'Kritiek op jeugdzorg is prematuur'
Mensen die Jeugdzorg de schuld geven moeten zich realiseren dat als hetzelfde gebeurt als na de zaak-Savannah, de angst onder Jeugdzorgmedewerkers weer toeneemt.
Er is volop kritiek op de Bureau Jeugdzorg Utrecht na de dood van de jongetjes Ruben en Julian. Op sociale media wordt de schuld bijkans bij een falende jeugdzorg gelegd en zelfs NRC Handelsblad kopt op de voorpagina dat Jeugdzorg weer wat heeft uit te leggen. ‘De reflex “Jeugdzorg heeft het gedaan” kennen we en die vind ik nogal prematuur’, zegt Erik Gerritsen van Bureau Jeugdzorg Amsterdam.
Jeugdzorg ligt onder vuur omdat het als één van de tien instanties bij de familie over de vloer zou zijn gekomen. Is dat terecht?
‘Ik wil dat oordeel nog even uitstellen en jeugdzorg niet zomaar de schuld geven. Over het Utrechtse geval kan ik niet veel zeggen, ik wil mijn collega’s ook niet voor de voeten lopen. Bij een calamiteit als deze wordt de inspectie ingeschakeld die onderzoek gaat doen, dat is een zelfreinigend systeem en zo hoort het. Het is dus verstandig dat alle partijen hun oordeel nog even uitstellen.’
Tien instanties zouden erbij betrokken zijn geweest. Dat zegt toch wel wat. Is het dan niet raar dat niemand dit heeft kunnen voorkomen?
‘Ja, het zegt wel wat. Het kan bijvoorbeeld een uiting zijn van hoe complex de situatie is geweest. Nogmaals, ik wil over deze specifieke zaak geen uitspraak doen, maar het is wel zo – hoeveel instantie er ook zijn – als iemand echt iets heel ergs wil doen, doet hij of zij het toch wel.’
Er is vaak kritiek op Jeugdzorg omdat Nederland relatief veel uithuisplaatsingen zou hebben. Nu is er kritiek dat de uithuisplaatsing te laat zou zijn gekomen. Wat kan Bureau Jeugdzorg met die kritiek?
‘You’re damned if you do and you’re damned if you don’t. Mensen die Jeugdzorg de schuld geven moeten zich realiseren dat als hetzelfde gebeurt als na de zaak-Savannah (de 3-jarige peuter die in 2004 aan haar verwondingen na mishandeling overleed - red), de angst onder Jeugdzorgmedewerkers weer toeneemt. In Amsterdam zijn we bezig gegaan met het aanpakken van uithuisplaatsingen. In 2012 waren dat er 20 procent minder. Maar we vechten constant tegen ‘Savannah’. Als bij elk incident de beschuldigende vinger naar Jeugdzorg wordt gestoken, gaan we ons indekken en daar worden kinderen niet veiliger van. Ik zal me daar tegen verzetten, maar die reflex zit wel heel diep. Ik wil niet zeggen dat we geen fouten maken. Onlangs is er onderzoek gedaan naar dit soort drama’s. Daaruit bleek dat er nog veel kan verbeteren. Maar in geen van de gevallen kon worden geconstateerd dat het drama zou zijn voorkomen als er anders was gewerkt door jeugdzorg.’
Vanaf 2015 ligt de verantwoordelijkheid voor de Jeugdzorg volledig bij gemeenten. Kan dat helpen om dit soort drama’s te voorkomen?
‘De kracht zit ‘m erin dat er nog één overheid verantwoordelijk is en dat er één financieringsstroom is. Alles is dus gericht op samenwerking, waarbij ik niet wil suggereren dat dat in Utrecht niet zo is gegaan. Als gemeenten zich dus ontwikkelen tot goede opdrachtgevers dan ligt daar winst.’
Dit soort drama’s heeft vaak tot gevolg dat er Kamervragen komen waarna wetten via moties dichtgetimmerd of afgezwakt worden, zoals bijvoorbeeld met de Wmo. Is dat ook uw angst in dit geval?
‘Nee. Ik ben een optimistisch mens en ik hoop dat de Tweede Kamer zich houdt aan wat er naar aanleiding van het rapport van Pierre Heijnen (Jeugdzorg dichtbij, 2010 –red.) is afgesproken. Over dat rapport bestond Kamerbrede consensus en ik ga ervan uit dat Kamerleden zich hieraan houden. Nog meer protocollen zou geen enkel kind veiliger maken. Dat mensen een instantie de schuld willen geven, snap ik deels wel, hoewel het voor mijn mensen heel erg naar is. We moeten zorgen dat professionals handelsbekwaam zijn, maar daar is meestal geen geld voor. Maar bang ben ik niet. We moeten positief blijven.’
Jeugdzorg heeft een zeer moeilijke positie en Gerritsen verwoordt dat uitstekend. En als er al afgerekend moet worden: zullen we eerste de feiten afwachten?