Helft daklozen heeft niet-westerse migratieachtergrond

Na jarenlange stijging is het aantal daklozen iets afgenomen. Toch blijft de groep twee keer zo groot als in 2009. Ook valt op dat het aandeel mensen met een migratieachtergrond onder daklozen sinds dat jaar sterk is toegenomen. 

Verdubbeling
Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS). Op 1 januari 2020 telde Nederland naar schatting ruim 36 duizend daklozen: zo'n drieduizend minder dan twee jaar eerder. Dat betekent dat er, volgens de meest recente data, 34 daklozen zijn op elke 10 duizend Nederlanders. Ondanks de kleine daling ten opzichte van 2018, is dat nog steeds het dubbele van het aantal dat in 2009 werd geregistreerd.

Jongeren
Een ruime meerderheid van de daklozen is man (84 procent) en relatief veel daklozen wonen in een van de vier grote steden (36 procent). Opvallend is dat het aandeel jongeren tussen 18 en 27 jaar tussen 2016 en 2020 flink is gedaald: van 35 naar 23 procent.

Migratieachtergrond
Een andere opvallende trend is de groei van het aantal daklozen met een niet-westerse migratieachtergrond. In 2009 hadden daklozen nog overwegend een Nederlandse achtergrond (54 procent). In 2020 bestaat de helft van de daklozen echter uit mensen met een niet-westerse migratieachtergrond, en is het percentage daklozen met een Nederlandse achtergrond gedaald tot 40 procent. In de grote steden heeft zelf 66 procent een niet-westerse migratieachtergrond. 

Corona
Aangezien het laatste peilmoment voor deze cijfers begin 2020 was, blijft het effect van de coronacrisis op dakloosheid nog onduidelijk. Wel is het bekend dat er tijdens de lockdown enkele honderden dakloze arbeidsmigranten in beeld zijn gekomen die voorheen onder de radar bleven.