Jeugdzorgproblemen Zeeuwse gemeenten vergroot
Het plan van de dertien Zeeuwse gemeenten om de zorg van jeugdzorginstelling Intervence over te dragen aan drie andere Gecertificeerde Instellingen, is naar de prullenbak verwezen door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Jeugdautoriteit.
Het plan van de Zeeuwse gemeenten om te stoppen met jeugdzorginstelling Intervence en de zorg over te dragen aan drie andere Gecertificeerde Instellingen, is afgeschoten door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Jeugdautoriteit. Er moet een nieuw scenario worden onderzocht, waarbij één instelling (Jeugdbescherming West) de zorg overneemt. De Zeeuwse gemeenten vragen ‘Den Haag’ om financiële en juridische ondersteuning.
Relatie kind-hulpverlener
De FNV stelt in een reactie blij te zijn dat het ‘slechtste scenario’ van de baan is, nu de gemeenten moeten onderzoeken of de werkzaamheden van Intervence in zijn geheel kunnen worden overgenomen door Jeugdbescherming West (JB West). ‘Nu het werk door één partij wordt overgenomen, blijft de relatie tussen de jeugdhulpverlener en de 1.100 kinderen in stand en dat is enorm belangrijk’, aldus Janny Koppens, bestuurder FNV Zorg & Welzijn.
Overname
Op basis van het advies van de IGJ en de Jeugdautoriteit heeft minister Sander Dekker (rechtsbescherming, VVD) de Zeeuwse gemeenten opgedragen de overname van alle werkzaamheden van Intervence door JB West uit te werken. Er moet ook alles op alles worden gezet om het personeel van Intervence te behouden. De vrees is dat de zorgcontinuïteit door ongewenst personeelsverloop verder onder druk komt te staan. Minister Dekker heeft in een Kamerbrief laten weten de ontwikkelingen in Zeeland ‘nauwgezet’ te gaan monitoren.
Spijtig
‘Spijtig en jammer’, stelt wethouder Jack Werkman van Sluis, tevens voorzitter van bestuurscommissie inkoop jeugdhulp Zeeland, desgevraagd in een reactie op het eindoordeel van de IGJ en de Jeugdautoriteit. ‘We hebben een zorgvuldig traject doorlopen. Bij het indienen van het concept plan van aanpak hebben we aangegeven dat er op bepaalde onderdelen nog verdieping moest komen.’ Er is bij de IGJ en de Jeugdautoriteit echter geen vertrouwen meer in deze optie. Het plan van aanpak moet de prullenbak in.
Contractvoorwaarden
De Zeeuwse gemeenten staan niet te trappelen om met JB West in zee te gaan, zo blijkt uit de raadsbrief die naar de dertien gemeenteraden is gestuurd. Deze optie is eerder in beeld geweest, maar toen stelde JB West ‘eisen waaraan de gemeenten bij voorbaat al niet konden en wilden voldoen’, schrijft Werkman (jeugdzorg, financiën, VVD) in een brief aan de dertien gemeenteraden. ‘De instelling wilde eerder niet akkoord gaan met de contractvoorwaarden die voor de andere drie andere in Zeeland werkzame GI’s gelden’, verduidelijkt Werkman. Het gaat om het Leger des Heils, de William Schrikker Groep en Briedis.
Financiële ondersteuning
Nu deze optie moet worden onderzocht, is ‘Den Haag’ om hulp gevraagd. De gemeenten willen dat de landsadvocaat hen ondersteunt omdat ze te maken hebben met uiterst complexe Europese wet- en regelgeving rondom aanbesteding, aldus Werkman. De Zeeuwse gemeenten verwachten daarnaast financiële ondersteuning van het rijk nodig te hebben als ze er met JB West uitkomen. Over de hoogte van die rijksbijdrage wil Werkman nog niets zeggen. ‘We gaan nu eerst een business case maken. Daaruit zal duidelijk worden hoeveel geld er nodig is en hoeveel geld we van het rijk nodig hebben.’
Landelijke ophef
De Zeeuwse gemeenten wilden per 1 januari dit jaar het contract beëindigen met de Gecertificeerde Instelling (GI) Intervence. De zorg zou worden overgenomen door de landelijk opererende GI’s Leger des Heils, de William Schrikker Groep en Briedis, besloten de dertien colleges in december. Na – ook landelijke – ophef over het besluit, eisten minister Dekker en staatsecretaris Paul Blokhuis (jeugdzorg, ChristenUnie) dat er eerst een door het IGJ goedgekeurd transitieplan moest zijn, voordat Zeeland de stekker uit Intervence zou mogen trekken.
Dikke onvoldoende
Dat transitieplan heeft een dikke onvoldoende gekregen, zo is woensdagavond duidelijk geworden. Het plan van aanpak biedt ‘onvoldoende garanties voor een duurzame transitie van de jeugdbescherming in Zeeland’, concludeert de IGJ. ‘Het plan is hiervoor onvoldoende concreet, realistisch en volledig en bevat te veel risico’s die niet of niet voldoende afgedekt zijn.’ Ook zitten er in het plan ‘veel onduidelijkheden en tegenstrijdigheden’.
Haags ingrijpen
De inspectie heeft er geen vertrouwen in dat eventuele aanpassingen van het plan op korte termijn wel de toets der kritiek kunnen doorstaan en adviseert Dekker en Blokhuis overname van Intervence door Jeugdbescherming West te laten onderzoeken. Ook de Jeugdautoriteit heeft een negatief oordeel over het plan van aanpak gegeven. Ze vreest onder meer dat de zorgcontinuïteit in het geding komt en adviseert de verantwoordelijke gemeenten ‘om op zeer korte termijn op zoek te gaan naar een alternatief’. Het uitwerken van de optie ‘JB West’ moet als eerste worden opgepakt. De IGJ en de Jeugdautoriteit vinden dat het ministerie van Justitie en Veiligheid er bovenop moet gaan zitten. Als onvoldoende voortgang wordt geboekt, moet de minister niet schromen ‘zwaardere bestuurlijke maatregelen’ te nemen, stelt de Jeugdautoriteit.
Het onderzoeken van de optie JB West duurt minimaal zes tot acht weken, verwachten de Zeeuwse gemeenten. Het uitgewerkte plan moet daarna opnieuw een de IGJ en de Jeugdautoriteit worden voorgelegd.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.