die factoren zijn, je hebt daar geen specifiek doelgroepenbeleid voor nodig, een enkele uitzondering daargelaten.’ Als voorbeeld noemt Louwes de Antilliaanse jongeren. ‘Bij hen speelde zoveel problemen tegelijk, dat voor deze groep tijdelijk een apart project is opgezet. Maar in de regel behandelen we mensen als individuen, niet als lid van een etnische groep. Dus wij kunnen ons wel iets voorstellen bij die nieuwe koers van het kabinet.’
Grote verschillen
Omar Ramadan is senior adviseur en directeur van RadarAdvies, dat gemeenten adviseert over sociale vraagstukken. Ook hij heeft er in principe niets op tegen wanneer allochtonen niet apart benaderd worden. ‘In regio’s als Oost-Groningen en Zuid-Limburg heb je ook heel wat autochtone vrouwen die aan de kant staan. Uiteraard heb je voor hen een andere aanpak nodig dan voor een Somalische vrouw die net in Nederland is en om culturele redenen door haar man achter het aanrecht wordt gehouden.’
Maar tussen autochtonen onderling zijn er net zo goed grote verschillen in achtergrond, zegt Ramadan. ‘Een jonge meid in de Randstad die zonder diploma van school is gegaan en op de Wajong afstevent, moet je heel anders benaderen dan een oer-Limburgse van 40 die al haar halve leven een uitkering heeft.’
Dat meent zelfs Jenny van Eyma van Movisie, coördinator van het overheidsprogramma Duizend-enéén- Kracht, dat de afgelopen jaren de participatie van allochtone vrouwen moest bevorderen: ‘Als we het hebben over vrouwen aan de onderkant van de arbeidsmarkt, dan zijn er veel overeenkomsten tussen allochtone en autochtone vrouwen. Daar volstaat een algemene benadering.’
Wie zich wel ernstige zorgen maakt over de koerswijziging van het kabinet, is Zeki Arslan van Multicultureel Instituut Forum. Hij vindt het opmerkelijk dat er geen maatschappelijk debat geweest is. ‘Ik kan niet anders dan concluderen dat het kabinet de emancipatie van allochtonen als voltooid beschouwd. Maar dan zou ik toch graag willen weten op welke gegevens men zich baseert en wat de afwegingen zijn geweest om tot deze koerswijziging te komen. Uiteraard is allochtonenbeleid geen doel op zichzelf, alleen geloof ik niet dat we alle problemen kunnen oplossen met algemeen beleid, zoals de taalachterstand bij bepaalde allochtone groepen.’
Debat
En dan blijkt dat het soms toch wat gecompliceerder ligt. Want taal, dat is precies waar wethouder Louwes zich grote zorgen om maakt. ‘Om te kunnen emanciperen zijn opleiding en met name taalvaardigheid uiterst belangrijk. De middelen voor inburgering worden binnenkort afgebouwd naar nul, die voor het volwassenonderwijs gaan sterk naar beneden. Ik hoop van harte dat de voorzieningen voor taallessen overeind blijven.’
Ook Van Eyma van Duizend-en-één- Kracht benadrukt het belang van taal bij emancipatie van allochtonen. Ze vindt dat anders dan bij arbeidsparticipatie, het bestrijden van taalachterstand, net als bij het wegnemen van culturele belemmeringen, wel degelijk een specifieke benadering noodzakelijk is. Om die reden betreurt ook zij het verdwijnen van de inburgeringstrajecten. ‘Er ontstaat een enorme lacune.’
In Deventer is onlangs een succesvol project geweest om eergerelateerd geweld beter te kunnen aanpakken, vertelt wethouder de Jager. ‘Een groepje Turkse vrouwen is op eigen initiatief in Zuid-Oost-Turkije gaan kijken hoe ze daar met het probleem omgaan. Dat is heel nuttig geweest. In principe vind ik dat eergerelateerd geweld thuishoort binnen het algemeen beleidskader van huiselijk geweld, maar het zou heel erg jammer zijn als er door de omslag in het kabinetsbeleid geen geld meer zou zijn voor dit soort initiatieven.’
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.