Advertentie
sociaal / Nieuws

Limburgse jeugdhulpregio’s onder vuur

Bij de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen ontbreekt een wettelijke basis.

09 augustus 2023
GGZ in de jeugdzorg
ANP / Roos Koole

Cameratoezicht, deurverklikkers, kamer- en urine-controles: dergelijke vrijheidsbeperkingen worden in drie Limburgse jeugdhulpregio’s generiek en zonder onderbouwing ingezet. Dat terwijl dit in de open jeugdzorg niet is toegestaan. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) wil verbetering zien.

Projectmanager 'Dossiers op Orde' pSG-cluster

JS Consultancy
Projectmanager 'Dossiers op Orde' pSG-cluster

Adviseur HR

Gemeente Oirschot via Geerts & Partners
Adviseur HR

Dat staat in het Regiobeeld jeugdhulp in Midden- en Zuid-Limburg van de IGJ. De toezichthouder bezocht in het najaar de jeugdhulpregio’s Midden-Oost-, Midden-West- en Zuid-Limburg. Onder meer de gemeenten Heerlen, Horst aan de Maas, Landgraaf, Leudal, Maastricht, Sittard en Voerendaal werken hier bovenlokaal samen.

Verplichte kamertijd

De Inspectie ontving eerder al meldingen over een samenwerking die ‘niet altijd soepel’ verliep. Ook was er onvoldoende zicht op de toeleiding naar de jeugdhulp in deze regio’s. Maar wat betreft de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen moet er vooral nog veel worden verbeterd, blijkt uit het regiobeeld. De toezichthouder noemt als voorbeeld de verplichte kamertijd, waarbij het verboden is om contact te hebben met andere kinderen. Deze huisregel wordt ‘vaak generalistisch’ ingezet, stelt de IGJ. Net als bij het cameratoezicht, de deurverklikkers en de kamer- en urine-controles ontbreekt een wettelijke basis.

Wachtlijsten

Verder blijven, net als elders, de wachtlijsten in deze regio’s een probleem. ‘In sommige gemeenten is er sprake van wachtlijsten bij zorgaanbieders waardoor de hulp voor jeugdigen soms pas na maanden kan starten. Hier hebben alle partijen, zowel jeugdconsulenten als jeugdhulpaanbieders, maar met name jeugdigen, last van’, aldus de Inspectie. Daarnaast is er voor jeugdigen die net uit de gesloten jeugdzorg komen vaak geen passende vervolgplek. ‘Er zijn te weinig plekken in gezinshuizen en pleeggezinnen en er zijn wachtlijsten voor de jeugd-ggz’, constateert de toezichthouder.

Het min of meer gedwongen karakter van de samenwerkingsverbanden brengt het risico met zich mee dat de samenwerking niet goed van de grond komt

Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

Toegang

Het is gelukkig niet alleen maar kommer en kwel in deze Limburgse regio’s. De IGJ is bijvoorbeeld behoorlijk te spreken over de toegang voor jeugdhulp. Jeugdconsulenten van de gemeenten kijken breed naar de hulpvraag. Als zij zien dat er naast de vraag nog andere zaken spelen – zoals financiële problemen in het gezin – zorgen zij ervoor dat dit ook wordt opgepakt. Daarbij ziet de Inspectie dat er op sommige plekken gezamenlijke beoordelingen zijn voor signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dat gebeurt tussen Veilig Thuis (VT) en de gemeente. Na beoordeling wordt er direct een jeugdconsulent aan het gezin gekoppeld. Wanneer er geen gezamenlijk onderzoek plaatsvindt worden de adviezen van VT echter niet altijd overgenomen.   

Aanbesteding en financiering

De onderzochte gemeenten maken steeds vaker gebruik van langer lopende contracten, iets wat de toezichthouder toejuicht. Door deze vorm van contracteren ontstaat er namelijk ‘continuïteit en duidelijkheid’. Maar er zijn ook kritische geluiden. Steeds vaker gaat de aanbesteding door gemeenten per segment en valt de keuze op één partij, wat jeugdhulporganisaties dwingt om zich te verenigen in samenwerkingsverbanden. IGJ: ‘Het min of meer gedwongen karakter van de samenwerkingsverbanden brengt het risico met zich mee dat de samenwerking niet goed van de grond komt.’ Daarbij zijn de aanbestedingstrajecten ‘complex’ en tijdrovend, en is de lumpsumfinanciering ‘ontoereikend’ als in de loop van een traject toch zwaardere hulp nodig is.

Beleid bijstellen

De gemeenten laten weten dat het regiobeeld van Inspectie te ‘algemeen’ is. Het gaat immers om drie jeugdhulpregio’s die in werkwijze ‘erg van elkaar verschillen’. Ook geven zij aan dat sommige bevindingen genuanceerd moeten worden. De toezichthouder erkent dat niet alle bevindingen ‘1-op-1 van toepassing’ zijn op alle regio’s. De inzichten zijn hoofdzakelijk bedoeld om het eigen beleid te vergelijken en waar nodig bij te stellen.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie