Veel nutteloze jeugdinterventies, kwaliteitskader moet helpen
Verkeerde interventies kunnen zelfs averechts werken, gemeenten gaan daar te makkelijk mee om.
Het nieuwe landelijk kwaliteitskader effectieve jeugdinterventies moet ervoor zorgen dat gemeenten geen interventies tegen jeugdcriminaliteit meer inzetten die niet werken. Onderzoek voor het kwaliteitskader, samengesteld door onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam, laat onder andere zien dat gemeenten gebruik maken van interventies die averechts werken. Ze maken maar weinig gebruik maken van een bestaande databank van het Nederlands Jeugdinstituut.
Cowboys
Eind vorig jaar waarschuwden onderzoekers Jan Dirk de Jong en Nienke de Wit in Trouw al voor louche bedrijven die azen op subsidies, terwijl ze onbewezen interventies aanbieden. Voormalig Tweede Kamerlid Ruud Verkuijlen kwam ruim daarvoor al met een initiatiefnota waarin hij voorstelde een kwaliteitskader te ontwikkelen met als referentiekader erkende bewezen programma’s. Het kwaliteitskader leest als een samenvatting van reeds bestaande inzichten.
Wat werkt?
Zo schrijven de onderzoekers bijvoorbeeld dat interventies die zich vooral richten op één specifieke risicofactor, zoals middelengebruik of school en werk, niet effectief zijn in het voorkomen of reduceren van strafbaar gedrag. Opvoedingsinterventies voor ouders blijken alleen effectief te zijn gedurende de basisschoolleeftijd en voorschoolse periode, maar niet gedurende de adolescentie. Het is een kleine greep uit de wetenschappelijke bevindingen over jeugdinterventies van de afgelopen jaren.
Gemeenten gebruiken databank niet
Er zijn tal van lessen die uit eerdere onderzoeken te herleiden zijn, maar die maar zelden worden toegepast. De onderzoekers wijzen in hun rapport meermaals op de bestaande databank van het Nederlands Jeugdinstituut, waarin erkende en werkende interventies staan. Uit een rondgang door onderzoeksplatform Investico langs 25 gemeenten blijkt bijvoorbeeld dat zij in totaal 446 interventies inzetten of gaan inzetten. Daarvan komen er slechts 29 uit de databank.
Certificatie
Hoewel in het nieuwe kwaliteitskader een samenvatting staat van de wetenschappelijke inzichten, adviseren de opstellers ervan gemeenten om vooral gebruik te maken van die databank. Het Jeugdinistuut certificeert interventies namelijk nu al op basis van goed onderbouwde principes. Toch kiezen gemeenten er voor om middelen in te zetten waarvoor geen bewijs is, en dat kan in de praktijk zelfs schadelijk zijn.
Averechts
Regelmatig zetten gemeenten bijvoorbeeld in op interventies die gericht zijn op groepen jongeren, in plaats van individuen. En op preventieve interventie bij jongeren waarbij er geen enkele onderbouwde indicatie is dat zij een verhoogd risico hebben voor delinquentie. In dat geval kan een interventie juist averechts werken, blijkt uit de studies. In algemene zin moeten gemeenten zich beseffen dat verkeerde interventies, die bijvoorbeeld te licht- of te zwaar zijn, negatieve invloed kunnen uitoefenen op de jeugdigen.
Terughoudend zijn
Daarom is het devies in het kwaliteitskader ook vooral om niet te veel interventies in te zetten, en alleen wanneer er binnen het bestaande aanbod duidelijke tekortkomingen zijn. Gemeenten moeten echt strenger zijn in de interventies die zij inzetten. ‘Pas wanneer de effectiviteit van goed theoretisch onderbouwde interventies vastgesteld is in empirisch onderzoek, kunnen deze op grotere schaal worden uitgerold.’
In het derde kwartaal van 2024 wordt het kwaliteitskader opgeleverd in de vorm van een gebruiksvriendelijke scan of tool. Zodat gemeenten het ook makkelijk in de praktijk kunnen brengen. Zo schrijven demissionair ministers Yeşilgöz-Zegerius en Weerwind in een brief aan de Tweede Kamer.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.